Gemeente Etten-leur

Planteksten

Op deze pagina vindt u de planteksten behorende bij het plan Nieuwe Nobelaer.

Planregels


 

Inhoudsopgave

 

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

Artikel 2 Wijze van meten

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Cultuur en ontspanning

Artikel 4 Groen

Artikel 5 Verkeer

Artikel 6 Verkeer - Verblijf

Hoofdstuk 3 Algemene regels

Artikel 7 Anti-dubbeltelregel

Artikel 8 Algemene bouwregels

Artikel 9 Algemene gebruiksregels

Artikel 10 Algemene afwijkingsregels

Artikel 11 Algemene wijzigingsregels

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels

Artikel 12 Overgangsrecht

Artikel 13 Slotregel

 

 

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

 

Artikel 1 Begrippen

 

1.1 plan:

het bestemmingsplan 'Nieuwe Nobelaer' met identificatienummer NL.IMRO.0777.0082NWENOBELAER-3001 van de gemeente Etten-Leur;

 

1.2 bestemmingsplan:

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;

 

1.3 aanduiding:

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;

 

1.4 aanduidingsgrens:

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;

 

1.5 automatenhal:

een gebouw of een gedeelte daarvan dat bestemd is om aan derden de gelegenheid te geven op speelautomaten te spelen;

 

1.6 bebouwing:

één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;

 

1.7 bebouwingspercentage:

een op de planverbeelding of in de planregels aangegeven percentage, dat de grootte van het deel van een terrein aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd;

 

1.8 bedrijfsactiviteiten:

de uitoefening van opslag-, handels-, transport- en industriële bedrijven, een en ander met uitsluiting van agrarische bedrijven, detailhandel, horeca, persoonlijke of zakelijke dienstverlening, maatschappelijke en culturele voorzieningen en bedrijfsmatige sportvoorzieningen;

 

1.9 bedrijfsmatige sportvoorzieningen:

het bedrijfsmatig aanbieden van de gelegenheid voor sport en recreatie, zoals een sportschool, een dansschool of een biljarthal, waarbij de horeca-activiteiten een niet-zelfstandig onderdeel is en van ondergeschikte aard zijn van de totale bedrijfsvoering;

 

1.10 belwinkel:

een gebouw of een gedeelte daarvan dat bestemd is voor het bedrijfsmatig beschikbaar stellen van telefoons aan derden om ter plaatse te gebruiken;

 

1.11 bestaand:

legale bebouwing en/of gebruik bestaande ten tijde van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan;

 

1.12 bestemmingsgrens:

de grens van een bestemmingsvlak;

 

1.13 bestemmingsvlak:

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;

 

1.14 bouwen:

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.

 

 

1.15 bouwgrens:

de grens van een bouwvlak;

 

1.16 bouwperceel:

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.

 

1.17 bouwperceelgrens:

de grens van een bouwperceel;

 

1.18 bouwvlak:

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten;

 

1.19 bouwwerk:

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct steun vindt in of op de grond, bedoeld om ter plaatse te functioneren.

 

1.20 creativiteitscentrum:

instelling waar cursussen gegeven worden als dans, beeldende kunst, audiovisuele, dramatische en/of literaire vorming;

 

1.21 detailhandel:

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, hieronder begrepen de uitstalling ten behoeve van verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan diegenen die deze goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit, waaronder tevens afhaalpunten worden verstaan;

 

1.22 discotheek:

een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van dranken voor gebruik ter plaatse waarbij het doen beluisteren van (overwegend mechanische) muziek en het gelegenheid geven tot dansen een hoofdzaak is;

 

1.23 erf:

al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw;

 

1.24 erfafscheiding:

bouwwerk geen gebouw zijnde dat dient als afscheiding van een erf of terrein en is geplaatst in of rondom een erf of terrein;

 

1.25 evenement:

een georganiseerde publieke gebeurtenis in de vorm van een voor het betreffende publiek toegankelijke verrichting van vermaak in de vorm van sport, spel, cultuur, tradities en dergelijke;

 

1.26 functie:

doeleinden ten behoeve waarvan gebruik van gebouwen en/of gronden of aangewezen delen daarvan is toegestaan;

 

1.27 gebouw:

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;

 

1.28 hoofdgebouw:

gebouw, of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een bouwperceel en, indien meer gebouwen op het bouwperceel aanwezig zijn, gelet op de bestemming het belangrijkst is.

 

 

 

1.29 horeca:

bedrijfsmatige activiteit gericht op het verstrekken van al dan niet ter plaatse bereide en ter plaatse te nuttigen dranken en/of etenswaren en/of het verstrekken van logies en/of het exploiteren van zaalaccommodaties, met uitzondering van discotheken;

 

1.30 hotel:

een inrichting, gericht op het bedrijfsmatig verstrekken van logies, waarvan de exploitatie geschiedt in combinatie met andere vormen van horeca, zoals café, restaurant, zalenexploitatie en dergelijke;

 

1.31 internetcafé:

een gebouw of een gedeelte daarvan dat bestemd is voor het bedrijfsmatig beschikbaar stellen van internet aan derden om ter plaatse te gebruiken;

 

1.32 kantoor:

het bedrijfsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch of ontwerp-technisch gebied, waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen (geen baliefunctie), zoals bijvoorbeeld een administratiekantoor, advocatenkantoor of ingenieurskantoor;

 

1.33 maatschappelijke voorzieningen/dienstverlening:

educatieve, (para)medische, sociaal-culturele, levensbeschouwelijke en religieuze voorzieningen /dienstverlening, onderwijsvoorzieningen, peuterspeelzalen, kinder- en naschoolse opvang, dagopvang en voorzieningen ten behoeve van openbaar bestuur en openbare dienstverlening;

 

1.34 normale onderhoudswerkzaamheden:

werkzaamheden die regelmatig noodzakelijk zijn voor een goed beheer van gronden en bouwwerken;

 

1.35 nutsvoorziening:

voorziening ten behoeve van het openbaar nut, zoals onder andere transformatorhuisjes, schakelgebouwen, gebouwen ten behoeve van de watervoorziening, gemaalgebouwen, koude warmteopslag e.d.;

 

1.36 ondergeschikt bouwdeel:

bouwdeel van beperkte afmetingen, dat buiten de hoofdmassa van het gebouw uitsteekt;

 

1.37 ondergeschikte functie:

gebruik dat in planologisch opzicht ondergeschikt en ondersteunend is aan en / of beperkt aanvullend is op de hoofdfunctie.

 

1.38 overkapping:

een bouwwerk geen gebouw zijnde, voorzien van een dakconstructie;

 

1.39 (para)medische dienstverlening:

het bedrijfsmatig verlenen van medische diensten aan of ten gerieve van personen, zoals tandarts- en orthodontiepraktijken, dokterspraktijken, fysiotherapeuten, psychologen, eerste hulpposten en dergelijke;

 

1.40 reclamemast:

drager voor het maken van reclame voornamelijk gericht op gebruikers van de openbare ruimte (het publiek);

 

1.41 speelautomaat:

een mechanisch, elektrisch of elektronisch speltoestel, waarbij het spelresultaat kan leiden tot uitkering van prijzen of premies, daaronder begrepen het recht om gratis verder te spelen;

 

 

 

 

1.42 speelvoorziening:

voorziening ter stimulering van het klim-, klauter- en balanceergedrag van kinderen, al dan niet functionerend met behulp van de zwaartekracht of de fysieke kracht van de mens, zoals hangnetten, schommels, glijbanen, speelforten en dergelijke.

 

1.43 staat van horeca-activiteiten:

de staat van horeca-bedrijven die onderdeel uitmaakt van de planregels, waarin deze activiteiten naar mate van verstoring voor de leefomgeving zijn onderscheiden;

 

1.44 terras:

een buiten een gebouw gelegen gebied, waar zitgelegenheid kan worden geboden en waar tegen vergoeding dranken worden geschonken en/of etenswaren verstrekt;

 

1.45 verbeelding:

de weergave van de inhoud van een bestemmingsplan conform het gestelde in de Regeling standaarden ruimtelijke ordening 2012. Onder het begrip 'verbeelding' wordt zowel de analoge wijze als de digitale wijze verstaan;

 

1.46 waterhuishoudkundige voorziening:

voorzieningen die nodig zijn ten behoeve van een goede waterkering, wateraanvoer, waterafvoer, waterretentie, waterberging, waterinfiltratie en waterkwaliteit.

 

1.47 weg:

weg als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b, van de Wegenverkeerswet 1994, zoals die luidde op het tijdstip van de tervisielegging van het ontwerp-bestemmingsplan;

 

1.48 wet/wettelijke regelingen:

indien en voor zover in deze planregels wordt verwezen naar wettelijke regelingen c.q. verordeningen e.d. dienen deze regelingen te worden gelezen zoals deze luiden op het tijdstip van de tervisielegging van het ontwerp bestemmingsplan, tenzij anders bepaald;

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Artikel 2 Wijze van meten

 

2.1 Meten

Bij de toepassing van deze regels wordt loodrecht gemeten, tenzij anders is aangegeven. Bij de toepassing van deze regels wordt verder als volgt gemeten:

 

2.1.1 de goothoogte van een bouwwerk

vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel, ondergeschikte bouwonderdelen als goten van dakkapellen niet meegerekend.

 

2.1.2 de bouwhoogte van een bouwwerk

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.

 

2.1.3 de afstand van bouwwerken

afstanden van bouwwerken onderling alsmede afstanden van bouwwerken tot de bouwperceelsgrens alsmede afstanden van bouwwerken tot de openbare weg worden daar gemeten, waar deze afstanden het kleinst zijn.

 

2.1.4 de oppervlakte van een bouwwerk

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk, waarbij uitstekende delen van ondergeschikte aard tot maximaal 1,00 m buiten beschouwing blijven.

 

2.1.5 de ondergrondse bouwdiepte van een bouwwerk

vanaf het peil tot het diepste punt van het bouwwerk, de fundering niet meegerekend.

 

 

2.2 Overig

 

2.2.1 peil:

de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld.

 

2.2.2 hoogte van de weg

de hoogte van de weg zoals die door of namens burgemeester en wethouders is vastgesteld.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

 

 

Artikel 3 Cultuur en ontspanning

 

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Cultuur en ontspanning' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. podiumkunsten/(openlucht)theater, creativiteitscentra;

  2. maatschappelijke voorzieningen/dienstverlening;

  3. dans-, theater-, toneel- en muziekscholen;

  4. bibliotheken, speelotheken, kunstuitleen;

  5. congressen/beurzen/presentaties en tentoonstellingen;

  6. bedrijfsmatige sportvoorzieningen;

  7. horeca van ten hoogste categorie 2 van de staat van horeca-activiteiten volgens bijlage 1;

  8. terrassen en openluchttentoonstellingen;

  9. evenementen;

  10. nutsvoorzieningen;

alsmede voor bijbehorende:

  1. magazijn, kantoor, kantine;

  2. overige logistieke ruimten;

  3. ondergeschikte detailhandel;

  4. parkeervoorzieningen, paden en overige verharding;

  5. (overdekte) fietsvoorzieningen;

  6. kunstobjecten;

  7. tuinen en andere groenvoorzieningen;

  8. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;

  9. straatmeubilair;

  10. andere voorzieningen ten dienste van de bestemming.

 

3.2 Bouwregels

Binnen deze bestemming mogen bouwwerken ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende regels:

 

3.2.1 Algemeen

Voor het bouwen gelden de volgende algemene regels:

  1. gebouwen en overkappingen mogen uitsluitend binnen het aangegeven bouwvlak worden gebouwd;

  2. het bouwvlak mag volledig worden bebouwd.

 

3.2.2 Gebouwen en overkappingen

Voor het bouwen van gebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:

  1. gebouwen en overkappingen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;

  2. de goot- en bouwhoogte van het hoofdgebouw mag niet meer bedragen dan is aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m)';

  3. overkappingen ten behoeve van fietsvoorzieningen en gebouwen ten behoeve van voorzieningen voor het openbaar nut (nutsvoorzieningen) mogen zowel binnen als buiten het bouwvlak worden gebouwd;

  4. de bouwhoogte van overkappingen en gebouwen ten behoeve van fietsvoorzieningen bedraagt maximaal 3,00 m;

  5. de oppervlakte van een gebouw ten behoeve van fietsvoorzieningen bedraagt maximaal 100 m2;

  6. de oppervlakte per nutsgebouw of overkapping bedraagt maximaal 30,00 m2 , met een bouwhoogte van maximaal 4,00 m;

  7. de onder f. genoemde maximum oppervlakte geldt niet voor overkappingen ten behoeve van fietsvoorzieningen.

 

3.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde, gelden de volgende regels:

  1. bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde, mogen zowel binnen als buiten het bouwvlak worden opgericht;

  2. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen bedraagt maximaal 2,00 m;

  3. de bouwhoogte van lichtmasten, vlaggenmasten en reclamemasten bedraagt maximaal 15,00 m;

  4. de bouwhoogte van kunstobjecten bedraagt maximaal 10,00 m;

  5. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde, bedraagt maximaal 2,00 m.

 

3.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder:

  1. lid 2.3 van dit artikel, voor de bouwhoogte van kunstobjecten binnen het bouwvlak tot een bouwhoogte van maximaal 15,00 m;

  2. lid 2.3 van dit artikel, voor de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde, tot een bouwhoogte van maximaal 4,00 m.

 

3.4 Specifieke gebruiksregels

 

3.4.1 Gebruiksverbod

Tot een gebruik strijdig met deze bestemming zoals bedoeld in lid 1 van dit artikel, wordt in ieder geval gerekend:

  1. horeca horend tot categorie 3 van de staat van horeca-activiteiten volgens bijlage 1;

  2. horeca horend tot categorie 1b van de staat van horeca-activiteiten volgens bijlage 1, voor zover het het verstrekken van nachtverblijf betreft;

  3. zelfstandige kantoren;

  4. zelfstandige detailhandel;

  5. internetcafés;

  6. bardancing/discotheek;

  7. coffeeshops;

  8. sexinrichtingen;

  9. belwinkels;

  10. automatenhallen en casino's;

  11. evenementen in de openlucht.

 

3.4.2 Parkeren

Het gebruik van de gronden en de daarop aanwezige bebouwing conform de bestemming is uitsluitend toegestaan indien op de gronden met de bestemming 'Verkeer-Verblijf' en zo nodig de bestemming 'Cultuur en ontspanning' minimaal de parkeervoorzieningen worden aangelegd en in stand worden gehouden overeenkomstig bijlage 2.

 

3.5 Afwijken van de gebruiksregels

 

3.5.1 Afwijken

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder lid 4.1 van dit artikel, ten behoeve van evenementen in de openlucht, met dien verstande dat van de bevoegdheid maximaal drie keer per kalenderjaar gebruik mag worden gemaakt.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Artikel 4 Groen

 

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. plantsoen, bermen en overige openbare groenvoorzieningen;

  2. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;

  3. fiets- en voetpaden en overige openbaar toegankelijke verhardingen;

 

alsmede voor bijbehorende:

  1. geluidwerende voorzieningen;

  2. nutsvoorzieningen;

  3. speelvoorzieningen;

  4. straatmeubilair;

  5. kunstobjecten;

  6. andere voorzieningen ten dienste van de bestemming.

 

4.2 Bouwregels

Binnen deze bestemming mogen bouwwerken ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende regels:

 

4.2.1 Gebouwen en overkappingen

Voor het bouwen van gebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:

  1. er mogen uitsluitend gebouwen ten behoeve van voorzieningen voor het openbaar nut (nutsvoorzieningen) worden gebouwd;

  2. de oppervlakte per nutsgebouw of overkapping bedraagt maximaal 30,00 m²;

  3. de bouwhoogte bedraagt maximaal 4,00 m.

 

4.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde, gelden de volgende regels:

  1. de bouwhoogte van kunstobjecten bedraagt maximaal 10,00 m;

  2. de bouwhoogte van geluidwerende voorzieningen bedraagt maximaal 3,00 m;

  3. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen bedraagt maximaal 2,00 m;

  4. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde, bedraagt maximaal 6,00 m.

 

4.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder:

  1. lid 2.1 van dit artikel, voor de bouwhoogte van gebouwen en overkappingen tot een hoogte van maximaal 5,00 m.

  2. lid 2.2 van dit artikel, voor de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen tot een hoogte van maximaal 3,00 m.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Artikel 5 Verkeer

 

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. wegen, straten, fiets- en voetpaden;

  2. geluidwerende voorzieningen;

 

alsmede voor bijbehorende:

  1. straatmeubilair;

  2. nutsvoorzieningen;

  3. bermen, plantsoenen en andere openbare groenvoorzieningen;

  4. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.

  5. andere voorzieningen ten dienste van de bestemming.

 

5.2 Bouwregels

Binnen deze bestemming mogen bouwwerken ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende regels:

 

5.2.1 Gebouwen en overkappingen

Voor het bouwen van gebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:

  1. er mogen uitsluitend gebouwen ten behoeve van voorzieningen voor het openbaar nut (nutsvoorzieningen) worden gebouwd;

  2. de oppervlakte per nutsgebouw of overkapping bedraagt maximaal 30,00 m²;

  3. de bouwhoogte bedraagt maximaal 4,00 m.

 

5.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde, gelden de volgende regels:

  1. de bouwhoogte van geluidwerende voorzieningen bedraagt maximaal 3,00 m;

  2. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen bedraagt maximaal 1,00 m;

  3. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde, bedraagt maximaal 6,00 m.

 

5.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder:

  1. lid 2.1 van dit artikel, voor de bouwhoogte van gebouwen en overkappingen tot een hoogte van maximaal 5,00 m;

  2. lid 2.2 van dit artikel, voor de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen tot een hoogte van maximaal 2,00 m.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Artikel 6 Verkeer - Verblijf

 

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer - Verblijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. wegen en woonstraten;

  2. fiets- en voetpaden;

  3. openbare parkeervoorzieningen volgens bijlage 2;

  4. openbare groenvoorzieningen;

  5. (overdekte) fietsvoorzieningen;

  6. evenementen;

  7. terrassen en openluchttentoonstellingen ten dienste van de bestemming 'Cultuur en Ontspanning';

 

alsmede voor bijbehorende:

  1. speelvoorzieningen;

  2. geluidwerende voorzieningen;

  3. straatmeubilair;

  4. kunstobjecten;

  5. nutsvoorzieningen;

  6. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.

  7. andere voorzieningen ten dienste van de bestemming.

 

6.2 Bouwregels

Binnen deze bestemming mogen bouwwerken ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende regels:

 

6.2.1 Gebouwen en overkappingen

Voor het bouwen van gebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:

  1. er mogen uitsluitend gebouwen ten behoeve van voorzieningen voor het openbaar nut (nutsvoorzieningen) en overkappingen mede ten behoeve van fietsvoorzieningen worden gebouwd;

  2. de bouwhoogte van overkappingen ten behoeve van fietsvoorzieningen bedraagt maximaal 3,00 m;

  3. de oppervlakte per nutsgebouw of overkapping bedraagt maximaal 30,00 m2, met een bouwhoogte van maximaal 4,00 m;

  4. de onder c. genoemde maximum oppervlakte geldt niet voor overkappingen ten behoeve van fietsvoorzieningen.

 

6.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde, gelden de volgende regels:

  1. de bouwhoogte van geluidwerende voorzieningen bedraagt maximaal 3,00 m;

  2. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen bedraagt maximaal 2,00 m;

  3. de bouwhoogte van kunstobjecten bedraagt maximaal 10,00 m;

  4. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde, bedraagt maximaal 6,00 m.

 

6.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder:

  1. lid 2.1 van dit artikel, voor de bouwhoogte van gebouwen en overkappingen tot een hoogte van maximaal 5,00 m.

  2. lid 2.2 van dit artikel, voor de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen tot een hoogte van maximaal 3,00 m.

 




 

6.4 Specifieke gebruiksregels

 

6.4.1 Gebruiksverbod

Tot een strijdig gebruik met deze bestemming zoals bedoeld in lid 1 van dit artikel, wordt in ieder geval gerekend:

  1. evenementen in de openlucht.

6.4.2 Parkeren
Het gebruik van de gronden en de daarop aanwezige bebouwing conform de bestemming is uitsluitend toegestaan indien op de gronden met de bestemming 'Verkeer-Verblijf' en zo nodig de bestemming 'Cultuur en ontspanning' minimaal de parkeervoorzieningen worden aangelegd en in stand worden gehouden overeenkomstig bijlage 2.

6.5 Afwijken van de gebruiksregels

 

6.5.1 Afwijken

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder lid 4.1 van dit artikel, ten behoeve van evenementen in de openlucht, met dien verstande dat van de bevoegdheid maximaal drie keer per kalenderjaar gebruik mag worden gemaakt.

 

 

 

Hoofdstuk 3 Algemene regels

 

Artikel 7 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

 

Artikel 8 Algemene bouwregels

 

8.1 Ondergronds bouwen

Voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken gelden de volgende regels:

  1. ondergrondse bouwwerken zijn toegestaan binnen de contouren van legaal opgerichte bovengrondse gebouwen, bijgebouwen en overkappingen;

  2. de bouwdiepte van ondergrondse bouwwerken mag niet meer bedragen dan 4,00 meter onder peil.

 

Artikel 9 Algemene gebruiksregels

Het is verboden de in dit bestemmingsplan begrepen gronden, alsmede gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde te gebruiken, te doen of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel strijdig met de in dit plan aan de grond gegeven bestemming.

 

Artikel 10 Algemene afwijkingsregels

 

10.1 Algemene afwijkingen

Het bevoegd gezag kan via een omgevingsvergunning afwijken van de regels in dit plan voor:

  1. het in geringe mate aanpassen van het plan, zoals een bestemmingsgrens, bouwgrens of bouwvlak, indien bij definitieve uitmeting of verkaveling blijkt, dat deze aanpassing in het belang van een juiste verwerkelijking van het plan redelijk gewenst of noodzakelijk is, met dien verstande dat de grenzen met niet meer dan 2,00 m mogen worden verschoven;

  2. het wijzigen van de voorgeschreven maatvoeringen met maximaal 10%.

 

Artikel 11 Algemene wijzigingsregels

 

11.1 Algemene wijzigingsbevoegdheid ten behoeve van overschrijding bestemmingsgrenzen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de in het bestemmingsplan opgenomen bestemmingen te wijzigen ten behoeve van overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover dit van belang is voor een betere realisering van aangrenzende bestemming of voor een ruimtelijk of technisch betere plaatsing van bouwwerken dan wel voor zover dit noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein. Hierbij zijn verschuivingen van maximaal 5,00 m ten opzichte van de bestemmingsgrens toelaatbaar.

 

11.2 Algemene wijzigingsbevoegdheid ten behoeve van een andere situering/begrenzing

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het bestemmingsplan te wijzigen ten behoeve van een enigszins andere situering en/of begrenzing van de bestemmingsgrenzen, bestemmingsvlakken, bouwpercelen danwel bouwvlakken indien bij de uitvoering van het plan mocht blijken dat verschuivingen in verband met ingekomen aanvragen om omgevingsvergunning nodig zijn ter uitvoering van een bouwplan mits de oppervlakte van het betreffende bouwperceel danwel bouwvlak niet meer dan 10% worden gewijzigd.

 

 

 

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels

 

Artikel 12 Overgangsrecht

 

12.1 Overgangsrecht bouwwerken

  1. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,

  1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;

  2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.

  1. het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het gestelde onder a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.

  2. Het gestelde onder a. is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

 

12.2 Overgangsrecht gebruik

  1. het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.

  2. het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld onder a., te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.

  3. indien het gebruik, bedoeld onder a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.

  4. het genoemde onder a. is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

 

Artikel 13 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:

Regels van het bestemmingsplan 'Nieuwe Nobelaer'.