Planregels

Op deze pagina vindt u de regels behorende bij het plan Trivium Zuid-West.

HOOFDSTUK 4 Milieu en Duurzaamheid.

 

4.1 Inleiding.

In 2008/2009 zijn er vergevorderde plannen geweest voor de realisering van het Trivium Sport- en leisurecomplex. In het kader hiervan is er in januari 2008 een Milieueffectrapportage (MER) uitgevoerd. De gevolgen voor het milieu ten gevolge van dit complex zijn in beeld gebracht. Deze rapportages zullen ook de basis zijn voor het bestemmingsplan 'Trivium Zuid-West'. De uitbreiding van het wellnesscentrum waarin dit bestemmingsplan voorziet, is veel beperkter van omvang. De overige functies zijn reeds aanwezig en worden conserverend bestemd. Uit de milieu-onderzoeken die deel uitmaken van de MER blijkt dat het grootschaligere Trivium Sport- en leisurecomplex aan de wettelijke milieu-normen kan voldoen. Derhalve kan geconcludeerd worden dat de uitbreiding van het wellnesscentrum en het reeds bestaande gebruik van het ROC-gebouw en Triviumhotel eveneens kunnen voldoen aan de wettelijke milieunormen. Hieronder wordt gedetailleerder ingegaan op de relevante milieuthema's.

 

4.2 Archeologie.

Bij de voorbereiding van het bestemmingsplan 'Parklaan Oost' heeft er o.a. voor de bedrijvenlocatie Trivium een Aanvullend Archeologisch Inventarisatie plaatsgevonden. De rapportage dateert van 29 augustus 2000. Er is geconcludeerd dat er geen aanwijzingen zijn voor de feitelijke aanwezigheid van archeologische resten. Als er al archeologische vindplaatsen in het gebied aanwezig zouden zijn geweest dan zijn deze inmiddels verstoord door moderne landbouwtechnieken en eerder uitgevoerde bodemingrepen. Na de uitvoering van deze inventarisatie is het gebied bouwrijp gemaakt hetgeen eveneens gepaard gegaan is met de nodige bodemingrepen. Archeologie is dan ook geen belemmering voor de uitvoering van het bestemmingsplan 'Trivium Zuid-West'.

 

4.3 Bodem.

Het is niet toegestaan om het wellnesscentrum uit te breiden met een buitengedeelte op een zodanig verontreinigd terrein dat er schade of gevaar is te verwachten voor de gezondheid van de gebruikers. Met het oog hierop is er door Mol ingenieursbureau een bodemonderzoek uitgevoerd. De resultaten zijn vastgelegd in het verkennend bodemonderzoek Trivium 72 te Etten-Leur, rapportnr. 13456 d.d. 8 augustus 2011.

Uit dit onderzoek blijkt dat de bodemkwaliteit van de gronden waarop de uitbreiding van het wellnesscentrum is voorzien, hiervoor geen belemmeringen is.

 

4.4 Geluidhinder.

De uitbreiding van het wellnesscentrum is geen geluidsgevoelige bestemmingen zoals bedoeld in de Wet geluidhinder. Derhalve is deze wet niet van toepassing.

Deze uitbreiding voorzieningen genereert echter wel verkeersbewegingen. Met het oog hierop dient beoordeeld te worden of in het kader van een goede ruimtelijke ordening deze functies acceptabel zijn. In de MER voor het Sport- en leisurecomplex Trivium is hieraan al aandacht besteed. Toen is geconcludeerd dat een dergelijk complex niet een zodanige verkeersaantrekkende werking heeft dat de vestiging hiervan op het Trivium vanuit een oogpunt van ruimtelijke ordening, niet acceptabel is. De uitbreiding van het wellnesscentrum zal veel minder verkeersbewegingen genereren dan het hiervoor genoemde complex. Derhalve kan geconcludeerd worden dat deze uitbreiding acceptabel is.

 

4.5 Luchtkwaliteit.

Het bestemmingsplan 'Trivium Zuid-West' heeft grotendeels een conserverend karakter. Uitsluitend de uitbreiding van het wellnesscentrum leidt tot een toename van het gemotoriseerd verkeer. Met het oog hierop is voor het onderdeel luchtkwaliteit artikel 5.16 Wet milieubeheer (Wm) van belang. Dit artikel houdt in grote lijnen in dat de nieuw ontwikkeling van dit ruimtelijke plan (uitbreiding wellnesscentrum) aan de luchtkwaliteitsnormen dient te worden getoetst. Artikel 5.16 eerste lid onder c Wm geeft aan dat projecten die niet in betekende mate (NIBM) bijdragen aan de concentraties van luchtverontreinigende stoffen in de buitenlucht niet getoetst hoeven te worden aan de grenswaarden. Om het de overheden gemakkelijker te maken heeft de minister in de Regeling niet in betekende mate bijdragen (luchtkwaliteitseisen) categorieën van gevallen aangewezen waarvoor vaststaat dat deze niet in betekende mate bijdragen aan de luchtverontreiniging. Het onderhavige plan valt niet binnen deze regeling. Voor kleine plannen waarbij deze regeling niet bruikbaar is, heeft VROM de NIBM- tool ontwikkeld waarmee op een eenvoudige en snelle manier kan worden bepaald of er sprake is van een NIBM bijdrage. Op basis van een berekening met deze tool moet aangetoond worden dat het project NIBM is. Deze berekening is uitgevoerd door advies- en ingenieursbureau DHV (berekening d.d. 5 augustus 2011). Hieruit blijkt dat de uitbreiding van het wellnesscentrum niet in betekende mate bijdraagt aan een verslechtering van de luchtkwaliteit. Op grond van artikel 5.16 eerste lid onder c Wm voldoet het plan voor de uitbreiding van het wellnesscentrum aan de luchtkwaliteitseisen uit de Wet milieubeheer.

 

4.6 Externe veiligheid.

Het onderhavige bestemmingsplan voorziet in één nieuwe ontwikkeling nl. de uitbrei-ding van het aanwezige wellnesscentrum met een buitengedeelte. Het bestaande wellnesscentrum is nu primair gericht op de hotelgasten. Door de uitbreiding van het wellnesscentrum met een buitengedeelte wordt beoogd om het ook aantrekkelijker te maken voor andere bezoekers.

 

LPG-tankstation.

 

Ten westen van het plangebied is een LPG-tankstation gelegen. Dit station heeft een invloedsgebied van 150 meter. In de vergunning van het tankstation is opgenomen dat het vullen van de LPG-voorraadtank – het maatgevende risico - in de nachtelijke uren dient plaats te vinden. Dit is vanwege de aanwezigheid van de nabij gelegen VMBO- school destijds geregeld.

De uitbreiding van het wellnesscentrum waarin het onderhavige bestemmingsplan voorziet, is in het genoemde invloedsgebied gelegen. Op grond van artikel 13 BEVI moet het groepsrisico worden verantwoord. Verder bepaalt dit artikel dat voorafgaand aan de vaststelling van het bestemmingsplan de brandweer in de gelegenheid moet worden gesteld advies uit te brengen over het groepsrisico en de mogelijkheden tot voorbereiding van bestrijding en beperking van de omvang van een ramp of zwaar ongeval.

De uitbreiding van het wellnesscentrum met een buitengedeelte heeft tot gevolg dat er sprake is van een (geringe) toename van de personendichtheid. Dit betekent dat er een zogenaamde Kwantitatieve Risicoanalyse (QRA) moet worden opgesteld. TOP-Consultants heeft een dergelijke analyse uitgevoerd (rapport 23-09-2011).

De conclusies van dit rapport kunnen als volgt worden samengevat:

het kwetsbaar object is gelegen buiten de PR 10-6 – contour van het LPG-tankstation zodat aan de grenswaarde uit het BEVI wordt voldaan.

door de voorgenomen wijziging neemt het groepsrisico toe maar blijft ruimschoots onder de oriënterende waarde (OW) liggen.

 

Verantwoording groepsrisico

 

Het wellnesscentrum (sauna) wordt uitgebreid met een buitengedeelte. Het LPG-tankstation mag op grond van de vergunning uitsluitend in de nachtelijke uren worden bevoorraad. Het buitengedeelte is in beginsel tijdens de nachtelijke uren niet in gebruik. Zoals al eerder is aangegeven is het lossen van de LPG-tankwagen het maatgevende risico. Uit de opgestelde QRA blijkt dat de oriënterende waarde niet wordt overschreden. Het is niet uitgesloten dat het buitengedeelte (incidenteel)in de nachtelijke uren wordt gebruikt. Voor die situaties is het van belang dat afspraken worden gemaakt met de exploitant van het LPG-tankstation of dat duidelijk naar de gasten wordt gecommuniceerd wat te doen bij een mogelijk incident.

Deze afspraken en communicatie staan buiten het planologische kader (bestemmingsplan). De gasten zullen in het algemeen goed zelfredzaam zijn. Daarnaast zijn er voldoende vluchtwegen. In de vorm van ontruimingsplannen, nooduitgangen en vluchtplannen zal dit binnen andere wettelijke kaders aandacht krijgen. Zowel het LPG tankstation als het plangebied zijn voor de hulpverleners goed bereikbaar, ook zijn er reeds voldoende blusvoorzieningen aanwezig.

 

Invloed A58 (vervoer gevaarlijke stoffen)

 

Het plangebied ligt in de nabijheid van de A58. Vanwege de mogelijkheid van incidenten met het transport van gevaarlijke stoffen over deze weg dient te worden nagegaan of in het kader van externe veiligheid hieraan aandacht dient te worden be-steed. Er is momenteel nog geen formele wetgeving waaraan getoetst moet worden, de risiconormen zijn (nog) niet wettelijk verankerd. Tot het moment dat die normen wettelijk zullen zijn verankerd (dit zal geschieden met de komst van het Basisnet) is het rijksbeleid vastgelegd in de Circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen. De circulaire geeft aan dat in principe geen beperkingen aan het ruimtegebruik worden gesteld in het gebied dat op meer dan 200 meter van een route of tracé ligt. De uit-breiding van het wellnesscentrum met een buitengedeelte is juist geprojecteerd op een afstand van 200 meter en verder van de A58. Op grond van de circulaire behoeven dan ook geen beperkingen aan het ruimtegebruik te worden gesteld. Zoals ook reeds bij de verantwoording van het groepsrisico tengevolge van het LPG-tankstation is gesteld kan gesproken worden van goed zelfredzame personen met de mogelijkheid om in een veilige richting te vluchten of in het gebouw te schuilen. Buiten het pla-nologische wettelijke kader zal ook aandacht worden besteed aan de zelfredzaamheid van de gasten. Zie hetgeen hierover reeds is opgemerkt bij de risico’s met betrekking tot het LPG-tankstation.

 

Advies Brandweer Midden- en West-Brabant

 

Het voorontwerp-bestemmingsplan is voorgelegd aan de Brandweer Midden- en West-Brabant (zie paragraaf 7.1). In een brief van 12 september 2011, ontvangen 16 september 2011, hebben zij naar aanleiding van het voor-ontwerp bestemmingsplan een advies uitgebracht.

Zij adviseren om ook een Kwantitatieve Risicoanalyse(QRA) vanwege het vervoer van gevaarlijke stoffen over de A58 (overeenkomstig art. 4.3 Circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen) op te stellen. Gelet op de voorgenomen situering van de uitbreiding (buitenlocatie) buiten de 200 meter zone van de A58 is het gelet op de Circulaire niet nodig dat een QRA wordt uitgevoerd. Ook de aard van de uitbreiding geeft geen aanleiding tot het opstellen van een QRA vanwege het vervoer van gevaarlijke stoffen over de A58. Op de overige adviezen van de brandweer is reeds hiervoor ingegaan. Een aantal zaken kunnen zoals ook de brandweer wordt geconstateerd, niet worden geregeld via het bestemmingsplan. Die elementen zullen worden meegenomen in de daarvoor aanwezige instrumenten (ontruimingsplannen ed).

 

4.7 Flora en Fauna.

In de natuurtoets van de MER is geconcludeerd dat het leefgebied van planten- en diersoorten als gevolg van verrichte bouwwerkzaamheden reeds is verstoord. Het gebied kent een lage ecologische waarde. Hiermee is voldoende aannemelijk gemaakt dat de Flora- en faunawet geen belemmering zal vormen voor de uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan 'Trivium Zuid-West'.

 

4.8 Besluit milieueffectrapportage.

Op 1 april 2011 is de wijziging van het Besluit milieueffectrapportage (Besluit mer) in werking getreden. Op grond hiervan dient bij de bepaling of er voor een bepaalde activiteit een milieueffectbeoordeling en/of rapportage moet worden gemaakt de omvang van de activiteit, de ruimtelijke context en de cumulatie met de omgeving beoordeeld te worden.

 

Het bestemmingsplan 'Trivium Zuid-West' maakt het mogelijk om het wellnesscentrum uit te breiden (1600 m2 buitengedeelte). Daarnaast worden de bestaande functies in het ROC-gebouw en het Triviumhotel conserverend bestemd. Er is sprake van een activiteit die genoemd is op de D-lijst van het Besluit mer. Op deze lijst is nl. de aanleg, wijziging of uitbreiding van een stedelijk ontwikkelingsproject met inbegrip van de bouw van een winkelcentra of parkeerterreinen genoemd. De omvang van de voorgestane uitbreiding van het wellnesscentrum blijft ruimschoots onder de drempelwaarden.

 

Hoewel de drempelwaarden niet worden overschreden, dient er nog nagegaan te worden of de activiteiten desondanks geen belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu kunnen hebben. Daarbij zal de aard van de activiteit, de omvang en de gevoeligheid van de omgeving in ogenschouw genomen moeten worden. In deze situatie is er mede in relatie tot de omvang van de overige activiteiten sprake van een kleinschalige uitbreiding. Gelet op de aard en de omvang van deze uitbreiding en de omgeving (bedrijvenlocatie gelegen in de directe nabijheid van de rijksweg A58) kan er geconcludeerd worden dat er geen sprake zal zijn van belangrijke nadelige gevolgen voor het Milieu. Derhalve is een mer-beoordeling niet noodzakelijk. Er zal dan ook geen milieueffectrapportage worden opgesteld. Er kan worden volstaan met de reeds uitgevoerde Milieueffectrapportage (MER) voor het niet doorgegane Sport- en leisurecomplex Trivium en de nog uit te voeren milieu-onder-zoeken.

 

4.9 Waterhuishouding.

Op de bedrijvenlocatie Trivium is een verbeterd gescheiden rioleringsstelsel aanwezig. Het hemelwater en gebiedseigen water wordt opgevangen in een retentievijver aan de Oostpoort en de Bredaseweg. Het Waterschap 'de Brabantse Delta' heeft al ontheffing verleend van de Keur voor de waterhuishouding in dit gebied. Deze ontheffing is gebaseerd op het beleid van het Waterschap zoals dat tot 7 juli 2009 van toepassing was. Met de realisering van het bestemmingsplan 'Trivium Zuid West' zal de hoeveelheid verhard oppervlak niet toenemen ten opzichte van de situatie waarvoor ontheffing van de Keur is verleend. De toename van verhard oppervlak is zondermeer minder dan 2000 m2.