Toelichting
Bestemmingsplan “Trivium Zuid-West” Gedeeltelijke herziening bestemmingsplan “Parklaan Oost”. Gemeente Etten-Leur. Toelichting. Regels. Verbeelding/plankaart. Schaal 1:1000. Status: Vastgesteld Datum: Projectgegevens. NL.IMRO.0777.0052TRIVIUMZW-3001 HOOFDSTUK 1 Inleiding. 1.1 Aanleiding. In het zuidwestelijk deel van het Trivium zijn het ROC-gebouw en Triviumhotel gelegen. In dit gebouw zijn zakelijke dienstverlening, educatie en training, een hotel, een restaurant, een wellnesscentrum, (para)medische functies en een congresruimte aanwezig. Er is nu een verzoek ingediend voor de uitbreiding van het wellnesscentrum (sauna) met een buitengedeelte. Het wellnesscentrum is dan niet meer primair bedoeld voor de hotelgasten doch zal dan ook aantrekkelijker worden voor andere bezoekers. De gemeente Etten-Leur wil hieraan medewerking verlenen. Deze uitbreiding past echter niet in het geldend bestemmingsplan 'Parklaan Oost'. Derhalve dient hiervoor het bestemmingsplan gewijzigd te worden. Dit heeft geleid tot het bestemmingsplan 'Trivium Zuid-West'. Vanwege de integraliteit zijn in dit bestemmingsplan tevens de overige functies van het ROC-gebouw en Triviumhotel met de aangrenzende parkeergelegenheid opgenomen. Deze laatste onderdelen zijn conform het bestaande gebruik, bestemd. Bij de bebouwingsmogelijkheden is aansluiting gezocht bij de bestaande situatie en het geldend bestemmingsplan 'Parklaan Oost'. 1.2 Ligging plangebied. Het plangebied betreft een gedeelte van de bedrijvenlocatie Trivium. Deze bedrijvenlocatie Trivium is gelegen aan de oostzijde van het stedelijk gebied van Etten-Leur. De locatie wordt aan de zuidzijde begrensd door rijksweg A58, aan de westzijde door de afslag 18 plaatselijk aangeduid als Oostpoort en aan de noordzijde door de Bredaseweg. Aan de oostzijde ligt de grens van de bedrijvenlocatie Trivium op de weg naar het viaduct over de rijksweg richting Hoge Vaartkant. De ligging van het plangebied 'Trivium Zuid-West' is op de volgende pagina. 1.3 Vigerend bestemmingsplan. Ter plaatse geldt het bestemmingsplan 'Parklaan Oost' vastgesteld door de gemeenteraad op 4 maart 2002 en goedgekeurd door Gedeputeerde Staten op 21 juni 2002. Het bestemmingsplan is op 15 augustus 2002 in werking getreden en onherroepelijk geworden. 1.4 Opzet van de toelichting. In hoofdstuk 2 wordt ingegaan op het beleid voor zover dit relevant is voor het bestemmingsplan. In hoofdstuk 3 wordt aandacht besteed aan de huidige situatie en de voorgestane herontwikkelingen. Het gaat dan met name over de ruimtelijke en functionele structuren. Milieu en duurzaamheid komen aan de orde in hoofdstuk 4. In hoofdstuk 5 wordt een toelichting gegeven op het juridisch deel van het bestemmingsplan zijnde de planregels en de plankaart. De hoofdstukken 6 en 7 hebben betrekking op de economische uitvoerbaarheid respectievelijk de maatschappelijke toetsing en het voor-overleg zoals bedoeld in het Besluit ruimtelijke ordening. In hoofdstuk 8 worden de wijzigingen verwoord die worden aangebracht in het voor-ontwerp en het ontwerp-bestemmingsplan. HOOFDSTUK 2 Beleidskaders. 2.1 Wet ruimtelijke ordening. De rijksoverheid hecht grote waarde aan de digitalisering van bestemmingsplannen. Wijziging, uitwisseling, vergelijking, monitoring en toetsing van digitale bestemmingsplannen is technisch vele malen eenvoudiger dan bestemmingsplannen in papieren vorm. Digitaal uitwisselbare bestemmingsplannen ondersteunen de doelstelling van de nieuwe Wro met betrekking tot de actualisering. Het wijzigen van gedigitaliseerde bestemmingsplannen is technisch gemakkelijk hetgeen de actualiteit van bestem-mingsplannen bevordert. Het bestemmingsplan 'Trivium Zuid-West' is opgesteld conform de nieuwe Wro. Dit betekent dat de planverbeelding en de planregels volgens de Standaard voor Vergelijkbare BestemmingsPlannen (SVBP) 2008 vormgegeven zijn. Daarnaast wordt er voldaan aan de verplichting om een digitaal gecodeerd plan aan te leveren conform IMRO 2008. 2.2 Provinciaal beleid. Verordening ruimte Noord-Brabant. Op 23 april 2010 hebben Provinciale Staten van Noord-Brabant de Verordening ruimte Noord-Brabant, fase 1 vastgesteld. Op 17 december 2010 hebben zij de Verordening ruimte Noord-Brabant, fase 2 vastgesteld. Beide verordeningen zijn samengevoegd tot de Verordening ruimte Noord-Brabant. Deze verordening is op 1 maart 2011 in werking getreden. In deze verordening wordt op provinciaal niveau het voorgestane ruimtelijk beleid voor de provincie Noord-Brabant weergegeven. Op grond hiervan behoort de gemeente Etten-Leur tot de stedelijke regio Breda-Tilburg. In het kader van de (her)ontwikkeling van bestaande binnenstedelijke locaties waartoe ook de bedrijvenlocatie Trivium behoort, is met name het principe 'zuinig ruimtegebruik' van belang. Hiermede wordt beoogd de groei en de spreiding van het stedelijk ruimtebeslag op het buitengebied af te remmen. Bij het zoeken naar ruimte om te voorzien in de behoeften op het vlak van wonen, werken, en overige voorzieningen dienen de mogelijkheden binnen de bestaande bebouwde ruimte zo goed mogelijk te worden benut. Het accent moet liggen op inbreiden en herstructureren. Er moet aandacht worden besteed aan de mogelijkheden die compacte bouwwijzen zoals het bouwen in de hoogten en steeds vaker ook in de diepte (ondergrondse ruimte) bieden om het ruimtegebruik te intensiveren. Dit alles dient te geschieden met in acht name van de bestaande omgeving. Daarnaast zijn in relatie tot het principe 'meer aandacht voor de onderste lagen' ook water en archeologie van belang. In hoofdstuk 4 wordt aan deze aspecten afzonderlijk aandacht besteed. 2.3 Gemeentelijk beleid. Nota Cultuur, Toerisme en Recreatie. Op 16 maart 2009 heeft de gemeenteraad de nota Cultuur, Toerisme en Recreatie vastgesteld. De in deze nota opgenomen visie cultureel en toeristisch-recreatief beleid gemeente Etten-Leur luidt als volgt: 'Het bevorderen dat zo veel mogelijk inwoners en bezoekers van de gemeente Etten-Leur op een laagdrempelige manier cultuur beleven en hun vrije tijd besteden in Etten-Leur en het bevorderen dat zoveel mogelijk bezoekers naar Etten-Leur komen'. In het kader hiervan is voor het onderdeel toerisme/recreatie de volgende doelstelling geformuleerd: 'De voorzieningen voor toeristen en recreanten behouden en kwalitatief verbeteren en Etten-Leur promoten om zo het aantal toeristen en dagrecreanten dat Etten-Leur een bezoek brengt te verhogen met 5% in de periode tot 2013 en de verblijfsduur van deze toeristen te verlengen'. 2.4 Conclusie. Het bestemmingsplan 'Trivium Zuid-West' is opgesteld conform de nieuwe Wro. Dit betekent dat de plankaart en de planregels volgens de Standaard voor Vergelijkbare BestemmingsPlannen (SVBP) 2008 vormgegeven zijn. Er wordt voldaan aan de verplichting om per 1 januari 2010 een digitaal gecodeerd plan volgens IMRO 2008 aan te leveren. Het bestemmingsplan voorziet in intensief ruimtegebruik passend op de locatie Trivium. Daarnaast past de uitbreiding van het wellnesscentrum met de bedoeling om meer bezoekers aan te trekken binnen het vastgestelde gemeentelijk beleid zoals verwoord in de nota Cultuur, Toerisme en Recreatie'. Samengevat kan dan ook geconcludeerd worden dat het bestemmingsplan 'Trivium Zuid-West' voldoet aan de relevante landelijke, provinciale en gemeentelijke beleidskaders. HOOFDSTUK 3 Huidige situatie en ontwikkeling. 3.1 Bestaande ruimtelijke hoofdstructuur. Ingesloten door de rijksweg A58, de oostelijke afrit en de Bredaseweg is de bedrijvenlocatie Trivium gelegen. Begin deze eeuw is voor dit gebied een stedenbouwkundige opzet ontwikkeld. In de loop der jaren is deze als gevolg van functie-veranderingen enigszins aangepast. De hoofdopzet is echter niet wezenlijk veranderd. In de strook grenzend aan de rijksweg nemen de bouwvolumes van oost naar west toe om uiteindelijk te eindigen in het ROC-gebouw en Triviumhotel in de zuidwesthoek van het gebied. De gebouwen zijn qua ontsluiting georiënteerd op de binnenzijde van het gebied. Aan die zijde zijn ook de entrees gesitueerd. Aan de zijde van de Bredaseweg is de nieuwbouw van het Munnikenheidecollege gerealiseerd. Dit halfronde gebouw is zowel op de Bredaseweg als het binnengebied georiënteerd. Voor het Munnikenheidecollege, het ROC-gebouw en Triviumhotel is een omkaderd parkeerterrein aangelegd. Onder het Munnikenheidecollege is een extra parkeervolume aangelegd mede ten behoeve van toekomstige ontwikkelingen aan de oostzijde van deze school. 3.2 Bestaand ruimtegebrek. De bedrijvenlocatie Trivium waarvan het plangebied onderdeel uitmaakt is volledig bouwrijp. Op de bedrijvenlocatie zijn een hotel, scholen, SHL, een bouwmarkt, een Boerenbond, een fitnesscentrum, een discotheek/dansschool, een fastfood-restaurant en de daarbij behorende kantoorvoeringen, gevestigd. Daarnaast is er een bouwvergunning verleend voor de realisering van een sporthal aan de oostzijde van het Munnikenheidecollege. 3.3 Ontwikkelingen. Uitbreiding wellnesscentrum. De opstelling van het bestemmingsplan 'Trivium Zuid-West' is met name ingegeven door de gevraagde uitbreiding van het wellnesscentrum. De voorgestane uitbreiding van het wellnesscentrum betreft een buitengedeelte van ongeveer 1600 m2 grenzend aan de westzijde van het Triviumhotel. Het is de bedoeling dat het wellnesscentrum aantrekkelijk wordt voor bezoekers niet zijnde hotelgasten. Daarnaast zijn in het onderhavige bestemmingsplan de overige aanwezige functies in het ROC-gebouw en Triviumhotel opgenomen. Het betreft dan zakelijke dienstverlening, congresruimte, hotel, restaurant, educatie en training en (para)medische dienstverlening. Parkeren. Ten behoeve van de aanwezige functies dient voldoende parkeergelegenheid in de directe omgeving aanwezig te zijn. Met het oog hierop zijn er minimale parkeernormen opgenomen in de planregels. De parkeernormen zijn gebaseerd op de landelijke gehanteerde richtlijn van het CROW en de te hanteren parkeerkencijfers die zijn opgenomen in de publicatie 182 'Parkeerkencijfers-Basis voor parkeernormering' (ASVV 2008). De bedrijvenlocatie 'Trivium' valt onder de stedelijke zone 'matig stedelijk'en 'rest bebouwde kom'. De parkeerkencijfers zijn ontwikkeld als hulpmiddel om het aantal parkeerplaatsen bij bepaalde voorzieningen te bepalen. Dit blijkt onder andere uit de bandbreedte die in de CROW-richtlijn wordt aangegeven. Er is sprake van een ondergrens en bovengrens binnen deze bandbreedte. Gemeenten kunnen zelf op basis van parkeerkencijfers, lokaal specifieke kenmerken en gemeentelijke (parkeer)beleid, parkeernormen vaststellen. Voor wellnesscentra is geen landelijke parkeerkencijfer beschikbaar. Bij de bepaling van de parkeernorm voor deze functie is overwogen dat mede gelet op de perifere ligging van de locatie een aantal bezoekers tevens zal verblijven in het hotel. Daarnaast is er geen sprake van een grootschalig wellnesscomplex. Mede gelet op ervaringscijfers van andere gemeenten is de parkeernorm dan ook bepaald op minimaal 3 parkeerplaatsen per 100 m2 bvo. De overige parkeernormen blijven binnen de bandbreedte van de CROW-richtlijn. Daarbij is ook rekening gehouden met een bepaalde mate van verwevenheid tussen de functies hotel, restaurant en congresruimte. Derhalve zijn voor deze functies de parkeernormen niet op het maximale vastgesteld. Verkeersbewegingen. De toename van het aantal verkeersbewegingen ten opzichte van de bestaande situatie zal beperkt zijn. De toename betreft uitsluitend de bezoekers van het wellnesscentrum. Het betreft dan niet de zgn. spitsuren in de ochtend en late middag/vroege avond. Voor de bereikbaarheid en ontsluiting van de bedrijvenlocatie 'Trivium' is het kruispunt Bredaseweg-Lage Vaartkant reeds aangepast. De rotonde is vervangen door een verkeersregelinstallatie. Deze wijziging was met name bedoeld om de afwikkeling van het verkeer van en naar de bedrijvenlocatie in combinatie met de verkeersregelinstallatie op het kruispunt Bredaseweg-Oostpoort (aansluiting 18) te kunnen regelen. Hiermede wordt filevorming en terugslag op de aangrenzende wegen zoals de A58 voorkomen. De aanpassing is gedaan met het oog op de grootschaligere ontwikkeling in de vorm van het sport- en leisurecomplex Trivium. Deze ontwikkeling is echter niet doorgegaan. Alles overwegende zullen er dan ook geen nadelige gevolgen ontstaan voor de aansluiting op de A58 en de doorstroming op deze rijksweg. HOOFDSTUK 4 Milieu en Duurzaamheid. 4.1 Inleiding. In 2008/2009 zijn er vergevorderde plannen geweest voor de realisering van het Trivium Sport- en leisurecomplex. In het kader hiervan is er in januari 2008 een Milieueffectrapportage (MER) uitgevoerd. De gevolgen voor het milieu ten gevolge van dit complex zijn in beeld gebracht. Deze rapportages zullen ook de basis zijn voor het bestemmingsplan 'Trivium Zuid-West'. De uitbreiding van het wellnesscentrum waarin dit bestemmingsplan voorziet, is veel beperkter van omvang. De overige functies zijn reeds aanwezig en worden conserverend bestemd. Uit de milieu-onderzoeken die deel uitmaken van de MER blijkt dat het grootschaligere Trivium Sport- en leisurecomplex aan de wettelijke milieu-normen kan voldoen. Derhalve kan geconcludeerd worden dat de uitbreiding van het wellnesscentrum en het reeds bestaande gebruik van het ROC-gebouw en Triviumhotel eveneens kunnen voldoen aan de wettelijke milieunormen. Hieronder wordt gedetailleerder ingegaan op de relevante milieuthema's. 4.2 Archeologie. Bij de voorbereiding van het bestemmingsplan 'Parklaan Oost' heeft er o.a. voor de bedrijvenlocatie Trivium een Aanvullend Archeologisch Inventarisatie plaatsgevonden. De rapportage dateert van 29 augustus 2000. Er is geconcludeerd dat er geen aanwijzingen zijn voor de feitelijke aanwezigheid van archeologische resten. Als er al archeologische vindplaatsen in het gebied aanwezig zouden zijn geweest dan zijn deze inmiddels verstoord door moderne landbouwtechnieken en eerder uitgevoerde bodemingrepen. Na de uitvoering van deze inventarisatie is het gebied bouwrijp gemaakt hetgeen eveneens gepaard gegaan is met de nodige bodemingrepen. Archeologie is dan ook geen belemmering voor de uitvoering van het bestemmingsplan 'Trivium Zuid-West'. 4.3 Bodem. Het is niet toegestaan om het wellnesscentrum uit te breiden met een buitengedeelte op een zodanig verontreinigd terrein dat er schade of gevaar is te verwachten voor de gezondheid van de gebruikers. Met het oog hierop is er door Mol ingenieursbureau een bodemonderzoek uitgevoerd. De resultaten zijn vastgelegd in het verkennend bodemonderzoek Trivium 72 te Etten-Leur, rapportnr. 13456 d.d. 8 augustus 2011. Uit dit onderzoek blijkt dat de bodemkwaliteit van de gronden waarop de uitbreiding van het wellnesscentrum is voorzien, hiervoor geen belemmeringen is. 4.4 Geluidhinder. De uitbreiding van het wellnesscentrum is geen geluidsgevoelige bestemmingen zoals bedoeld in de Wet geluidhinder. Derhalve is deze wet niet van toepassing. Deze uitbreiding voorzieningen genereert echter wel verkeersbewegingen. Met het oog hierop dient beoordeeld te worden of in het kader van een goede ruimtelijke ordening deze functies acceptabel zijn. In de MER voor het Sport- en leisurecomplex Trivium is hieraan al aandacht besteed. Toen is geconcludeerd dat een dergelijk complex niet een zodanige verkeersaantrekkende werking heeft dat de vestiging hiervan op het Trivium vanuit een oogpunt van ruimtelijke ordening, niet acceptabel is. De uitbreiding van het wellnesscentrum zal veel minder verkeersbewegingen genereren dan het hiervoor genoemde complex. Derhalve kan geconcludeerd worden dat deze uitbreiding acceptabel is. 4.5 Luchtkwaliteit. Het bestemmingsplan 'Trivium Zuid-West' heeft grotendeels een conserverend karakter. Uitsluitend de uitbreiding van het wellnesscentrum leidt tot een toename van het gemotoriseerd verkeer. Met het oog hierop is voor het onderdeel luchtkwaliteit artikel 5.16 Wet milieubeheer (Wm) van belang. Dit artikel houdt in grote lijnen in dat de nieuw ontwikkeling van dit ruimtelijke plan (uitbreiding wellnesscentrum) aan de luchtkwaliteitsnormen dient te worden getoetst. Artikel 5.16 eerste lid onder c Wm geeft aan dat projecten die niet in betekende mate (NIBM) bijdragen aan de concentraties van luchtverontreinigende stoffen in de buitenlucht niet getoetst hoeven te worden aan de grenswaarden. Om het de overheden gemakkelijker te maken heeft de minister in de Regeling niet in betekende mate bijdragen (luchtkwaliteitseisen) categorieën van gevallen aangewezen waarvoor vaststaat dat deze niet in betekende mate bijdragen aan de luchtverontreiniging. Het onderhavige plan valt niet binnen deze regeling. Voor kleine plannen waarbij deze regeling niet bruikbaar is, heeft VROM de NIBM- tool ontwikkeld waarmee op een eenvoudige en snelle manier kan worden bepaald of er sprake is van een NIBM bijdrage. Op basis van een berekening met deze tool moet aangetoond worden dat het project NIBM is. Deze berekening is uitgevoerd door advies- en ingenieursbureau DHV (berekening d.d. 5 augustus 2011). Hieruit blijkt dat de uitbreiding van het wellnesscentrum niet in betekende mate bijdraagt aan een verslechtering van de luchtkwaliteit. Op grond van artikel 5.16 eerste lid onder c Wm voldoet het plan voor de uitbreiding van het wellnesscentrum aan de luchtkwaliteitseisen uit de Wet milieubeheer. 4.6 Externe veiligheid. Het onderhavige bestemmingsplan voorziet in één nieuwe ontwikkeling nl. de uitbrei-ding van het aanwezige wellnesscentrum met een buitengedeelte. Het bestaande wellnesscentrum is nu primair gericht op de hotelgasten. Door de uitbreiding van het wellnesscentrum met een buitengedeelte wordt beoogd om het ook aantrekkelijker te maken voor andere bezoekers. LPG-tankstation. Ten westen van het plangebied is een LPG-tankstation gelegen. Dit station heeft een invloedsgebied van 150 meter. In de vergunning van het tankstation is opgenomen dat het vullen van de LPG-voorraadtank – het maatgevende risico - in de nachtelijke uren dient plaats te vinden. Dit is vanwege de aanwezigheid van de nabij gelegen VMBO- school destijds geregeld. De uitbreiding van het wellnesscentrum waarin het onderhavige bestemmingsplan voorziet, is in het genoemde invloedsgebied gelegen. Op grond van artikel 13 BEVI moet het groepsrisico worden verantwoord. Verder bepaalt dit artikel dat voorafgaand aan de vaststelling van het bestemmingsplan de brandweer in de gelegenheid moet worden gesteld advies uit te brengen over het groepsrisico en de mogelijkheden tot voorbereiding van bestrijding en beperking van de omvang van een ramp of zwaar ongeval. De uitbreiding van het wellnesscentrum met een buitengedeelte heeft tot gevolg dat er sprake is van een (geringe) toename van de personendichtheid. Dit betekent dat er een zogenaamde Kwantitatieve Risicoanalyse (QRA) moet worden opgesteld. TOP-Consultants heeft een dergelijke analyse uitgevoerd (rapport 23-09-2011). De conclusies van dit rapport kunnen als volgt worden samengevat: het kwetsbaar object is gelegen buiten de PR 10-6 – contour van het LPG-tankstation zodat aan de grenswaarde uit het BEVI wordt voldaan. door de voorgenomen wijziging neemt het groepsrisico toe maar blijft ruimschoots onder de oriënterende waarde (OW) liggen. Verantwoording groepsrisico Het wellnesscentrum (sauna) wordt uitgebreid met een buitengedeelte. Het LPG-tankstation mag op grond van de vergunning uitsluitend in de nachtelijke uren worden bevoorraad. Het buitengedeelte is in beginsel tijdens de nachtelijke uren niet in gebruik. Zoals al eerder is aangegeven is het lossen van de LPG-tankwagen het maatgevende risico. Uit de opgestelde QRA blijkt dat de oriënterende waarde niet wordt overschreden. Het is niet uitgesloten dat het buitengedeelte (incidenteel)in de nachtelijke uren wordt gebruikt. Voor die situaties is het van belang dat afspraken worden gemaakt met de exploitant van het LPG-tankstation of dat duidelijk naar de gasten wordt gecommuniceerd wat te doen bij een mogelijk incident. Deze afspraken en communicatie staan buiten het planologische kader (bestemmingsplan). De gasten zullen in het algemeen goed zelfredzaam zijn. Daarnaast zijn er voldoende vluchtwegen. In de vorm van ontruimingsplannen, nooduitgangen en vluchtplannen zal dit binnen andere wettelijke kaders aandacht krijgen. Zowel het LPG tankstation als het plangebied zijn voor de hulpverleners goed bereikbaar, ook zijn er reeds voldoende blusvoorzieningen aanwezig. Invloed A58 (vervoer gevaarlijke stoffen) Het plangebied ligt in de nabijheid van de A58. Vanwege de mogelijkheid van incidenten met het transport van gevaarlijke stoffen over deze weg dient te worden nagegaan of in het kader van externe veiligheid hieraan aandacht dient te worden be-steed. Er is momenteel nog geen formele wetgeving waaraan getoetst moet worden, de risiconormen zijn (nog) niet wettelijk verankerd. Tot het moment dat die normen wettelijk zullen zijn verankerd (dit zal geschieden met de komst van het Basisnet) is het rijksbeleid vastgelegd in de Circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen. De circulaire geeft aan dat in principe geen beperkingen aan het ruimtegebruik worden gesteld in het gebied dat op meer dan 200 meter van een route of tracé ligt. De uit-breiding van het wellnesscentrum met een buitengedeelte is juist geprojecteerd op een afstand van 200 meter en verder van de A58. Op grond van de circulaire behoeven dan ook geen beperkingen aan het ruimtegebruik te worden gesteld. Zoals ook reeds bij de verantwoording van het groepsrisico tengevolge van het LPG-tankstation is gesteld kan gesproken worden van goed zelfredzame personen met de mogelijkheid om in een veilige richting te vluchten of in het gebouw te schuilen. Buiten het pla-nologische wettelijke kader zal ook aandacht worden besteed aan de zelfredzaamheid van de gasten. Zie hetgeen hierover reeds is opgemerkt bij de risico’s met betrekking tot het LPG-tankstation. Advies Brandweer Midden- en West-Brabant Het voorontwerp-bestemmingsplan is voorgelegd aan de Brandweer Midden- en West-Brabant (zie paragraaf 7.1). In een brief van 12 september 2011, ontvangen 16 september 2011, hebben zij naar aanleiding van het voor-ontwerp bestemmingsplan een advies uitgebracht. Zij adviseren om ook een Kwantitatieve Risicoanalyse(QRA) vanwege het vervoer van gevaarlijke stoffen over de A58 (overeenkomstig art. 4.3 Circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen) op te stellen. Gelet op de voorgenomen situering van de uitbreiding (buitenlocatie) buiten de 200 meter zone van de A58 is het gelet op de Circulaire niet nodig dat een QRA wordt uitgevoerd. Ook de aard van de uitbreiding geeft geen aanleiding tot het opstellen van een QRA vanwege het vervoer van gevaarlijke stoffen over de A58. Op de overige adviezen van de brandweer is reeds hiervoor ingegaan. Een aantal zaken kunnen zoals ook de brandweer wordt geconstateerd, niet worden geregeld via het bestemmingsplan. Die elementen zullen worden meegenomen in de daarvoor aanwezige instrumenten (ontruimingsplannen ed). 4.7 Flora en Fauna. In de natuurtoets van de MER is geconcludeerd dat het leefgebied van planten- en diersoorten als gevolg van verrichte bouwwerkzaamheden reeds is verstoord. Het gebied kent een lage ecologische waarde. Hiermee is voldoende aannemelijk gemaakt dat de Flora- en faunawet geen belemmering zal vormen voor de uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan 'Trivium Zuid-West'. 4.8 Besluit milieueffectrapportage. Op 1 april 2011 is de wijziging van het Besluit milieueffectrapportage (Besluit mer) in werking getreden. Op grond hiervan dient bij de bepaling of er voor een bepaalde activiteit een milieueffectbeoordeling en/of rapportage moet worden gemaakt de omvang van de activiteit, de ruimtelijke context en de cumulatie met de omgeving beoordeeld te worden. Het bestemmingsplan 'Trivium Zuid-West' maakt het mogelijk om het wellnesscentrum uit te breiden (1600 m2 buitengedeelte). Daarnaast worden de bestaande functies in het ROC-gebouw en het Triviumhotel conserverend bestemd. Er is sprake van een activiteit die genoemd is op de D-lijst van het Besluit mer. Op deze lijst is nl. de aanleg, wijziging of uitbreiding van een stedelijk ontwikkelingsproject met inbegrip van de bouw van een winkelcentra of parkeerterreinen genoemd. De omvang van de voorgestane uitbreiding van het wellnesscentrum blijft ruimschoots onder de drempelwaarden. Hoewel de drempelwaarden niet worden overschreden, dient er nog nagegaan te worden of de activiteiten desondanks geen belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu kunnen hebben. Daarbij zal de aard van de activiteit, de omvang en de gevoeligheid van de omgeving in ogenschouw genomen moeten worden. In deze situatie is er mede in relatie tot de omvang van de overige activiteiten sprake van een kleinschalige uitbreiding. Gelet op de aard en de omvang van deze uitbreiding en de omgeving (bedrijvenlocatie gelegen in de directe nabijheid van de rijksweg A58) kan er geconcludeerd worden dat er geen sprake zal zijn van belangrijke nadelige gevolgen voor het Milieu. Derhalve is een mer-beoordeling niet noodzakelijk. Er zal dan ook geen milieueffectrapportage worden opgesteld. Er kan worden volstaan met de reeds uitgevoerde Milieueffectrapportage (MER) voor het niet doorgegane Sport- en leisurecomplex Trivium en de nog uit te voeren milieu-onder-zoeken. 4.9 Waterhuishouding. Op de bedrijvenlocatie Trivium is een verbeterd gescheiden rioleringsstelsel aanwezig. Het hemelwater en gebiedseigen water wordt opgevangen in een retentievijver aan de Oostpoort en de Bredaseweg. Het Waterschap 'de Brabantse Delta' heeft al ontheffing verleend van de Keur voor de waterhuishouding in dit gebied. Deze ontheffing is gebaseerd op het beleid van het Waterschap zoals dat tot 7 juli 2009 van toepassing was. Met de realisering van het bestemmingsplan 'Trivium Zuid West' zal de hoeveelheid verhard oppervlak niet toenemen ten opzichte van de situatie waarvoor ontheffing van de Keur is verleend. De toename van verhard oppervlak is zondermeer minder dan 2000 m2. HOOFDSTUK 5 Beschrijving van het bestemmingsplan. 5.1 Planvorm. Het bestemmingsplan biedt de mogelijkheid tot de uitbreiding van het wellnesscentrum met een buitengedeelte. Het huidige gebruik van het ROC-gebouw en Triviumhotel wordt als zodanig bestemd. Daarnaast biedt het bestemmingsplan de mogelijkheid tot aanleg van parkeergelegenheid. Het water (retentie) blijft eveneens gehandhaafd. De planopzet kent een beperkt aantal bestemmingen, een gedetailleerde plankaart en een uniforme opzet van de bouwregels. Het juridisch gedeelte van het bestemmingsplan bestaat uit de plankaart met planregels. De toelichting heeft geen rechtskracht. De plankaart van het bestemmingsplan bestaat uit één deel. De planregels zijn opgebouwd uit inleidende regels (hoofdstuk 1), bestemmingsregels (hoofdstuk 2), algemene regels (hoofdstuk 3) en overgangs- en slotregels (hoofdstuk 4). 5.2 Artikelsgewijze toelichting. Inleidende regels. Begrippen (artikel 1). In dit artikel worden begrippen gedefinieerd, die in de regels worden gehanteerd. Bij de toetsing aan het bestemmingsplan moet worden uitgegaan van de in dit artikel aan de betreffende woorden toegekende betekenis. Wijze van meten (artikel 2). In dit artikel wordt aangegeven hoe de in de regels gehanteerde maten die bij het bouwen in acht genomen dienen te worden, gemeten moeten worden. Bestemmingsregels. Gemengd (artikel 3). Binnen deze bestemming zijn het ROC-gebouw en het Triviumhotel en de direct aangrenzende onbebouwde gronden opgenomen. Dit betekent concreet dat er met in achtname van de aangegeven maximale toegestane bedrijfsvloeroppervlak de volgende functies zijn toegestaan: zakelijke dienstverlening, educatie,congresruimte, (para)medische dienstverlening, hotel, restaurant, wellnesscentrum. Per functie is een minimale parkeernorm aangegeven. Water (artikel 4) Water nodig om te kunnen voldoen aan de eisen die gesteld worden aan de waterhuishouding (structureel water) is bestemd tot 'Water'. Algemene regels Anti-dubbeltelregel (artikel 5). Het is een wettelijke verplichting om dit artikel in een bestemmingsplan op te nemen. Om misbruik van de bouwregels te voorkomen, is in dit artikel bepaald dat gronden, die al eens als berekeningsgrondslag voor een bouwvergunning hebben gediend, niet nogmaals als zodanig kunnen dienen. Doel van deze zogenaamde dubbeltelregel is te voorkomen dat, wanneer volgens een bestemmingsplan bepaalde gebouwen niet meer dan een bepaald deel van een bouwperceel mogen beslaan, het opengebleven terrein niet nog eens meetelt bij het toestaan van een ander gebouw, waaraan een soortgelijke eis wordt gesteld. Algemene afwijkingsregels (artikel 6). In dit artikel zijn enkele algemene afwijkingen opgenomen. Deze ontheffingen betreffen het onder voorwaarden aanpassen van wegen, het overschrijden van bebouwingsgrenzen alsmede het gering afwijken van maatvoeringen behoudens de genoemde oppervlakten. Algemene wijzigingsregel (artikel 7). In dit artikel zijn wijzigingsbevoegdheden opgenomen ten behoeve van onder voorwaarden verschuiven en/of overschrijden van de bestemmingsgrenzen, bestemmingsvlakken, bouwpercelen of bouwvlakken. Algemene gebruiksregels (artikel 8). In dit artikel is een algemeen gebruiksverbod gegeven voor gebruik van gronden alsmede gebouwen en bouwwerken in strijd met de bestemming. Overgangs- en slotregels Overgangsrecht (artikel 9) Het is een wettelijke verplichting om dit artikel in het bestemmingsplan op te nemen. In lid 1 zijn de overgangsregels ten aanzien van het bouwen opgenomen. Bouwwerken die, op het moment dat het plan inwerking is getreden, bestaan of (kunnen) worden gebouwd op grond van een reeds verleend bouw- of omgevingsvergunning en die afwijken van het bestemmingsplan mogen gedeeltelijk worden veranderd of vernieuwd mits de bestaande afwijkingen naar aard en omvang niet worden vergroot. Is het bouwwerk verloren gegaan naar aanleiding van een calamiteit dan mag het bouwwerk volledig worden vernieuwd of veranderd mits de bouwaanvraag daarvoor binnen 2 jaar na de calamiteit wordt ingediend. Lid 2 betreft het overgangsrecht met betrekking tot gebruik van gronden en bouwwerken dat afwijkt van het plan op het moment dat dit plan inwerking is getreden. Dit gebruik mag worden voortgezet. Wijziging van het afwijkend gebruik is slechts toegestaan indien de afwijking hierdoor niet wordt vergroot. Het voorgaande geldt niet voor bouwwerken die zonder bouw- of omgevingsvergunning zijn gebouwd in strijd met het toen geldende plan en voor illegaal gebruik. Slotregel (artikel 10). Deze regel verwijst naar de naam van het bestemmingsplan. HOOFDSTUK 6 Economische uitvoerbaarheid. De gemeente Etten-Leur heeft met de ontwikkelende partij van de uitbreiding van het wellnesscentrum een exploitatie-overeenkomst en een planschade-overeenkomst gesloten. Op grond hiervan zijn de gemeentelijke kosten die verbonden zijn aan de opstelling en de realisering van onderhavig bestemmingsplan doorbelast aan de ontwikkelende partij. Hiermede is het verhaal van de kosten van de grondexploitatie over de in het plan begrepen gronden (anderszins) verzekerd zoals bedoeld in artikel 6.12 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie). Op grond hiervan kan de gemeenteraad bij de vaststelling van het bestemmingsplan besluiten geen exploitatieplan vast te stellen. HOOFDSTUK 7 Maatschappelijke toetsing en overleg. 7.1 Vooroverleg. In het kader van het wettelijk voorgeschreven vooroverleg ex. artikel 3.1.1. van het Besluit ruimtelijke ordening is het voorontwerp bestemmingsplan op september 2011 digitaal naar de volgende instanties gestuurd. Provincie Noord-Brabant. Waterschap Brabantse Delta. VROM inspectie, regio Zuid. Rijkswaterstaat. Brandweer Midden- en West-Brabant. De provincie, het waterschap, de VROM-inspectie en Rijkswaterstaat hebben medegedeeld geen bezwaren te hebben tegen onderhavig bestemmingsplan. De brandweer Midden- en West-Brabant heeft in het kader van de externe veiligheid op 12 september 2011 een advies uitgebracht. Dit advies is verwerkt in paragraaf 4.6 De resultaten vanuit het voor-overleg zijn als bijlage 1 bij deze toelichting gevoegd. 7.2 Inspraak. Het voor-ontwerp bestemmingsplan 'Trivium Zuid-West' heeft gedurende de periode 15 september 2011 tot en met 26 oktober 2011 voor inspraak ter inzage gelegen in het stadskantoor. Daarnaast was het voor-ontwerp bestemmingsplan raadpleegbaar op de gemeentelijke internetpagina. Gedurende de periode van ter inzageligging kon een ieder mondeling of schriftelijk een zienswijze indienen bij burgemeester en wethouders. Er zijn twee zienswijzen ingediend. De zienswijzen geven geen aanleiding tot aanpassing van het voor-ontwerp bestemmingsplan. Kortheidshalve wordt verwezen naar het eindverslag inspraak dat als bijlage 2 bij deze toelichting is gevoegd. 7.3 Vaststellingsprocedure. Conform het gestelde in artikel 3.8 van de Wet ruimtelijke ordening heeft het ontwerp-bestemmingsplan "Trivium Zuid-West" met bijbehorende onderzoeken gedurende de periode 5 januari 2012 tot en met 15 februari 2012 ter inzage gelegen in het stadskantoor. Daarnaast was het ontwerp-bestemmingsplan met bijlagen raadpleegbaar op de gemeentelijke internetsite en de landelijke site www.ruimtelijkeplannen.nl. Gedurende de periode van ter inzageligging konden er mondeling of schriftelijke zienswijzen worden ingediend bij de gemeenteraad. De bekendmaking heeft plaatsgevonden op 4 januari 2012 in het weekblad "de Etten-Leurse Bode", de Staatscourant, de gemeentelijke internetsite en het gemeentelijk publicatiebord. De onder 7.1 genoemde instanties zijn via de digitale weg in kennis gesteld. Degenen die een inspraakreactie hebben ingediend en de eigenaar van het wellnesscentrum zijn eveneens persoonlijk in kennis gesteld. Er zijn geen zienswijzen ingediend HOOFDSTUK 8 Overzicht van wijzigingen. 8.1 Wijzigingen ten opzichte van het voor-ontwerp bestemmingsplan. In het voor-ontwerp bestemmingsplan zijn geen wijzigingen aangebracht. 8.2 Wijzigingen ten opzichte van het ontwerp-bestemmingsplan. In het ontwerp-bestemmingsplan zijn geen wijzigingen aangebracht.