Plan: | 1e uitwerking Waterrijk (Kamer 1) |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | uitwerkingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0772.80253-0301 |
Dit plan is een gedeeltelijke uitwerking van artikel 15 'Woongebied - Uit te werken' van het bestemmingsplan Waterrijk dat door de gemeenteraad van Eindhoven is vastgesteld op 19 november 2013.
Op de bij dit plan behorende verbeelding en de hierna volgende regels zijn de algemene en bijzondere bepalingen van het bestemmingsplan Waterrijk onverminderd van toepassing, tenzij in dit uitwerkingsplan een afwijkende regeling is opgenomen over hetzelfde onderwerp. De regels 'Verkeer- Verblijfsgebied' en 'Milieuzone - boringsvrije zone' zijn letterlijk overgenomen uit het bestemmingsplan om digitaal een goede koppeling te kunnen maken met de regels en de verbeelding.
De verbeelding van het bestemmingsplan Waterrijk wordt herzien, zoals weergegeven op de bij dit plan behorende verbeelding. Voor het overige blijft de verbeelding van toepassing.
Ter aanvulling op de begripsbepalingen als vermeld in artikel 1 van het bestemmingsplan Waterrijk wordt in de navolgende regels verstaan onder:
het uitwerkingsplan 1e uitwerking Waterrijk (Kamer 1) met identificatienummer NL.IMRO.0772.80253-0301 van de gemeente Eindhoven.
een geometrisch bepald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
De voor `Verkeer - Verblijfsgebied´ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende:
Op of in deze gronden mag uitsluitend een bouwwerk worden gebouwd ten behoeve van een ontmoetingsplek met een oppervlakte van maximaal 100 m2 en een hoogte van maximaal 6 m, waarin de nutsvoorziening(en) zijn opgenomen.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, anders dan rechtstreeks voor de geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer, gelden de volgende regels:
Binnen de bestemming Verkeer - Verblijfsgebied mogen ondergrondse parkeervoorzieningen worden gerealiseerd met een maximale verticale diepte, gemeten vanaf peil, van 4 meter, inclusief de ondergrondse bergingen en ondergrondse toegangen ten behoeve van de boven- c.q. aangrenzende woningen.
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de bebouwing, voor de verkeersveiligheid of sociale veiligheid.
De voor `Wonen´ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
met dien verstande dat de vloeroppervlakte ten behoeve van een aan -huis-verbonden-beroep niet meer dan 50 m2 mag bedragen.
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van aan- en uitbouwen en bijgebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken voor wat betreft
de maximale goothoogte van aan- en uitbouwen en bijgebouwen, indien dat wenselijk is uit een oogpunt van een goede constructieve en/of bouwkundige aansluiting van het bijbehorende bouwwerk bij de hoogte van de verdiepingsvloer van het hoofdgebouw;
Het gebruik van een gedeelte van de woning voor kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten tot een bedrijfsvloeroppervlakte van maximaal 30 m2 en/of voor een aan-huis-verbonden beroep met een vloeroppervlakte van meer dan 50 m2 met een maximum van 75 m2, is toegestaan mits:
Binnen de aanduiding 'milieuzone - boringsvrije zone' zijn onverminderd het elders in dit bepaalde, de regels van de provinciale milieuverordening van toepassing.
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
burgemeester en wethouders kunnen eenmalig bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 6.1 voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in lid 6.1 met maximaal 10%.
Lid 6.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in lid 6.4, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
Indien het gebruik, bedoeld in lid 6.4, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
Lid 6.4 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het uitwerkingsplan 1e uitwerking Waterrijk (Kamer 1).