direct naar inhoud van 6.4 Planregels
Plan: Landhof, fase 2 (Kattestraat)
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0772.80187-0501

6.4 Planregels

De planregels zijn ondergebracht in inleidende regels, in bestemmingsregels, in algemene regels en in overgangs- en slotregels.

De Hoofdstuk 1 Inleidende regels bestaan uit begrippen en de wijze van meten, teneinde te voorkomen dat discussie ontstaat over de interpretatie van de regels.

In Artikel 1 Begrippen (artikel 1 Begrippen ) wordt een omschrijving gegeven van de in de regels gehanteerde begrippen. Als in de regels gebruikte begrippen niet in dit artikel voorkomen, dan geldt de uitleg/interpretatie conform het normale taalgebruik.

In het artikel over de "Wijze van meten" (artikel Artikel 2 Wijze van meten ) worden de te gebruiken meetmethodes vastgelegd.

De regels bij de bestemmingen worden hierna afzonderlijk toegelicht.

Bestemming 'Groen' (Artikel 3 Groen)

Het groen dat in de uitwerking van het gemeentelijke Groenbeleidsplan is aangemerkt als “structureel groen op stedelijk niveau” en “structureel groen op wijk- en buurtniveau” is in het voorliggende plan expliciet voorzien van de bestemming `Groen´. Deze bestemming omvat ook kleinere waterpartijen.

Bestemming 'Verkeer'(Artikel 4 Verkeer)

Deze bestemming is geprojecteerd op de wegen die primair gericht zijn op de afwikkeling van het doorgaande verkeer.

Bestemming `Wonen” (artikel Artikel 5 Wonen )

Deze bestemming is gelegd op de in het plangebied gelegen gronden met woningen en de bijbehorende voor- en achtererven .
In de regels is onderscheid gemaakt tussen hoofdgebouwen en bijgebouwen, aanbouwen en uitbouwen. Het gebouw dat door zijn constructie of afmetingen als belangrijkste bouwwerk valt aan te merken, wordt beschouwd als het hoofdgebouw. Bijgebouwen, aanbouwen en uitbouwen zijn in architectonisch opzicht te onderscheiden van, en ondergeschikt aan, het hoofdgebouw.

Bebouwing mag uitsluitend worden gerealiseerd binnen dit bouwvlak. In de obstakelvrije zone mag niet worden gebouwd. Een uitzondering geldt voor volledig ondergrondse voorzieningen, zoals parkeergarages. Deze voorzieningen dienen te worden voorzien van een minimale gronddekking van 0.75 meter en afdoende waterhuishoudkundige voorzieningen, zoals voorzieningen voor drainage en een voldoende dikke substraatlaag, teneinde begroeiing mogelijk te maken. Voor ondergrondse voorzieningen geldt verder dat uitstekende delen, damwanden, grondankers e.d. buiten de kavelgrens niet zijn toegestaan.

Alle bebouwing wordt ontworpen door 1 architect. Alle bebouwing op het kavel dient qua bebouwingsbeeld en eenvormige kenmerken op elkaar afgestemd te worden en vormen 1 ensemble. Binnen dit bouwvlak kunnen grondgebonden woningen of appartementen worden gerealiseerd met een maximale bouwhoogte tot 13.5 meter (max. 4 bouwlagen).

Aan huis-verbonden-beroepen

Het gebruik van ruimten voor aan huis verbonden beroepen is binnen de woonbestemming toegestaan (tot maximaal 50 m2). Met een ontheffing is het onder bepaalde voorwaarden mogelijk om maximaal 75 m² vloeroppervlak te benutten voor aan huis gebonden beroepen.
Tevens is het op basis van een ontheffing onder bepaalde voorwaarden mogelijk om maximaal 30 m2 te benutten voor kleinschalige bedrijvigheid.

Onder de Algemene regels zijn opgenomen de Anti-dubbeltelregel , en de Algemene afwijkingsregels.

In de Overgangs- en slotregels zijn het Overgangsrecht en de Slotregel opgenomen.