Plan: | XI Buitengebied (Landelijk Strijp - Groen raamwerk fase 1) |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0772.80184-0301 |
Er is onderzoek uitgevoerd naar de (mogelijke) aanwezigheid van beschermde soorten dieren en planten in het kader de Flora- en Faunawet. Daarnaast is gekeken of er voor soorten een ontheffingsaanvraag noodzakelijk is. Tevens is gekeken naar de manier waarop de gebieden en de omgeving zelf bescherming geniet. op Europees niveau kan de omgeving bescherming genieten via de Habitatrichtlijn en de Vogelrichtlijn, oftewel Natura 2000. Op landelijk niveau werken deze richtlijnen door in de Natuurbeschermingwet en de Ecologische Hoofdstructuur. De Ecologische Hoofdstructuur is beschreven in de Verordening ruimte van de provincie noord-Brabant (zie ook paragraaf 3.3.3). Het flora- en fauna onderzoek is uitgevoerd in maart 2012 door Ecologica: Quickscan natuurwetgeving toeritten ISE Eindhoven (zie bijlage). Hieruit kwam naar voren dat aanullend onderzoek naar vleermuizen noodzakelijk was. Ten behoeve van de aanleg van de rotonde moet een aantal individuele bomen gekapt worden. De bomen en de locatie kunnen van belang zijn voor vleermuizen. Uit de 'Notitie aanvullend veldonderzoek vleermuizen ISE (oktober 2012 P2012/23)' blijkt dat er in het gebied enkele vleermuizen voorkomen. De vraag is of sprake is van een vaste rust- of verblijfplaats. Er zijn wel tijdelijke verblijfplaatsen aangetroffen. Effecten kunnen voorkomen worden door het ophangen van vleermuiskasten.
In het kader van de aanleg van de rotonde zullen bomen worden gekapt. Daarnaast verdwijnt de beschutting aan de bosrand voor een gedeelte. Er zijn maatregelen nodig om effecten te voorkomen. Zo zal beplanting aangepast worden en zullen de kapwerkzaamheden plaatvinden buiten de kwetsbare periode voor vleermuizen. Tot slot mag de mate van verlichting van de locatie niet toenemen. Dit kan door de verlichting zo laag mogelijk te houden.
Figuur 24: nieuwe ontwikkelingen in Landelijk Strijp en de daarmee samenhangende boscompensatie.
Het Landschapsplan is een integraal ruimtelijk plan waarin Het Groene Raamwerk is uitgewerkt naar projecten. In dit landschapsplan zijn reeds compensatiemaatregelen opgenomen in het kader van de totale ontwikkeling van Landelijk Strijp, dus ook voor de projecten Bereikbaarheid en Brainport Innovation Campus (BIC).
De uitvoering van de rotonde is niet meegenomen in deze compensatiemaatregelen. Wel is de rotonde mede noodzakelijk voor de uitvoering van de Groene Corridor.
Figuur 25: de boscompensatie waarin is voorzien voor de uitvoering van Landelijk Strijp.
Op 3 januari 2012 is flora- en fauna-onderzoek uitgevoerd (Ecologica P2011/91). Deze notitie is opgenomen in de bijlage. Uit het onderzoek blijkt dat in het onderzoeksgebied meerdere vleermuissoorten voorkomen. Nader onderzoek naar vleermuizen is aangeraden. Daarnaast kan de steenmarter mogelijk gebruik maken van de bebouwing. Ook hiervoor is nader onderzoek aangeraden.
Het nader onderzoek dateert van 27 februari 2012 (P2012/06). Deze notitie is opgenomen in de bijlage. Voor het nader onderzoek zijn twee cameravallen geplaatst en is er gekeken naar mogelijke overwinterende vleermuizen in kelders op het terrein. Met behulp van de cameravallen konden alleen de aanwezigheid van konijnen worden vastgesteld. Er zijn geen steenmarters op foto vastgelegd. Deze is naar alle waarschijnlijkheid niet aanwezig binnen het onderzoeksgebied. In de kelders zijn geen overwinterende vleermuizen aangetroffen.
Het is nog niet uitgesloten dat er zomerverblijven in de overige bebouwing aanwezig zijn. Hiernaar dient nader onderzoek te worden uitgevoerd.