direct naar inhoud van 3.3 Provinciaal beleid
Plan: XI Buitengebied (Landelijk Strijp - Groen raamwerk fase 1)
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0772.80184-0301

3.3 Provinciaal beleid

3.3.1 Structuurvisie

Op 1 januari 2011 is de Structuurvisie ruimtelijke ordening Noord-Brabant in werking getreden. Provinciale Staten hebben deze op 1 oktober 2010 vastgesteld. Hierin wordt geconstateerd dat dé grote uitdaging voor Noord-Brabant is om het (hoog)stedelijk gebied verder te ontwikkelen tot een krachtig netwerk en tegelijkertijd de groene en blauwe waarden van Noord-Brabant te versterken. De nabijheid van stad en land en de karakteristieke afwisseling tussen stad en land zijn daarbij belangrijke kwaliteiten die bijdragen aan een aantrekkelijk leef- en vestigingsklimaat in Noord-Brabant.

De ruimtelijke visie van de provincie bestaat op hoofdlijnen uit een robuust en veerkrachtig natuur- en watersysteem. Met aandacht voor hoogwaterbescherming, droogte, biodiversiteit. Een multifunctioneel landelijk gebied, waar de functies landbouw, recreatie en natuur in relatie tot elkaar ruimte krijgen. Met aandacht voor cultuurhistorische waarden en de leefbaarheid van kleine kernen. En een gevarieerd en aantrekkelijk stedelijk gebied, met sterke steden, groene geledingszones en uitloopgebieden (intensieve recreatie, stadslandbouw). Met aandacht voor sterke regionale economische clusters, (inter-)nationale bereikbaarheid en knooppuntontwikkeling (zowel in de centra als aan de randen van de steden).

Eindhoven wordt in relatie gebracht met het stedelijk netwerk BrabantStad samen met Breda, Helmond, ´s-Hertogenbosch en Tilburg. Dit samenwerkingsverband vervult een voortrekkersrol bij de ruimtelijke en economische ontwikkeling van Noord-Brabant. De provincie ziet deze steden als het brandpunt van de verstedelijking. Hier wordt geïnvesteerd in de binnensteden (stationsgebieden, kanaal- en snelwegzones) en worden hoogstedelijke functies, zoals bovenregionale voorzieningen, geconcentreerd. Daardoor wordt de centrale positie van de steden versterkt en het draagvlak voor hoogwaardig openbaar vervoer en stedelijke- en culturele voorzieningen op peil gehouden. Dat draagt bij een hoogwaardig leef- en vestigingsklimaat in Noord-Brabant.

BrabantStad ontwikkelt zich tot een onderscheidend netwerk binnen de Noordwest-Europese stedelijke agglomeratie. Een voorwaarde daarvoor is een goede bereikbaarheid van de steden onderling en met andere omliggende stedelijke netwerken. Daarom kiest de provincie voor het versterken van de verbinding met nabijgelegen stedelijke netwerken, met name met het Knooppunt Arnhem-Nijmegen, het Ruhrgebied en Maastricht- Heerlen-Aken-Luik. Het OV-netwerk BrabantStad en het hoofdwegennet worden verder ontwikkeld. Nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen worden op dit netwerk afgestemd, zoals bij knooppunten (personen en goederen) of in hoogstedelijke zones.

Eindhoven is gelegen binnen de stedelijke regio Eindhoven-Helmond dat is aangeduid als een samenhangend en verstedelijkt gebied. Binnen deze regio liggen mogelijkheden voor verdere verstedelijking. Dit betekent dat ze een aantrekkelijk, in verschillende dichtheden vormgegeven woon-, werk- en leefmilieu moeten bieden. Bijzondere aandacht is er voor bereikbaarheid, groen, milieu, recreatiemogelijkheden dicht bij huis, en een verbrede landbouw die inspeelt op de vraag vanuit de steden. Er wordt gestreefd naar gedifferentieerde wijken, met een menging van woningtypen, bevolkingsgroepen en functies. Herstructurering en inbreiding bieden tal van mogelijkheden, maar tegelijkertijd zal onbebouwd gebied, ook op langere termijn, moeten worden benut.

afbeelding "i_NL.IMRO.0772.80184-0301_0014.png"

Figuur 14: structuurvisie provincie

3.3.2 Deelstructuurvisie Brainport Oost

De provincie gaat geen aparte ruimtelijke visie op het landschap ontwikkelen, maar geeft die onder andere vorm in de 'uitwerking gebiedspaspoorten'. Daarin beschrijft de provincie welke landschapskenmerken zij op regionaal niveau van belang vindt en hoe deze kunnen worden versterkt. Daarnaast zijn er deelstructuurvisies opgesteld voor specifieke onderwerpen. Voor Eindhoven is daarvoor de deelstructuurvisie Brainport Oost van belang. Het oostelijk deel van de Brainportregio is het gebied ten oosten van Eindhoven, tot en met Helmond en Veghel. De betrokken twaalf gemeenten zijn Eindhoven, Helmond, Son en Breugel, Nuenen, Geldrop-Mierlo, Laarbeek, Sint-Oedenrode, Veghel, Asten, Someren, Deurne en Gemert-Bakel.

Brainport Oost is een gebied met een combinatie van steden en dorpen. De natuur en recreatie spelen een belangrijke rol. Daarnaast kent de regio een grote bedrijvigheid met een innovatief karakter. Het gebied behoort tot de Europese top van (industriële) kennis- en innovatieregio's.
Om de regio bereikbaar, leefbaar en economisch aantrekkelijk te houden is Brainport Oost een van de negen gebieden in Brabant waarin de provincie samen met haar partners investeert.

3.3.3 Verordening ruimte

In de Verordening ruimte staan regels waarmee een gemeente rekening moet houden bij het ontwikkelen van bestemmingsplannen. Door deze regels weten de gemeenten al in een vroeg stadium waar ze aan toe zijn. Per onderwerp zijn in de verordening gebieden tot op perceelsniveau begrensd op een kaart. Hierdoor is duidelijk voor welke gebieden de regels gelden.
De onderwerpen die in de verordening staan, komen uit de provinciale structuurvisie. Daarin staat welke belangen de provincie wil behartigen en hoe ze dat wil doen. De verordening is daarbij een van de manieren om die provinciale belangen veilig te stellen.

Belangrijke onderwerpen in de Verordening ruimte zijn:

  • ruimtelijke kwaliteit;
  • stedelijke ontwikkelingen;
  • natuurgebieden en andere gebieden met waarden;
  • agrarische ontwikkelingen, waaronder de intensieve veehouderij;
  • overige ontwikkelingen in het landelijk gebied.

Voor Eindhoven zijn vooral de eerste 3 onderwerpen relevant. Voor een paar onderwerpen zijn in de verordening regels opgenomen die rechtstreeks doorwerken naar de vergunningverlening bij gemeenten.

Ruimtelijke kwaliteit

Alle gemeentes zijn in stedelijke of landelijke regio's ondergebracht. Binnen zo'n regio maken
gemeenten afspraken met elkaar en de provincie over het aantal te bouwen woningen en de
oppervlakte van (middel-)zware bedrijventerreinen. Verder is bepaald dat in de toelichting van het bestemmingsplan moet worden verantwoord hoe de uit te geven oppervlakten zich verhouden tot de geraamde uitbreidingsruimte waarover een gemeente beschikt en hoe is omgegaan met intensief of meervoudig ruimtegebruik. Er dient sprake te zijn van een goede motivering van zorgvuldig ruimtegebruik. Bovenregionale detailhandels- en leisurevoorzieningen kunnen uitsluitend in de gemeenten 's-Hertogenbosch, Breda, Tilburg, Eindhoven en Helmond worden gevestigd na ontheffing van de gemeenteraden .

Zoekgebied Stedelijke ontwikkeling

Op de kaart staan naast het bestaand stedelijk gebied ook een aantal zoekgebieden voor stedelijke ontwikkeling waar nieuwe stedelijke ontwikkelingen zoals nieuwe woonwijken en bedrijventerreinen een plek mogen krijgen. De regels zorgen ervoor, dat eerst in het bestaand stedelijk gebied naar bouwmogelijkheden wordt gezocht, voordat de zoekgebieden mogen worden benut. Een motivatie hiervoor moet in de toelichting van het bestemmingsplan worden ondergebracht. (SER ladder)

Dit bestemmingsplan maakt de aanleg van een rotonde en een weg mogelijk die onderdeel uitmaken van het totale project 'Het groene raamwerk', waarbij in Landelijk Strijp de groene kwaliteit versterkt wordt en de bereikbaarheid wordt verbeterd.

Gebieden Integratie stad / land

Op de kaart zijn in het Noordwesten en Noordoosten van Eindhoven gebieden aangewezen als integratie stad/land-gebieden. In deze gebieden is een stedelijke ontwikkeling alleen mogelijk in samenhang en in evenredigheid met een groene en blauwe ontwikkeling. De ontwikkeling mag daarbij geen betrekking hebben op een te ontwikkelen of uit te breiden middelzwaar en zwaar bedrijventerrein. In de toelichting van het bestemmingsplan moet een uitgebreide motivering worden opgenomen met een verantwoording waarom en hoe de ontwikkeling plaatsvindt.

Voor Landelijk Strijp is sprake van Integratie stad/ land. In de inleiding is aangegeven dat op termijn hier een werklocatie zal worden ontwikkeld, de Brainport Innovation Campus. Het Groene raamwerk heeft betrekking op het versterken van de groene kwaliteiten in het gebied.

De ecologische hoofdstructuur (EHS)

De EHS, waarvan de begrenzing geactualiseerd is, heeft tot doel om te komen tot een robuust netwerk van natuurgebieden inclusief de verbindingen daartussen. Gemeenten worden verplicht de op de kaart opgenomen EHS goed in hun bestemmingsplannen op te nemen. In de Verordening is beschreven hoe deze gebieden moeten worden beschermd.

De rotonde komt deels te liggen op de grens van de EHS en deels in de EHS. Gelijktijdig met de ter inzagelegging van dit bestemmingsplan zal bij de provincie een verzoek worden ingediend om de begrenzing van de EHS aan te passen.

Op het perceel Oirschotsedijk 25 zijn gedeelten aangegeven als EHS. Het totale perceel wordt omgezet naar Natuur en draagt bij aan het functioneren van de EHS.

afbeelding "i_NL.IMRO.0772.80184-0301_0015.png"

Figuur 15: Natuur en landschap in Landelijk Strijp

afbeelding "i_NL.IMRO.0772.80184-0301_0016.jpg"

Figuur 16: ligging van de EHS Achtseweg Zuid

Groenblauwe mantel

Op de kaarten zijn sommige gebieden aangeduid als Groen-blauwe mantel. Volgens artikel 6.1 zijn dit gebieden die vanuit het bodem- en watersysteem essentieel zijn voor het behoud en ontwikkeling van natuurwaarden. In Eindhoven zijn de Genneper Parken deels aangeduid als groen-blauwe mantel

Het bestemmingsplan moet gericht zijn op behoud, herstel of duurzame ontwikkeling van het

watersysteem en de ecologische en landschappelijke waarden en kenmerken van de onderscheiden gebieden.

Het plangebied ligt niet in de Groenblauwe mantel.

3.3.3.1 Voornemen tot verzoek wijziging EHS

In de Verordening is de mogelijkheid opgenomen om de grens van een gebied te wijzigen of om ontheffing van een regel te verlenen. Ook kunnen gemeenten om wijziging van de begrenzing van gebieden verzoeken, zonder dat de verordening daarvoor regels stelt: de jaarlijkse actualisering. Een goede motivering is daarbij noodzakelijk.

Voor dit bestemmingsplan is het noodzakelijk om de grens van het gebied te wijzigen ter hoogte van de bestaande weg. De huidige weg ligt namelijk in de EHS, terwijl dit niet als zodanig bedoeld zal zijn. Ten tweede komt een deel van de rotonde in de EHS te liggen. Ten derde liggen de aansluitingen van de toegangsweg voor het personeel en expeditie van de Internatione School in de EHS. Zowel de aansluiting aan de zijde van de Achtsweg Zuid als het laatste gedeelde van de toegangsweg aan de zijde van de school liggen deels in de EHS.

In totaal wordt ongeveer 1765m2 van de EHS wordt aangetast. De Verordening biedt een ontheffingsmogelijkheid voor projecten waarbij sprake is van de saldobenadering.

Deze benadering is relevant, omdat het Groene Raamwerk in totaliteit leidt tot versterking van de groene structuur. De rotonde is noodzakelijk, omdat de Oirschotsedijk autoluw wordt gemaakt om de fietsstructuur hier te versterken. In die zin is sprake van een programma, waarbij ter realisering van dit programma dit deel van de EHS nodig is voor de aanleg van infrastructuur.

Compensatie

Voor de ontheffingsmogelijkheid geldt dat compensatie plaats dient te vinden. Voor Landelijk Strijp is een landschapsplan (zie paragraaf 2.4) opgesteld met daarin natuurcompensatie. In totaal wordt 23 ha nieuwe natuur gerealiseerd als compensatie. De aanleg van de rotonde is niet opgenomen als project in het landschapsplan. Echter in zijn totaliteit is sprake van ruime compensatie. Daarnaast komt een project te vervallen, waarvoor wel natuurcompensatie was opgenomen. Dit betreft het project Parkplateau. Voor dit project was in verband met de aanleg van pijlers en dergelijke in de EHS rekening gehouden met compensatie.

Voor een langlopend grootschalig project als Landelijk Strijp geldt dat bij de uitvoering van het totale plan er projecten bij kunnen komen, waarbij natuurcompensatie aan de orde is, maar er vallen ook projecten af. Waar het om gaat is dat per saldo de aanleg van het groene raamwerk leidt tot een verbetering de ecologische hoofdstructuur.

Verzoek tot wijziging EHS

Burgemeester en wethouders zullen een verzoek tot wijziging van de EHS indienen bij de provincie. Gelijktijdig met de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan kan een inspraakreactie worden ingediend met betrekking tot het verzoek tot wijzigen van de EHS.

De gronden waarbij de EHS wordt verwijderd zijn op de planverbeelding aangeduid als 'specifieke vorm van natuur -1'. De gronden die worden toegevoegd aan de EHS zijn op de planverbeelding aangeduid als 'specfieke vorm van natuur -2'. Het verzoek om herbegrenzing zal worden gedaan op basis van artikel 4.8 (saldobenadering) van de Verordening ruimte Noord-Brabant.

3.3.4 Conclusie

De reconstructie van de Achtseweg Zuid c.a. sluit aan bij het provinciaal beleid voor wat betreft het bieden van een aantrekkelijk woon-, werk- en leefmilieu. De uitvoering van het Groene Raamwerk verbetert recreatiemogelijkheden dicht bij huis. Tevens vindt versterking van de verbinding tussen stad en ommeland plaats. Tot slot is per saldo sprake van een versterking van de natuurwaarden in het gebied. Voor wat betreft de ontwikkelingen in en nabij de ecologische hoofdstructuur zal een verzoek tot wijziging van de EHS worden ingediend.