Plan: | De Grote Beek |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0772.80164-0301 |
Het Groenbeleidsplan 2001, zoals dat op 5 november 2001 is vastgesteld door de gemeenteraad, heeft als doel het duurzaam veilig stellen en ontwikkelen van een kwalitatief hoogwaardige groenstructuur met de daarin passende functies. Onder de groenstructuur wordt verstaan: het stelsel van terreinen en/of elementen met ecologische, waterhuishoudkundige, recreatieve en/of ruimtelijk structurerende betekenis.
Behoud van het bestaande groen is het uitgangspunt, evenals het (door)ontwikkelen van de groene kwaliteiten waar nodig. Het Groenbeleidsplan geeft in een kaart met zes ruimtelijke strategieën de kaders voor de ruimtelijke ontwikkeling in relatie tot groen.
Figuur: kaart Ruimtelijke Strategieën Groenbeleidsplan 2001
Het plangebied van de Grote Beek is in de kaart 'Ruimtelijke Strategieën' uit het Groenbeleidsplan aangeduid als 'Stad, groen beeldbepalend', 'Structureel stadsgroen', 'Multifunctioneel groen' en 'Natuur'. In dit gebied worden als ordeningsprincipe de volgende strategieën aangehouden:
Strategie 2: Stad, groen beeldbepalend
Het betreft gebieden met een bijzonder groen imago, vaak gelegen aan de periferie van de stad. Binnen het plangebied van de Grote Beek valt het bebouwde deel van het landgoed binnen deze strategie. Uitgangspunt voor deze gebieden is het behouden en ontwikkelen van het bijzondere groene karakter.
Strategie 4: Structureel stadsgroen
Deze gebieden zijn bedoeld voor groene dooradering van de stad, voor intensieve recreatie en ontspanning (parken), natuur en waterberging. Het beleid is gericht op het versterken van de functionaliteit van deze gebieden en het verbinden tot robuuste structuren. De entree van het landgoed aan de Boschdijk valt binnen deze strategie.
Toevoeging van niet-groene voorzieningen is slechts mogelijk als sprake is van een zwaarwegend maatschappelijk belang, als er geen alternatieven voorhanden zijn, als door een 'groen-inclusief ontwerp' de groene kwaliteit tenminste wordt gehandhaafd en als compensatie plaatsvindt van de per saldo verloren deel van de groenstructuur.
Strategie 5: Multifunctioneel groen
Het betreft voornamelijk aan de stadsrand gelegen gebieden met uiteenlopende groenfuncties, gericht op relatief intensieve benutting van het landschap. Een groot deel van de noordelijke rand van het gebied, grenzend aan de Anthony Fokkerweg en Boschdijk, valt binnen deze strategie. Het beleid is gericht op het versterken van het contact tussen de stedelingen en het landschap, derhalve met een relatief intensieve benutting van het landschap. Uitgangspunt daarbij is het behouden van de aanwezige natuur- en landschapskwaliteiten en waar mogelijk deze verder te ontwikkelen. Gebruiksfuncties zijn veelal volkstuinen, golfbanen, bos, natuureducatie, kleinschalige sportgebieden, maneges, wandelen, fietsen, maar ook landbouw.
Strategie 6: Natuur
In deze gebieden staat het beoogde ongestoorde verloop van ecologische processen en de natuurontwikkeling voorop. Een groot deel van het plangebied, langs de spoorlijn strekkend van de Anthony Fokkerweg tot aan Vredeoord valt binnen deze strategie. Het beleid is erop gericht het contrast tussen stad en landschap te benutten door hierbij zoveel mogelijk scheiding van functies na te streven en deze gebieden te reserveren voor laagdynamisch grondgebruik: rustgebieden, behoud en ontwikkeling van natuur, landschappelijke samenhang en identiteit.
De niet-bebouwde gebiedsdelen van het landgoed zijn in de Verordening Ruimte van de provincie Noord-Brabant aangeduid als Ecologische Hoofdstructuur (EHS). Zij maken onderdeel uit van het stelsel van natuurgebieden; mogelijkheden voor ruimtelijke ontwikkeling is hierbinnen strikt beperkt. Behoud en ontwikkeling van natuur en landschap zijn in deze gebieden de primaire activiteiten, gecombineerd met extensief recreatief medegebruik (natuurbeleving).
Bestaande voorzieningen of gebouwen worden gedoogd, maar zullen voor zover ze niet ten dienste staan van het behoud of de ontwikkeling van natuur en landschap worden verwijderd na functiebeëindiging.
Verstedelijking of andere ingrepen (infrastructuur) zijn in deze categorie niet aan de orde tenzij in geval van zwaarwegende maatschappelijke belangen waarvoor alternatieven ontbreken en met toepassing van compensatie.
Het Bomenbeleidsplan 2008 'Ruimte voor bomen' is in april 2008 door de raad vastgesteld . Doel van het bomenbeleidsplan is het ontwikkelen van een kwalitatief hoogwaardig bomenbestand dat een duurzame bijdrage levert aan de ruimtelijke kwaliteit en het groene imago van Eindhoven.
Het Bomenbeleidsplan vormt een bindend kader tot 2020. Het is een strategisch beleidskader voor de instandhouding en versterking van de Eindhovense boomstructuur.
In de bijlage van het bomenbeleidsplan wordt het beleid ten aanzien van bomen op strategisch niveau uitgewerkt. Aandacht wordt onder meer besteed aan de bomenstructuur op gemeentelijk niveau en de cultuurhistorische structuur. Voor concrete projecten wordt aangegeven hoe door middel van een Quickscan Bomen en een eventuele boomeffectrapportage bepaald kan worden of er belemmerende factoren zijn voor bomen binnen de projectgrenzen en 10 meter daar buiten.
In het Bomenbeleidsplan zijn veel bomen langs de Anthony Fokkerweg, Boschdijk en Vredeoord als 'waardevol' aangemerkt. Deze bomen dienen (voor zover ze een goede levensverwachting hebben) in principe behouden te blijven. Op het landgoed zelf zijn geen bomen in het kader van het Bomenbeleidsplan gelabeld.