Plan: | De Grote Beek |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0772.80164-0301 |
De vestiging Landgoed De Grote Beek van GGzE is oorspronkelijk als Rijkskrankzinnigengesticht in 1918 in gebruik genomen. Het ziekenhuis is sindsdien meerdere malen omgedoopt; eerst tot Rijks Psychiatrische Inrichting, en daarna tot de huidige benaming Landgoed De Grote Beek van GGzE.
Conform de destijds geldende inzichten in psychiatrische zorg werd de instelling gesitueerd op een groot, bosrijk, terrein op enige afstand van de (toenmalige) bebouwde kom. De belangrijkste bebouwing is in het midden van dit terrein geconcentreerd. De oorspronkelijke bebouwing bestond uit een administratiegebouw en negen paviljoens met een aantal dienstgebouwen. Delen daarvan zijn inmiddels gesloopt of gemoderniseerd en het complex is op grote schaal aangevuld met nieuwbouw. Het oorspronkelijke rechtlijnige straten- en lanenpatroon is daarbij uitgebreid met een aantal gebogen wegen en lanen.
Delen van de oorspronkelijke verkaveling, met een parallel aan het Vredeoord verlopend lanenpatroon, zijn in het zuidelijk deel van het plangebied nog steeds zichtbaar. Deze eikenlanen dateren van ongeveer 1850. Het oudste deel van het nog bestaande bosbestand dateert van ongeveer 1890. Bij de bouw van het oorspronkelijke complex is het bos zoveel mogelijk in stand gelaten; er werd slechts bos gekapt op plaatsen waar gebouwen, wegen en tuinen waren geprojecteerd.
Van oorsprong is het ruimtelijk beeld van de instelling een "buitenplaats", een soort van afgelegen dorpse enclave in een weelderige landschappelijke omgeving. De gedachte van een "healthy and healing environment" zou rust, overzicht en gezondheid voor de patiënt moeten brengen. Kenmerkend is dat de oorspronkelijke bebouwing door stevige bospartijen werd gescheiden. Zo onstonden afzonderlijke percelen, welke werden aangeduid als het "mannenbos", het "vrouwenbos" en het "doktersbos". Het meest zuidelijk deel was aanvankelijk meer open en had een vooral ruraal karakter.
De tuin- en parkinrichting loopt min of meer synchroon met de in de loop van de tijd voortschrijdende inzichten in de psychiatrie. Voor de oorlog is er nauwelijks sprake van tuinaanleg. Tijdens de oorlog worden op last van de Duitsers alle bomen die brandgevaar opleveren gekapt, waardoor open plekken tussen de paviljoens ontstaan. Na de oorlog wordt een tuinarchitect betrokken bij de parkachtige aanleg van het middenterrein.
Een bijzonder deel van het terrein is de begraafplaats dat van 1919 tot 1988 is gebruikt. Er zijn in totaal 1854 personen begraven. De begraafplaats bestaat uit vier delen: een algemeen deel, een katholiek deel, een joods deel en een deel voor personeel.
De Rijks Psychiatrische Inrichting krijgt in 1986 een zelfstandige status als ziekenhuis, en krijgt de naam Ziekenhuis De Grote Beek. Vanaf dat moment worden grote delen van het oude complex vervangen door nieuwbouw. Sinds 1993 is het terrein vrij toegankelijk. Er zijn routes aangelegd voor wandelaars en trimmers. Het doel van de publieksgerichte openstelling is dat er voorwaarden worden gecreëerd voor een betere integratie tussen patiënten en de overige Eindhovense bevolking. Daarbij wordt aangesloten aan veranderende concepten van zorg, van fysieke uitvoering en ook veranderende kringen van cliënten. Naast de traditionele intramurale zorg, die gebaseerd is op structurele, langdurige, complexe en meervoudige psychiatrische en psychosociale klachten, worden ook nieuwe vormen van geestelijke gezondheidszorg ontwikkeld en aangeboden door GGzE. Deze richten zich onder meer op ambulante en/of poliklinische dagbehandeling, een verblijf en behandeling op het landgoed op afstand van de zorgverleners. Verder zal de geestelijke gezondheidszorg ook aan een bredere kring van cliënten worden aangeboden.Dat vraagt van GGzE een andere benadering van haar taken en daarmee van de inrichting van het landgoed. Het bestemmingsplan beoogt onder meer hier ruimte toe te bieden.