direct naar inhoud van 5.4 Externe veiligheid
Plan: 2e uitwerking Blixembosch Noordoost (velden)
Status: onherroepelijk
Plantype: uitwerkingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0772.80153-0501

5.4 Externe veiligheid

Het externe veiligheid beleid is gericht op het beheersen van risico´s en de effecten van calamiteiten en het bevorderen van de veiligheid van personen in de omgeving van activiteiten (bedrijven en transport) met gevaarlijke stoffen.

In het kader van de opstelling van het bestemmingsplan Blixembosch Noordoost is de externe veiligheid onderzocht. De belangrijkste conclusie worden hieronder aangehaald.

De afstand, gemeten vanaf de zijkant van de weg tot aan de functie voor wonen, is nergens in het plangebied minder dan 30 m. Daarnaast is in het bestemmingsplan binnen deze zone uitsluitend een woonfunctie toegestaan. Daarmee is voldoende rekening gehouden met de zelfredzaamheid van personen.

In gehele plangebied worden binnen de zone 100-200 van de A58/A50 geen functies toegestaan met beperkte zelfredzaamheid.

Bij nieuwe woningen, zoals in onderhavig plangebied zullen worden gebouwd, is sprake van een steeds betere isolatie die zorgt voor een goed bescherming tegen het binnendringen van toxisch gas. Nieuwe woningen die zijn voorzien van een luchtbehandelingsinstallatie waardoor het toxisch gas naar binnen kan worden gezogen dienen voorzien te zijn van mogelijkheden om dit systeem met een druk op de knop uit te schakelen.

Ten aanzien van de bestrijdbaarheid als gevolg van een eventuele ramp op de John F. Kennedylaan zal tenminste worden voldaan aan de 'Beleidsregels bluswatervoorzieningen en bereikbaarheid gemeente Eindhoven'.

5.4.1 Bedrijven

De in de omgeving gelegen bedrijven vormen geen belemmering in het kader van externe veiligheid.

Eén bedrijf valt onder de werkingssfeer van het Besluit Risico's Zware Ongevallen. Het betreft distributiebedrijf v/d Anker, Ekkersrijt 7604 te Son en Breugel. Het groepsrisico ligt ruim beneden de oriëntatiewaarde. Het groepsrisico zal alleen significant worden beïnvloed door verdichting van de bevolking binnen 800 meter van de inrichting. Aangezien het te ontwikkelen gebied op een grotere afstand is gelegen, vormt dit bedrijf geen belemmering voor de voorgenomen ontwikkelingen. De QRA is als bijlage toegevoegd.

5.4.2 Transport over de weg

Nabij het plangebied vindt transport van gevaarlijke stoffen plaats over de A58, de A50 en de John F. Kennedylaan. Deze wegen grenzen aan het plangebied. Op basis van de risicostudie 'Externe Veiligheid Blixembosch Noordoost' (14 augustus 2009) van de Milieudienst-SRE kan worden geconcludeerd dat voor de PR geen 10-6/jr contour voor het plaatsgebonden risico kan worden berekend en dat voor wat betreft het groepsrisico de oriënterende waarde niet wordt overschreden. De bebouwing in Blixembosch Noordoost draagt bovendien niet tot nauwelijks bij aan de hoogte van het GR.

5.4.3 Transport door buisleidingen

Plaatsgebonden risico

Er bevindt zich een buisleiding (12 " 66,2 bar) aan de noordzijde van het plangebied (A-521- 07-KR-010t/m015). Door de Gasunie zijn plaatsgebonden risicoberekeningen (PR) en groepsrisicoberekeningen (GR) uitgevoerd.

Groepsrisico

Het groeprisico blijft voor zowel de huidige situatie als voor de toekomstige situatie onder de oriëntatiewaarde. Uit berekeningen van KEMA is gebleken dat het groepsrisico gelijk blijft. De extra woningen zorgen niet voor een toename van het groepsrisico.

Uit de berekening is gebleken dat het plaatsgebonden risico van de leidingen 0 meter bedraagt binnen het plangebied.

Conclusie

De in de nabijheid van het plangebied gelegen wegen, bedrijven en hogedruk aardgastransportleiding vormen geen belemmering voor de voorgenomen ontwikkelingen.

Bij het vaststellen van het nieuwe bestemmingsplan dient het groepsrisico, conform artikel 13 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) en paragraaf 4.3 van de Circulaire Risiconormering Vervoer Gevaarlijke Stoffen verantwoord te worden. Dat houdt in, dat de hoogte van het groepsrisico bekend moet zijn en tevens de bijdrage van het ruimtelijk plan aan het groepsrisico (verhoging/verlaging). Er dient inzicht gegeven te worden in de te verwachten dichtheid van personen in de invloedsgebieden van risicobronnen binnen èn buiten het plan.

Verder dient volgens deze artikelen/regelingen advies te worden gevraagd aan de regionale brandweer. Op 2 december 2010 is advies ontvangen van de Veiligheidsregio Brabant Zuidoost, Proactie en Preparatie Brandweer te Eindhoven. Dit advies is verwerkt in deze verantwoording van het groepsrisico.

Samengevat luidt dit advies als volgt:

  • 1. ramen van gebouwen binnen het invloedsgebied van overdruk scenario's dusdanig uitvoeren dat mensen in gebouwen niet gewond raken door rondvliegend glas;
  • 2. gebouwen binnen het plangebied met een luchtbehandelingsinstallatie voorzien van de mogelijkheid dit af te sluiten;
  • 3. de inwoners van de wijk Blixembosch Noord Oost op de hoogte brengen van de risico's;
  • 4. voorzieningen realiseren met betrekking tot de warmtestraling en overdruk;
  • 5. gebouwen binnen het invloedsgebied van buisleidingen voorzien van brandwerende gevels zodanig dat deze 30 minuten brandwerend zijn;
  • 6. het realiseren van een goede bereikbaarheid en bluswatervoorziening bij de uitwerking van de plannen.

Bovenstaande punten worden hieronder nader behandeld en toegelicht.

Op 19 mei 2009 heeft de raad de visie 'Externe Veiligheid, risico's de maat genomen' vastgesteld.

In deze visie is een algemeen verantwoordingskader opgenomen. In het kader van de verantwoordingsplicht van het groepsrisico wordt een afweging gemaakt ten aanzien van enerzijds het belang van de ruimtelijke ontwikkeling en anderzijds het risico dat een groep mensen komt te overlijden als gevolg van een ramp of incident met gevaarlijke stoffen. In artikel 13 van het Bevi en paragraaf 4.3 van de Circulaire Risiconormering Vervoer Gevaarlijke Stoffen zijn de elementen beschreven die in ieder geval in de verantwoording aan de orde moeten komen. Hieronder is de verantwoording per element beschreven.

Te verwachten aantal personen binnen het invloedsgebied/ hoogte van het groepsrisico

Bij het bestemmingsplan is een kwantitatieve risicoanalyse gevoegd. Het betreft een kwantitatieve risicoanalyse van Van den Anker (Save, d.d. 15 januari 2009). Verder is een risicoanalyse opgesteld in verband met het vervoer van gevaarlijke stoffen over de A58/A50 (SRE Milieudienst, d.d. 21 april 2010). Uit deze analyses blijkt dat het invloedsgebied van Van den Anker en de snelweg over het gehele bestemmingsplan zijn gelegen. Uit de risicoanalyses blijkt dat het groepsrisico onder de oriënterende waarde blijft.

Maatregelen aan de risicobron ter beperking van het groepsrisico Voor het bedrijf Van den Anker is een milieuvergunning verleend. In deze vergunningen is de Best Beschikbare Techniek (BBT) voorgeschreven. Voor wegen zijn geen bronmaatregelen denkbaar.

Voor buisleidingen geldt dat wanneer deze dieper liggen de kans en effect op/van een ongeval kleiner wordt. Gezien de al kleine risicoafstanden en het lage groepsrisico is het niet zinvol om Gemeente Eindhoven kosten te maken om de leiding dieper te leggen.

Mogelijkheden voor de ruimtelijke ontwikkelingen met een lager groepsrisico

Binnen de gemeente Eindhoven is de grond schaars. Vanuit economisch oogpunt en woonbehoefte dient de gemeente woningbouw mogelijk te maken. Hierdoor dienen locaties te worden aangewezen als woongebied.

Mogelijke bron- en/end of pipe-maatregelen om het groepsrisico te beperken

Binnen het gebied kunnen alle soorten risico's voorkomen. Er zijn een drietal soorten ongevalscenario's te onderscheiden.

  • 1. explosie (druk);
  • 2. brand;
  • 3. het vrijkomen van toxische stoffen (door brand of het vrijkomen van een toxisch gas).

Voor alle drie de scenario's gelden andere maatregelen.

Explosie

Voor een explosie als het gevolg van een ongeval op de weg met brandbaar gas geldt dat naarmate de afstand tot de bron toeneemt, de druk afneemt. De effectafstand (1% lethaal) van een dergelijk ongeval bedraagt 230 meter, de hitte op deze afstand bedraagt 19 kW/m2.

Effectafstanden worden bepaald door een zogenaamde warme Bleve (Boiling liquid expanding vapour explosion). De kans op een warme Bleve is klein. Het meest geloofwaardige scenario, waarbij overigens de kans ook klein is, is een tankwagen die scheurt. De effectafstand bedraagt voor dit scenario 70 meter. Bij de explosie komen hoge drukken tot stand. Dicht bij de bron zijn de drukken zo hoog dat maatregelen bijna niet mogelijk zijn en/of dermate hoge kosten met zich meebrengen dat het niet redelijk is deze maatregelen toe te passen. Wel kan gehard glas bij gebouwen voorkomen dat er extra slachtoffers door rondvliegend glas zullen vallen. Gehard glas is 3,5 maal zo duur als standaard HR ++ glas. Het is niet wenselijk om dermate hoge eisen aan gebouwen op te leggen.

Brand

Bij een brand komt veel hitte vrij. Bij een brand met vloeistoffen bedraagt op een afstand van 20 meter van de bron de warmtestraling ongeveer 20 kW/m2, hierna neemt de warmtestraling geleidelijk af. De maatregelen die te treffen zijn voor een ongeval met brandbare vloeistoffen kunnen zonder hoge kosten worden uitgevoerd. Nu de bebouwing echter op meer dan 20 meter van de weg wordt gesitueerd, is het niet zinvol deze maatregelen door te voeren.

Voor brand als het gevolg van een ongeval bij een buisleiding geldt dat naarmate verder van de bron de warmtestraling afneemt. De effectafstand (1% lethaal) van de leiding binnen het plangebied is 100 meter, de hitte op deze afstand bedraagt 12,5 kW/m2. Effectafstanden worden bepaald door een zogenaamde guillotinebreuk. Het gas ontsteekt en er treedt een flashfire op gevolgd door een flare. De kans op een guillotinebreuk is klein. Het meest geloofwaardige scenario, waar overigens de kans ook klein is, is een lek in de buisleiding. De effectafstand voor een leiding met een diameter van 12 inch en een druk van 66,2 bar ligt op de leiding. Doorgaans zijn woningen bestand tegen deze warmtestraling. Verder zijn de effectafstanden nihil bij een lek van een buisleiding waardoor het niet zinvol is hier iets voor op te nemen in het bestemmingsplan.

Toxisch

Afhankelijk van de toxiciteit van de vrij te komen (verbrandings)gassen kunnen op grote afstand van de bron nog doden vallen. Enige maatregel is het luchtdicht uitvoeren van de gebouwen. Bij nieuwe woningen, zoals in onderhavig plangebied zullen worden gebouwd, is sprake van een steeds betere isolatie die zorgt voor een goed bescherming tegen het binnendringen van toxisch gas. Nieuwe gebouwen die zijn voorzien van een luchtbehandelinginstallatie waardoor het toxisch gas naar binnen kan worden gezogen dienen voorzien te zijn van mogelijkheden om dit systeem met een druk op de knop uit te schakelen.

Mogelijkheden voor hulpverleningsdiensten

Onderhavige situatie betreft het omzetten van groenbestemming naar woonbestemming. Hierbij zullen wegen en bluswatervoorzieningen worden aangelegd. Bij de invulling van het plan zal dit in samenspraak met de brandweer worden uitgevoerd. Hierbij zullen bereikbaarheid en bluswatervoorziening worden meegenomen.

Mogelijkheden voor zelfredzaamheid

De meeste veiligheidswinst bij een eventuele calamiteit is te behalen uit een goede zelfredzaamheid van de aanwezigen. Het is om die reden onwenselijk dat het bestemmingsplan gebruiksdoeleinden bevat voor verminderd zelfredzame personen.

Verder zullen bovengenoemde maatregelen de veiligheid van de personen binnen invloedsgebieden verhogen. Verder kan door de vluchtroutes van de buisleidingen, weg en inrichting af te richten de veiligheid verder worden vergroot.

Conclusie

Op basis van vorenstaande overwegingen wordt het restrisico binnen het plangebied acceptabel geacht. Eventuele 'risico communicatie' wordt in Eindhoven breder aangepakt.