direct naar inhoud van 3.3 Provinciaal beleid
Plan: HOV-baan Sterrenlaan
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0772.80109-0501

3.3 Provinciaal beleid

3.3.1 Interimstructuurvisie 'Brabant in ontwikkeling'

De Interimstructuurvisie Noord-Brabant is in juni 2008 door Provinciale Staten van Noord-Brabant vastgesteld. De Interimstructuurvisie formuleert het provinciale beleid voor de toekomst tot 2020. De provinciale structuurvisie kan gezien worden als een schakel tussen de structuurvisie van het Rijk en die van de gemeenten. De belangen en doelen uit de Interimstructuurvisie zijn verder geconcretiseerd in de Paraplunota Ruimtelijke Ordening. Deze nota heeft de status van beleidsregel als bedoeld in de Algemene wet bestuursrecht. Een beleidsregel ziet op de afweging van belangen, de vaststelling van feiten en/of de uitleg van wettelijke voorschriften bij de uitoefening van bevoegdheden die het bestuursorgaan heeft. Omdat Gedeputeerde Staten bij de toetsing van bestemmingsplannen deze beleidsregels in acht moeten nemen, zijn deze inzichtelijk gemaakt voor gemeenten en andere partijen.

In de Interimstructuurvisie is het hoofdbelang 'zorgvuldig ruimtegebruik'. Om dit te bereiken ligt in het ruimtelijk beleid de nadruk op de volgende vijf aspecten:

  • Lagenbenadering: het afstemmen van ruimtelijke ontwikkelingen op de draagkracht van het watersysteem en de bodem, op de waarden van natuur, landschap en cultuurhistorie, in aansluiting op de kwaliteiten van de infrastructuur.
  • Zuinig ruimtegebruik: afremmen van de groei en spreiding van het stedelijk ruimtebeslag.
  • Concentratie van verstedelijking: het leeuwendeel van de woningbouw en de aanleg van bedrijventerreinen en infrastructuur moet plaatsvinden in de vijf stedelijke regio's, om zo het dichtslibben van het landelijk gebied tegen te gaan.
  • Zonering van het buitengebied: het buitengebied moet in hoofdzaak bestemd blijven voor landbouw, natuur en recreatie.
  • Grensoverschrijdend denken en handelen: regionale, intergemeentelijke afstemming van ruimtelijke vraagstukken.

Eindhoven ligt binnen de stedelijke regio Eindhoven-Helmond. In de Interimstructuurvisie is dit gebied aangeduid als een samenhangend en verstedelijkt gebied. Binnen deze regio liggen mogelijkheden voor verdere verstedelijking. Dit betekent dat ze een aantrekkelijk, in verschillende dichtheden vormgegeven, woon-, werk- en leefmilieu moeten bieden. Bijzondere aandacht is er voor bereikbaarheid, groen, milieu, recreatiemogelijkheden dicht bij huis en een verbrede landbouw die inspeelt op de vraag vanuit de steden. Gestreefd wordt naar gedifferentieerde wijken met een menging van woningtypen, bevolkingsgroepen en functies. Herstructurering en inbreiding bieden tal van mogelijkheden, maar tegelijkertijd zal onbebouwd gebied, ook op langere termijn, moeten worden benut.

afbeelding "i_NL.IMRO.0772.80109-0501_0005.png"

afbeelding "i_NL.IMRO.0772.80109-0501_0006.png"

Figuur: Ruimtelijke Hoofdstructuur Interimstructuurvisie

De geplande HOV-baan is globaal opgenomen op de kaart Ruimtelijke Hoofdstructuur van de Interimstructuurvisie 'Brabant in Ontwikkeling'. De HOV-baan van Station Eindhoven naar Nuenen is aangeduid als 'HOV-/doorstroomas' die in ontwikkeling is. Verder loopt dit tracégedeelte grotendeels door 'bestaand stedelijk gebied'.

3.3.2 Paraplunota Ruimtelijke Ordening

In de Paraplunota is het beleid inzake de vijf aspecten uit de Interimstructuurvisie concreter opgenomen. Daarnaast wordt verwezen naar de bestaande plannen, beleidsnota's en -brieven. Die beleidsstukken blijven onder de vigeur van de nieuwe Wet ruimtelijke ordening uitgangspunt van het provinciaal beleid en handelen. Deze beleidsstukken maken deel uit van de paraplunota. Met de inwerkingtreding van de Verordening Ruimte fase 1 vanaf 1 juni 2010 is de Paraplunota echter per 1 juni 2010 door Gedeputeerde Staten ingetrokken. Bij het opstellen van ruimtelijke plannen hoeft nu dus geen rekening meer gehouden te worden met de Paraplunota maar is de verordening leidend.

3.3.3 Structuurvisie Ruimtelijke Ordening Noord-Brabant

Gedeputeerde Staten hebben op 20 juli 2010 de Structuurvisie Ruimtelijke Ordening vastgesteld. Op 1 oktober 2010 hebben Provinciale Staten de Structuurvisie vastgesteld. De Structuurvisie is de opvolger van de Interimstructuurvisie. Deze nieuwe structuurvisie bevat een overzicht van de ruimtelijke belangen, doelen en hoofdlijnen van het Brabantse ruimtelijk beleid. In de uitvoeringsagenda staat welke juridische, financiële en/of communicatieve instrumenten de provincie Noord-Brabant inzet om haar beleid te realiseren.

In de Structuurvisie zijn 13 provinciale ruimtelijke belangen benoemd. Bij het project HOV-baan spelen met name de volgende belangen:

  • (inter)nationale bereikbaarheid
  • sterk stedelijk netwerk: BrabantStad

De vijf grote steden (Eindhoven, Helmond, Den Bosch, Tilburg en Breda) van BrabantStad ontwikkelen zich tot (hoog)stedelijke concentraties voor wonen, werken en voorzieningen. Dit komt in het bijzonder tot uitdrukking in de intensivering van verstedelijking in de zone langs infrastructuurassen en in de centra. De gemeenten pakken de ontwikkeling van deze zones op als integrale gebiedsopgave waarbij de provincie extra aandacht vraagt voor onder andere de positionering van de stedelijke functies ten opzichte van de wegen.

Een voorwaarde voor de ontwikkeling van BrabantStad is een goede bereikbaarheid van de steden onderling en met andere omliggende stedelijke netwerken. Het Openbaar Vervoer (OV)-netwerk BrabantStad zal verder worden ontwikkeld. De HOV-baan vanaf station Eindhoven naar Nuenen draagt bij aan een goede bereikbaarheid.

afbeelding "i_NL.IMRO.0772.80109-0501_0007.jpg"

afbeelding "i_NL.IMRO.0772.80109-0501_0008.jpg"

Figuur: Ontwikkelingsbeeld Structuurvisie Noord-Brabant

Op de kaart bij de Structuurvisie is de HOV-baan opgenomen als 'OV-netwerk HOV regionaal in studie'. Verder ligt de HOV-baan binnen de 'Kern stedelijke regio'.

3.3.4 Verordening Ruimte Noord-Brabant

De Verordening Ruimte Noord-Brabant is opgedeeld in twee fasen. De eerste fase regelt een beperkt aantal onderwerpen. De bepalingen voor deze onderwerpen zijn gebaseerd op het bestaande beleid dat was opgenomen in de Interimstructuurvisie en was opgenomen in de Paraplunota. De Verordening bevat instructieregels die van belang zijn voor gemeenten bij het opstellen van hun ruimtelijke plannen. In de tweede fase volgen onderwerpen waar nu nieuw beleid voor wordt ontwikkeld. Dit zijn onderwerpen waarvan uitwerking wordt gekoppeld aan totstandkoming van de nieuwe Structuurvisie. Deze tweede fase wordt naar verwachting eind 2010/ begin 2011 vastgesteld.

De Verordening Ruimte, fase 1 is door Provinciale Staten op 23 april 2010 vastgesteld. Deze Verordening geldt vanaf 1 juni 2010. De Verordening bestaat uit kaartmateriaal en regels waarmee gemeenten rekening moeten houden bij het opstellen van ruimtelijke plannen en het beoordelen van bouwaanvragen voor een intensieve veehouderij.
De Verordening fase 1 bevat regels voor:

  • Regionaal perspectief voor wonen en werken
  • Ruimte-voor-ruimteregeling
  • GHS-natuur/EHS
  • Bescherming tegen wateroverlast en overstromingen
  • Grond- en oppervlaktewatersysteem
  • Land- en tuinbouw (integrale zonering, glas, TOV)

De Verordening bevat een basisregeling en geeft Gedeputeerde Staten de mogelijkheid aanvullende regels te stellen. De Beleidsregel natuurcompensatie (2005) en de Beleidsregel Ruimte-voor-ruimte 2006 (2005) zijn voorlopig aangewezen als aanvullende regels. Daarnaast kunnen Gedeputeerde Staten ook ontheffingen verlenen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0772.80109-0501_0009.jpg"

Figuur: Ecologische Hoofdstructuur op kaart Verordening Ruimte, fase 1

Op de kaart van de Verordening Ruimte, fase 1, is te zien dat de Sterrenlaan de 'Ecologische Hoofdstructuur' doorkruist. Dit vanwege de ligging nabij en over de Dommel. Daarnaast is dit gedeelte aangemerkt als 'Attentiegebied EHS'. Het plangebied van dit bestemmingsplan eindigt echter op de grens met het buitengebied en ligt dus niet in de EHS of Attentiegebied EHS.

afbeelding "i_NL.IMRO.0772.80109-0501_0010.jpg"

Figuur: Waterberging op kaart Verordening Ruimte, fase 1

Op de kaart van de Verordening Ruimte, fase 1, is te zien dat de Sterrenlaan als 'Reserveringsgebied waterberging' is aangemerkt. De gronden ten noorden en ten zuiden van de Sterrenlaan zijn aangemerkt als 'Regionaal waterbergingsgebied'. Het plangebied ligt echter buiten de aangegeven gebieden. Voor dit bestemmingsplan is een uitgebreide waterparagraaf opgesteld die in hoofstuk 5 van deze toelichting opgenomen is.