direct naar inhoud van 3.2 Rijksbeleid
Plan: Reconstructie Orpheuslaan
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0772.80099-0501

3.2 Rijksbeleid

3.2.1 Nota Ruimte

In februari 2006 is de Nota Ruimte formeel in werking getreden. De Nota bevat de visie van het kabinet op de ruimtelijke ontwikkeling van Nederland en de belangrijkste bijbehorende doelstellingen voor de komende decennia.

Het hoofddoel van het nationaal ruimtelijk beleid is ruimte te scheppen voor verschillende ruimtevragende functies op het beperkte oppervlak dat in Nederland ter beschikking staat. Deze hoofddoelstelling is gesplitst in vier deeldoelstellingen:

  • versterking van de internationale concurrentiepositie van Nederland, met name door voldoende ruimte te reserveren voor de ontwikkeling van bedrijven in (groot)stedelijk gebied;
  • bevordering van krachtige steden en een vitaal platteland;
  • borging en ontwikkeling van belangrijke (inter)nationale ruimtelijke (natuur, landschappelijke en historische) waarden;
  • borging van de veiligheid; aandacht voor de waterproblematiek en externe veiligheidsaspecten.

Het beleid met betrekking tot de basiskwaliteit van steden, dorpen en bereikbaarheid kent vier pijlers: bundeling van verstedelijking en economische activiteiten, bundeling van infrastructuur, aansluiting van Nederland op de internationale netwerken van luchtvaart en zeevaart en borging van milieukwaliteit en externe veiligheid.

Voor Brabant dient de verstedelijking gebundeld te worden in de stedelijke regio's die tezamen Brabantstad vormen. Binnen Brabantstad, waar de gemeente Eindhoven onderdeel van uitmaakt, wordt naar intensief ruimtegebruik gestreefd en krijgt de infrastructuur speciale aandacht. De provincies leggen de begrenzing van de bundelingsgebieden vast in de structuurvisies. Deze bundeling betekent dat nieuwe bebouwing grotendeels geconcentreerd tot stand komt in aansluiting op het bestaande bebouwde gebied. De ruimte die in het bestaande stedelijk gebied aanwezig is moet door verdichting optimaal gebruikt worden. Bij de ontwikkeling van stedelijke gebieden moeten burgers daarbij voldoende groene en blauwe recreatiemogelijkheden ter beschikking hebben en moet optimaal worden aangesloten op het watersysteem.

Conclusie

Het plangebied van dit bestemmingsplan ligt in een nationaal economisch netwerk/ kerngebied. Er is sprake van de reconstructie van een bestaande weg in Eindhoven. Het project past binnen de uitgangspunten van de Nota Ruimte.

3.2.2 Realisatieparagraaf Nationaal Ruimtelijk Beleid

Aan de Nota Ruimte is een Realisatieparagraaf Nationaal Ruimtelijk Beleid toegevoegd. Deze realisatieparagraaf heeft de status van een structuurvisie. In de realisatieparagraaf geeft het kabinet aan hoe het de nationale belangen (de belangen waarvoor het rijk de verantwoordelijkheid neemt) wil verwezenlijken. Daarbij wordt met name ingezet op een zuinig ruimtegebruik, bescherming van kwetsbare gebieden (de nationale landschappen en de ecologische hoofdstructuur) en bescherming van het land tegen overstroming en wateroverlast. Op basis van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) dienen de medeoverheden over de voorbereiding van bestemmingsplannen en projectbesluiten overleg te voeren met het rijk indien nationale belangen in het geding zijn. De Realisatieparagraaf geeft helderheid over de nationale belangen en daarmee ook over de vraag of over een ruimtelijk plan vooroverleg met het rijk noodzakelijk is.

In de Realisatieparagraaf benoemt het kabinet 34 nationale ruimtelijke belangen. Deze omvatten globaal genomen:

  • de nationale planologische principes zoals gebundelde verstedelijking en versterking van de kwaliteiten van het landschap;
  • de ontwikkeling van de Randstad, de mainports en een aantal grote bouwlocaties;
  • de bescherming en ontwikkeling van een aantal groene en blauwe gebiedscategorieën en ruimtelijke garanties voor de nationale grondstoffen- en energieproductie.

Bundeling van infrastructuur en vervoersstromen

Bundeling van verstedelijking en economische activiteiten ondersteunt de steden in hun functie van economische en culturele motor en zorgt voor en bepaalde basiskwaliteit. In de Nota Ruimte staat dat provincies het integrale lokatiebeleid voor bedrijven en voorzieningen concretiseren. Het locatiebeleid bevat ten minste regels die waarborgen dat bestaande en nieuwe bedrijven en voorzieningen uit het oogpunt van veiligheid, hinder en verkeersaantrekkende werking niet inpasbaar zijn in woonbebouwing en ruimte wordt geboden op specifieke daarvoor te bestemmen bedrijventerreinen. Verder is opgenomen dat aan nieuwe en bestaande bedrijven met omvangrijke goederenstromen en/of een omvangrijke verkeersaantrekkende werking ruimte wordt geboden op locaties met een goede aansluiting op verkeers- en vervoersverbindingen. In de AMvB Ruimte worden regels gesteld aan de toelichting van bestemmingsplannen om doorwerking van de hierboven beschreven passages te borgen. De reconstructie van de Orpheuslaan, die met dit bestemmingsplan wordt mogelijk gemaakt, voldoet aan het principe van concentreren op bestaande infrastructuur.

De realisatie, bescherming, instandhouding en verdere ontwikkeling van bijzondere waarden van de VHR- en NB-gebieden, EHS en robuuste ecologische verbindingen

Een klein deel van het plangebied grenst aan de Ecologische Hoofdstructuur (EHS). De geplande reconstructie van de Orpheuslaan, inclusief het groenplan, zal echter geen belemmering vormen. De wezenlijke kenmerken en waarden zullen namelijk in stand worden gehouden en beschermd worden. Waar nodig zal voldoende (natuur)compensatie plaatsvinden.

Conclusie

In het onderhavige bestemmingsplan is voldoende rekening gehouden met de ruimtelijke belangen van het Rijk. Er is geen sprake van strijdigheid met het Nationaal Ruimtelijk Beleid.