direct naar inhoud van Artikel 16 Gemengd - 8
Plan: Binnenstad
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0772.80096-0301

Artikel 16 Gemengd - 8

16.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Gemengd - 8 aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. detailhandel niet zijnde volumineuze/ perifere detailhandel, detailhandel in explosieve/brandbare stoffen en supermarkt uitsluitend op de begane grond;
  • b. dienstverlening uitsluitend op de begane grond;
  • c. horeca genoemd in de Lijst van horecaactiviteiten onder categorie 1, 2, 3, en 5 met dien verstande dat:
    horeca behorende tot een andere categorie genoemd in de Lijst van horecaactiviteiten uitsluitend is toegelaten voor zover bestaand;
    horeca uitsluitend is toegelaten op de begane grond behoudens horeca behorende tot de categorie 5 en behoudens ter plaatse waar in de bestaande situatie die verdiepingen voor horeca in gebruik zijn;
    het aantal horecavestigingen mag ten opzichte van de bestaande situatie niet toenemen;
  • d. kantoor uitsluitend op de begane grond;
  • e. maatschappelijk uitsluitend op de begane grond;
  • f. vrije beroepen uitsluitend op de begane grond;
  • g. bedrijf niet zijnde geluidzoneringsplichtige bedrijven en/of risicovolle inrichtingen behorende tot de categorie A genoemd in Lijst van bedrijfsactiviteiten - functiemenging danwel bedrijf dat qua milieubelasting vergelijkbaar is met genoemde categorie;
  • h. wonen al dan niet in combinatie van een aan-huis-verbonden-beroep met een beroepsvloeroppervlakte van ten hoogste 50 m²;
  • i. verkeers-/verblijfsgebied ter plaatse van de aanduiding onderdoorgang;

    met daarbij behorende:
  • j. parkeer- en nutsvoorzieningen;
  • k. wegen en paden;
  • l. tuinen, erven, water en leidingen;
  • m. groenvoorzieningen;
  • n. voorzieningen voor ondergrondse afvalinzameling;
  • o. gebouwen en bouwwerken geen gebouw zijnde.

16.2 Bouwregels
16.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van de in lid 16.1 genoemde bestemmingen gelden de volgende bepalingen:

1. per bouwperceel mogen hoofdgebouwen uitsluitend ter plaatse van de aanduiding "bouwvlak" worden gebouwd met in achtneming van de volgende eisen:

  • a. maximale bouwhoogte per bouwperceel als bestaand tenzij anders op de verbeelding is aangegeven;
  • b. ter plaatse van de aanduiding `onderdoorgang' mag tot de bestaande hoogte van de onderdoorgang niet worden gebouwd.

2. bijbehorende bouwwerken mogen uitsluitend op het achtererf van het bouwperceel behorende bij het hoofdgebouw worden gebouwd met dien verstande dat de bouwhoogte niet meer dan 7m mag bedragen tenzij de bouwhoogte in de bestaande situatie hoger is dan geldt deze bouwhoogte als de maximale hoogte;

16.2.2 Bouwwerken geen gebouw zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 2 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór de naar de weg gekeerde gevel c.q. het verlengde daarvan niet meer dan 1 m mag bedragen;
  • b. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag, behoudens in het geval het beeldende kunstobjecten betreft, niet meer dan 3 m bedragen.

16.3 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
16.3.1 Vergunningvereiste

Het is verboden om ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek' bouwwerken geheel of gedeeltelijk te slopen zonder of in afwijking van een vergunning van burgemeester en wethouders.

16.3.2 Uitzondering vergunningvereiste

Het in lid 16.3.1 vervatte verbod is niet van toepassing op sloopwerkzaamheden:

  • a. welke reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van inwerking treden van dit bestemmingsplan;
  • b. waarvoor ten tijde van het inwerking treden van dit bestemmingsplan reeds vergunning voor het slopen is verleend;
  • c. welke voortvloeien uit bouwactiviteiten waarvoor een vergunning voor het bouwen is verleend
  • d. ingevolge een aanschrijving van burgemeester en wethouders.

16.3.3 Criteria voor vergunning

De vergunning kan worden verleend indien:

  • a. met de sloopactiviteiten de beeldbepalende c.q. kenmerkende elementen van het cultuurhistorisch waardevolle bouwwerk niet op onaanvaardbare wijze worden verstoord;
  • b. over het verzoek om vergunning de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit een advies heeft uitgebracht;
  • c. omgevingsvergunning voor het bouwen is verleend voor:
    1. een in plaats van het te slopen bouwwerk op te richten bouwwerk of
    2. voor het verbouwen van het bouwwerk.