direct naar inhoud van 5.3 Ontsluiting en parkeren
Plan: TU-e Science Park
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0772.80060-0501

5.3 Ontsluiting en parkeren

In het Dommelpark, tussen de bruggen van de Prof. dr. Dorgelolaan en de Rondweg is slechts over een deel van het traject een 2-richtingenfietspad en een wandelroute aanwezig. Het streven is over de hele lengte van het Dommelpark deze beide routes te realiseren. Daarnaast is een aantal secundaire routes en bruggen gewenst, die rondwandelingen mogelijk maken.

De Zaale is door haar positie, profiel, lengte, aanwezigheid van beplanting en bebouwing de belangrijkste lijn op de campus. In mindere mate geldt dat ook voor De Rondom. Deze bestaande bomenlanen zijn belangrijke ruimtelijke dragers van het universiteitsterrein. Deze bomenstructuur zal als ruimtelijke structuur behouden blijven om een meer overzichtelijke indeling en verkeersstructuur te bereiken. Aan deze belangrijke verkeersstructuur zullen de meeste parkeervoorzieningen gelegen zijn.

De Zaale krijgt in de toekomst een nog voornamere rol. In ruimtelijke zin is het de verbinding die de verschillende gebiedsdelen (universiteit, hbo, bedrijven, congres, wonen) koppelt. In verkeerskundige zin is het de centrale gebiedsontsluiting die toegang biedt tot de parkeervoorzieningen. De groenstructuur wordt versterkt om bij de verjonging van de laanbomen in de toekomst, de monumentaliteit van de Zaale in stand te houden. Een boulevardkarakter past bij de belangrijke functie. Het profiel zal worden gewijzigd: meer bomen, meer ruimte voor voetgangers. Gescheiden rijbanen met een groene middenberm geven de boulevard een uitstraling van een 'voornaam' profiel. De gebouwde parkeervoorzieningen aan de boulevard mogen ook bovengronds worden gerealiseerd. In dit geval zijn loopbruggen het passende middel om de koppeling met de overige gebouwen te realiseren. Het auditorium markeert de westelijke beƫindiging van de boulevard. Een nieuw gebouw op de bedrijvencampus zal de oostelijke tegenhanger vormen.

De inzichten met betrekking tot de entrees zijn in de loop der jaren gewijzigd: dat is ook zichtbaar. De meest zuidelijke toegang aan de John F. Kennedylaan is rond 2000 opgeheven. Deze toegang is ingeruild voor twee nieuwe entrees: het Limbopad, de autovrije voetgangers- fietserstoegang vanuit het station en een nieuwe toegang aan de zuidkant van het universiteitscomplex. Deze entree vanaf de Prof. dr. Dorgelolaan is alleen vanuit het oosten te gebruiken. Zij heeft een hoog 'kruip door sluip door' gehalte en mist de helderheid die de overige entrees kenmerkt. De oostelijke entree vanaf de Rondweg, zal mogelijk op termijn alleen aansluiten op de ventweg vanwege de verkeerskundige ontwikkelingen ten aanzien van de Rondweg.

Met het op termijn minder belangrijk worden van de oostelijke entree vanaf de Rondweg neemt de noodzaak toe de entree vanaf de Prof. dr. Dorgolelaan te verbeteren. De nieuwe entree biedt een heldere verbinding naar de boulevard. De entree is gesitueerd op de grens tussen het universiteits- en het bedrijvendeel van de campus en verbindt beide delen. Ruim van opzet voegt de nieuwe entree zich binnen de orthogonale structuur. Het groen van de campus wordt doorgezet in zuidelijke richting en reikt tot aan de Prof. dr. Dorgelelaan. Een nieuw gebouw markeert de oostzijde van de entree.

De 'Groene Loper' wordt een wandelzone zonder gemotoriseerd verkeer en zonder parkeerfaciliteiten. De verkeersafwikkeling voor de gebouwen ten noorden van de groene loper vindt plaats via de bomenlaan De Zaale en daarbij worden ook additionele parkeerfaciliteiten gerealiseerd. Aan de zuidzijde van de groene loper zal het gemotoriseerd verkeer via een verlenging van de al bestaande bedieningsweg, parallel aan de prof. dr. Dorgelolaan, geleid worden. Daarmee worden de parkeerfaciliteiten bij Vertigo en Helix eveneens bereikbaar. Daar kunnen ook additionele parkeervoorzieningen gemaakt worden, zij het minder als aan de noordzijde.

Voor TU/e Science Park geldt dat de onderscheiden gebieden in voldoende mate moeten voldoen aan hun eigen parkeerbehoefte. Daarbij geldt de normering die de gemeente voor deze locatie hanteert, als uitgangspunt. Toename van de parkeerbehoefte door intensivering van het gebruik van het terrein moet vertaald worden in gebouwde parkeervoorzieningen. Uitbreiding van het aantal parkeerplaatsen op maaiveld is uitgesloten.