direct naar inhoud van 4.1 Landelijk beleid
Plan: TU-e Science Park
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0772.80060-0501

4.1 Landelijk beleid

4.1.1 Nota Ruimte

In de Nota Ruimte heeft het Ministerie van VROM de uitgangspunten voor de ruimtelijke ontwikkeling van Nederland in de periode tot 2020 vastgelegd. Op grond van het overgangsrecht heeft de Nota Ruimte een status als (nationale) Structuurvisie zoals bedoeld in de Wet ruimtelijke ordening. In de realisatieparagraaf (de nota Realisatie Nationaal Ruimtelijk Beleid) heeft het kabinet ruim 30 nationale ruimtelijke belangen benoemd en aangegeven op welke wijze deze nationale belangen zullen worden verwezenlijkt. De realisatieparagraaf wordt toegevoegd aan de Nota Ruimte en krijgt de status van Structuurvisie.

De Nota Ruimte heeft vier algemene doelen: versterken van de economie, krachtige steden en een vitaal platteland, waarborging van waardevolle groengebieden en veiligheid. Op het gebied van verstedelijking zet de Nota Ruimte in op een voortzetting van het bundelingsprincipe. Bundeling draagt bij aan economische schaalvoordelen en benutting van (overheids)investeringen in voorzieningen (zoals die in infrastructuur), versterkt het draagvlak voor diverse stedelijke voorzieningen en beperkt de druk op de landelijke gebieden. (Grootschalige) nieuwe ontwikkelingen zullen voornamelijk plaatsvinden in bestaande bebouwde gebieden. De rol van de stedelijke gebieden op het gebied van economie, cultuur en voorzieningen wordt hierdoor versterkt. Het uitgangspunt voor landelijke gebieden is dat voldoende woningen kunnen worden gebouwd om in de natuurlijke bevolkingsaanwas te voorzien. Bovendien moeten ook de landelijke gebieden de mogelijkheid hebben om ruimte te bieden aan lokaal georiënteerde bedrijvigheid.

De Nota Ruimte zet in op R&D-activiteiten gericht op de regio Eindhoven/Zuidoost-Brabant. De regio heeft een spilfunctie binnen de toptechnologieregio Zuidoost-Nederland en is onderdeel van de kennisdriehoek Eindhoven–Leuven–Aken. De regio Eindhoven/Zuidoost-Brabant is in dit verband van bijzonder belang. Deze regio wordt gekenmerkt door stuwende industriële bedrijvigheid en is sterk kennisintensief en innovatief en gericht op hoogtechnologische producten. Mede door een veelvoud aan private investeringen is hier een belangrijk netwerk van onderzoeks- en kennisinstellingen, industrie en kennisintensieve bedrijven ontstaan. Dit heeft er toe geleid dat de regio Eindhoven/Zuidoost-Brabant de derde plaats op de ranglijst van innovatieve Europese topregio's inneemt. Voor Nederland is de regio dan ook van groot belang voor de innovatie en kennisontwikkeling van de industrieel gerichte economie en de uitwaaiering daarvan naar andere (kennis)regio's. In deze nota wordt de regio Eindhoven/Zuidoost-Brabant op grond van de internationaal vooraanstaande en toonaangevende positie op het gebied van onderzoek en ontwikkeling aangeduid als brainport en opgenomen in de nationale Ruimtelijke Hoofdstructuur.

Het is voor Nederland van belang om de kennis- en innovatiekracht van de brainport te behouden en te versterken. Het locatiebeleid in deze nota en het beleid ten aanzien van centrumvorming in nationale stedelijke netwerken ondersteunt in ruimtelijke zin de ontwikkeling van de brainport en andere kennis- en innovatieclusters.