Plan: | TU-e Science Park |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0772.80060-0501 |
Het bestemmingsplan is de juridische basis voor het realiseren van de eerder vastgestelde ontwikkelingsvisie TU-e Science Park. Over deze ontwikkelingsvisie heeft verschillende malen overleg plaatsgevonden met partijen.
Op 18 juni 2009 is er een informatieavond gehouden over de ontwikkelingsvisie. Voor deze avond zijn 800 wijkinfo's verstuurd en zijn de verschillende professionele belangenorganisaties benaderd. Hiervan is een nota van samenspraak opgesteld. Deze nota van samenspraak dient als basis voor het bestemmingsplan.
Daarnaast is nog apart overleg geweest met belangenorganisaties. Na deze bijeenkomsten is geconcludeerd dat de ontwikkelingsvisie voldoende draagvlak in de buurt en onder partijen heeft. De ontwikkelingsvisie is ook in de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit van 1 juli 2009 positief ontvangen.
De ontwikkelingsvisie is op 6 oktober 2009 vastgesteld door de gemeenteraad.
De ontwikkelingsvisie is ruimtelijk verder uitgewerkt in de landschapsvisie.
In een tweetal workshops is de concept landschapsvisie besproken. In deze workshops zaten ook leden van de Van Abbestichting, de Stichting Bescherming Wederopbouw Erfgoed Eindhoven en Trefpunt Groen Eindhoven. De landschapsvisie is ook naar deze partijen toegestuurd (samen met het ontwerpbestemmingsplan).
De door de gemeente aangewezen supervisor voor het terrein, de heer ir. A. van Stigt, heeft ook positief geadviseerd over het bestemmingsplan en de landschapsvisie.
Vooruitlopend op het opstarten van de wettelijke procedure zijn op 21 april 2010 de landschapsvisie en het protocol in de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit besproken. De commissie heeft zoals gebruikelijk in deze fase, op 19 mei 2010 een bevinding gegeven over de landschapsvisie en het bestemmingsplan TU-e Sciencepark. De bevinding luidt dat de commissie de landschapsvisie verdienstelijk vindt, maar aan de summiere kant acht. Zij vraagt zich ten aanzien van de gebiedsgerichte Welstandscriteria af of niet een scherpere formulering denkbaar is en waarbij conform de Welstandsnota Eindhoven ook een ontsnappingclausule kan worden opgenomen. Ook acht de commissie het van groot belang dat het uiteindelijke totaalbeeld de beoogde ambities weerspiegelt en niet aan individuele ontwerpers wordt overgelaten. Een landschapsontwerp kan hierin borgend zijn. Ook pleit de commissie voor een specifieke oplossing voor de wooneenheden voor de short stayers, dat wil zeggen een oplossing die kenmerkend is voor Eindhoven en niet uitwisselbaar met andere plaatsen. Ten aanzien van de Groene loper merkt de commissie op dat de inrichting benaderd zou moeten worden vanuit de vraag wat studenten willen en wat je hen kan bieden en niet vanuit de meer obligate opvatting waarin 'decoratieve' aspecten overheersen.
Gemeentelijke reactie ten aanzien van het advies van de commissie: Wij onderschrijven het advies. De landschapsvisie geeft een ontwikkelingsrichting aan die basis is voor het bestemmingsplan.
Met de TU/e is afgesproken dat zij per deelgebied(huisvestingsgebied, bedrijventerrein, HBO-terrein, de Campus met als onderdeel de Groene loper) landschapsplannen zal opstellen die ter advisering aan de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit worden voorgelegd. Hierin zullen ook de welstandscriteria verder worden vormgegeven.
De commissie spreekt zich daarnaast in positieve zin uit over het bestemmingsplan met daaraan toegevoegd twee opmerkingen. Zij vraagt zich af of artikel 5 wel voldoende is als toetsingskader voor de stedenbouwkundige kwaliteit en merkt daarbij op dat toevoegingen dienen te passen bij de cultuurhistorische compositie; voorkomen dient te worden dat zij het plan 'indruppelen'. Ook acht de commissie het essentieel dat de ontwikkeling per gebouw plaats vindt binnen het grotere kader van een integrale visie.
Gemeentelijke reactie op het advies van de commissie: Naast het bestemmingsplan zullen de landschapsvisie TU/e Sciencepark en het protocol als kaders fungeren waarbinnen ontwikkeld moet worden. Daarnaast zal de TU/e per deelgebied (huisvestingsgebied, bedrijventerrein, HBO-terrein, de Campus met daarbinnen de Groene loper) landschapsplannen opstellen die ook ter advisering aan de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit worden voorgelegd. Op dit moment zijn deze concrete uitwerkingen nog niet voor handen, omdat deze ontwikkelingen pas later (maar wel binnen 10 jaar) worden opgepakt. Om de bestemmingsplanprocedure niet te frustreren is voor deze werkwijze gekozen.