Plan: | Bedrijventerrein GDC-Noord 2009 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0772.80040-0303 |
Het plangebied is gelegen op circa anderhalve kilometer afstand van Eindhoven Airport / Vliegbasis Eindhoven. Vanwege de veiligheid van het vliegverkeer brengt dit bepaalde hoogte beperkingen met zich mee. Het betreft beperkingen vanwege het obstakelbeheergebied, het ILS (Instrument Landing Systeem), de invliegfunnels en de bakens. Het plangebied ligt buiten het radarverstoringsgebied van vliegbasis Volkel.
In deel 3 van het tweede Structuurschema Militaire Terreinen is voor militaire luchtvaartterreinen een uitbreiding van het obstakelbeheergebied aangekondigd overeenkomstig de norm die door de International Civil Aviation Organisation (ICAO) wordt gesteld. Dit betekent dat rondom de gehele luchthaven een obstakelvrij vlak van 45 m hoog is gelegen met een straal van 4 km rond de landingsdrempels, dat overgaat in een conisch vlak met een helling van 5% tot 145 m over een afstand van 2 km (zie het zwarte vlak in ). De hoogte van dit obstakelvrijevlak is gerelateerd aan de ligging van de drempels van de start- en landingsbaan ten opzichte van NAP. De NAP-hoogte bij de landingsdrempels van het luchtvaartterrein bedraagt 20 m. Dit betekent dat ter plaatse van het plangebied tot een hoogte van maximaal NAP +65 m mag worden gebouwd.
Figuur 4.12 Obstakelbeheergebied Vliegbasis Eindhoven/Eindhoven Airport
De ICAO regeling biedt de mogelijkheid tot het maken van uitzonderingen. Iedere aanvraag tot uitzondering dient op basis van de exacte locatie, omvang en hoogte van het object en gebruikte bouwmaterialen met behulp van een luchtvaarttechnisch onderzoek separaat te worden beoordeeld. Indien uit het onderzoek blijkt dat het te hoge object de veiligheid niet nadelig beïnvloedt en ook het vermogen om van het luchtvaartterrein gebruik te maken niet significant beïnvloedt, kan een uitzondering op de toegestane hoogte worden gemaakt. Dit kan leiden tot aanvullende criteria voor het gebruik van het luchtvaartterrein.
Aanleiding voor de uitbreiding van het obstakelbeheergebied is het besluit van de Noord Atlantische Verdrags Organisatie (Navo) om deze norm, die al geldt voor burgerluchtvaartterreinen, om veiligheidsredenen ook van toepassing te verklaren op militaire luchtvaartterreinen. Uit de ICAO-norm vloeien aanvullende hoogtebeperkingen voor objecten rondom een luchtvaartterrein voort. Naar aanleiding hiervan is een werkgroep geformeerd bestaande uit vertegenwoordigers van de ministeries van Defensie, Verkeer en Waterstaat, VROM en Economische Zaken, de provincie Noord-Brabant en de gemeente Eindhoven. De werkgroep had onder andere tot doel te onderzoeken wat de mogelijkheden en consequenties zijn tot maatwerk voor objecten in het gewijzigde obstakelbeheergebied. Deze werkgroep heeft een rapport “Obstakelbeheergebied luchtvaartterrein Eindhoven” opgesteld. De aanbevelingen in het rapport zijn overgenomen door voornoemde partijen.
Het plangebied GDC-Noord is zoals gezegd gelegen in het obstakelbeheergebied en wel in het gebied binnen een straal van 4 km van de landingsdrempels. Dit betekent dat er tot maximaal NAP +66 m gebouwd mag worden. Binnen het plangebied is de kruin van de weg gelegen op maximaal NAP +19 m. Zoals in de meeste bestemmingsplannen in Eindhoven, is het peil binnen het plangebied gelegen op 0,3 m boven de kruin van de weg. Het peil in het plangebied ligt derhalve op NAP +19,3 m. Gelet op voorgaande mag de bouwhoogte maximaal 46,7 m bedragen. Daar de bouwhoogte voor gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, maximaal 20 m bedraagt, werkt het obstakelbeheergebied niet belemmerend.
In GDC-Noord is een lichtbaken voorzien met een totale bouwhoogte van 26 m. De top van het lichtbaken bestaat uit een diamant (logo van de gemeente Eindhoven) met een afmeting van 2,4x2,4 m. Het lichtbaken werkt niet belemmerend voor de obstakelvrije zone.
Vliegbasis Eindhoven beschikt over ILS-apparatuur (zie de zwarte lijnen en hoogtecijfers in de figuur). Deze apparatuur is bedoeld om met gebruikmaking van de instrumenten te kunnen landen, bijvoorbeeld in verminderde weersomstandigheden (slecht zicht). Om te voorkomen dat de werking van het ILS wordt verstoord, is het noodzakelijk om binnen een bepaald gebied, alvorens een object op te richten, een toetsing te laten uitvoeren. Het gebied bestaat uit meerdere vlakken, zowel horizontaal als oplopend. Het gebied van de ILS valt grotendeels binnen het obstakelbeheergebied, echter gedeeltelijk met een andere hoogtebeperking. De hoogtebeperking van de ILS is er in eerste instantie niet op gericht bouwwerken hoger dan de genoemde hoogten bij de vlakken tegen te gaan, maar om een toetsing te laten plaatsvinden, zodat duidelijk is of de werking van het ILS zou worden verstoord.
Het bedrijventerrein GDC-Noord is gelegen binnen meerdere vlakken van het ILS. Dit betekent een hoogtebeperking oplopend van 40,3 m tot en met 60,3 m +NAP, oftewel een bouwhoogte oplopend van 21 m tot en met 41 m. De maximale bebouwingshoogte voor bedrijfsgebouwen bedraagt 20 m. Indien grotere bouwhoogtes gewenst zijn, zal een toetsing moeten plaatsvinden.
In het kader van dit bestemmingsplan dienen bij de bebouwingshoogte van een bedrijfsgebouw uitsteeksels zoals schoorstenen, lichtkoepels, liftopbouwen e.d. te worden meegerekend.
Figuur 4.13 ILS en funnels Vliegbasis Eindhoven/Eindhoven Airport
De blauwe lijnen visualiseren het radarverstoringsgebied. Dit gebied is niet van invloed op het plangebied.
In de algemene afwijkingsbepaling is voor burgemeester en wethouders de mogelijkheid opgenomen om met een omgevingsvergunning af te wijken van de in de regels gegeven bebouwingshoogte voor gebouwen, tot niet meer dan 10 % van die hoogten. Deze omgevingsvergunning kan enkel worden verleend indien o.a. bij de directeur van de Directie Zuid van de Dienst Vastgoed Defensie van het Ministerie van Defensie, schriftelijk advies is ingewonnen waaruit kan worden opgemaakt dat de ILS niet in onaanvaardbare mate negatief wordt beïnvloed. Verder kunnen burgemeester en wethouders afwijken met een omgevingsvergunning van de bestemmingsbepalingen ten aanzien van de hoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde, en toestaan dat de hoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde, ten behoeve van het zenden en ontvangen van radio – en televisiesignalen, rechtstreeks ten behoeve van de geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer, alsmede communicatievoorzieningen, kunstwerken en lichtmasten wordt vergroot tot maximaal 40 m. Deze omgevingsvergunning kan enkel worden verleend indien o.a. bij de directeur van de Directie Zuid van de Dienst Vastgoed Defensie van het Ministerie van Defensie, schriftelijk advies is ingewonnen waaruit kan worden opgemaakt dat de ILS niet in onaanvaardbare mate negatief wordt beïnvloed. In deze algemene afwijkingsbepaling is tevens opgenomen dat burgemeester en wethouders kunnen afwijken met een omgevingsvergunning en toestaan dat de hoogte van bouwwerken wordt vergroot voor de bouw van opbouwen voor technische installaties op daken, zoals schoorstenen, liftopbouwen, ventilatie-installaties e.d..
Voor het lichtbaken is in de regels een directe bouwtitel opgenomen om hoger (tot 26 m) te kunnen bouwen dan de maximale bouwhoogte van 20 m in relatie tot het ILS.
Naast het obstakelbeheergebied en de ILS zijn obstakelvrije vlakken vastgesteld bestaande uit start- en landingsvlakken met zijkanten, de zogenaamde “funnels”, in het verlengde van de start- en landingsbanen (zie de oranje lijnen en hoogtecijfers in figuur 4.13). Binnen deze obstakelvrije vlakken gelden beperkingen ten aanzien van het oprichten van hoge obstakels (van 20 tot 170 m +NAP). Onderhavig plangebied is gelegen binnen deze funnels, waarvoor een hoogtebeperking geldt vanaf 55 m +NAP. Omdat het peil binnen het plangebied op circa 19,3 m +NAP ligt, en de bebouwingshoogte voor gebouwen maximaal 20 m bedraagt, werken de funnels niet belemmerend. In het kader van dit bestemmingsplan dienen bij de bebouwingshoogte van een bedrijfsgebouw uitsteeksels zoals schoorstenen, lichtkoepels, liftopbouwen e.d. te worden meegerekend.
In de algemene afwijkingsbepaling is voor burgemeester en wethouders de mogelijkheid opgenomen om met een omgevingsvergunning af te wijken van de in de regels gegeven bebouwingshoogte voor gebouwen, tot niet meer dan 10 % van die hoogten. Deze omgevingsvergunning kan enkel worden verleend indien o.a. bij de directeur van de Directie Zuid van de Dienst Vastgoed Defensie van het Ministerie van Defensie, schriftelijk advies is ingewonnen waaruit kan worden opgemaakt dat de funnels niet in onaanvaardbare mate negatief worden beïnvloed. Verder kunnen burgemeester en wethouders met een omgevingsvergunning afwijken van de bestemmingsbepalingen ten aanzien van de hoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde, en toestaan dat de hoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde, ten behoeve van het zenden en ontvangen van radio – en televisiesignalen, rechtstreeks ten behoeve van de geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer, alsmede communicatievoorzieningen, kunstwerken en lichtmasten wordt vergroot tot maximaal 40 m. Deze omgevingsvergunning kan enkel worden verleend indien o.a. bij de directeur van de Directie Zuid van de Dienst Vastgoed Defensie van het Ministerie van Defensie, schriftelijk advies is ingewonnen waaruit kan worden opgemaakt dat de funnels niet in onaanvaardbare mate negatief worden beïnvloed. In deze algemene afwijkingsbepaling is tevens opgenomen dat burgemeester en wethouders met een omgevingsvergunning kunnen afwijken en toestaan dat de hoogte van bouwwerken wordt vergroot voor de bouw van opbouwen voor technische installaties op daken, zoals schoorstenen, liftopbouwen, ventilatie-installaties e.d..
Voor het lichtbaken is in de regels een directe bouwtitel opgenomen om hoger (tot 26 m) te kunnen bouwen dan de maximale bouwhoogte van 20 m in relatie tot de funnels.
Op en nabij de luchthaven zijn bakens (zie ) aanwezig om de richting van het vliegverkeer (zowel horizontaal als verticaal) te kunnen volgen:
De toetsingsgebieden liggen voor NDB gedeeltelijk en VDF geheel over het plangebied, maar hebben gezien de maximaal toegestane bouwhoogte geen consequenties.
Figuur 4.14 Bakens Vliegbasis Eindhoven/Eindhoven Airport