direct naar inhoud van 3.3 Volkshuisvesting
Plan: Blixembosch Noordoost
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0772.80027-0501

3.3 Volkshuisvesting

3.3.1 Ambities

De ambities van de gemeente op het terrein van wonen voor de stad Eindhoven zijn vastgelegd in de Woonvisie 'Kiezen voor stedelijke woonkwaliteit' (juni 2004), het coalitieakkoord 'Eindhoven Eén: Slagvaardig op weg naar een sociaal, sterk en betrokken Eindhoven', het 'Programma Wonen 2010-2015, met een doorkijk naar 2020' (september 2009) en de interimstructuurvisie 2009 voor Eindhoven.

Een belangrijke ambitie van de gemeente is het tot stand houden en realiseren van voldoende betaalbare koopwoningen in Eindhoven. Daarnaast is de kwaliteit van wijken en buurten van groot belang, zodat iedereen in een prettige omgeving kan wonen.

In de Woonvisie, 'Kiezen voor stedelijke woonkwaliteit'(juni 2004), heeft de gemeenteraad gekozen voor aantrekkelijke, gevarieerde en duurzame woonmilieus binnen ieder stadsdeel. Woonmilieus, die in Eindhoven bijzonder in trek zijn en daarom verder uitgebouwd en versterkt moeten worden, zijn centrumstedelijk en groenstedelijk.

Verder behoort duurzaam bouwen tot de ambities. Voor Blixembosch Noordoost is als duurzaamheidscriterium een duurzaamheidsscore (Gemeentelijke Prestatie Richtlijn duurzaam bouwen_GPR) van minstens 7 gehanteerd voor elk van de zes thema's: energie, materialen, water, gezondheid, woonkwaliteit en afval (GPR versie 3.2). Inmiddels wordt als uitgangspunt in Eindhoven GPR versie 4.0 gehanteerd.

3.3.2 Bouwen met en voor de consument

Passend in de maatschappelijke ontwikkeling dat mensen meer regie willen over hun leven en zich ook met 'wonen' willen onderscheiden, is er de laatste jaren veel aandacht voor particulier opdrachtgeverschap. Door mensen in staat te stellen om een woning te realiseren die aansluit bij hun eigen leefpatroon en stijl, individueel of in groepsverband, wordt zowel hun keuzevrijheid als zeggenschap vergroot. Dit leidt tot een beter functionerende woningmarkt omdat, diverse groepen beter hun vraag kunnnen uitoefenen. Op dit moment voorziet de woningmarkt echter nog onvoldoende in een passend en betaalbaar aanbod voor starters, lagere en middeninkomens. Eén van de oplossingen om weer een gepast aanbod voor hen te creëren is het in eigen beheer realiseren van woningen door bewoners zelf, namelijk als particulier opdrachtgever.

Bij het realiseren van Blixembosch Noordoost wordt een bijdrage geleverd aan die behoefte door de realisatie van circa 50 woningen door middel van collectief particulier opdrachtgeverschap. Dit is 12% van het totaal aantal van maximaal 450 te bouwen woningen.

Daarnaast zullen circa 30 woningen gerealiseerd worden 'Individuele Vrije Sector'-kavels (IVS-kavels) worden gebouwd.

3.3.3 Woningbouwprognose

Het provinciale beleid is al jaren gericht op concentratie van verstedelijking. Dit enerzijds om de steden voldoende draagvlak te geven voor hun functies als economische en culturele motor, anderzijds om het dichtslibben van het landelijk gebied tegen te gaan. Op provinciale schaal betekent dit dat het merendeel van de woningbouw gerealiseerd dient te worden in de vijf stedelijke regio's en dat de woningvoorraad in de stedelijke regio's verhoudingsgewijs sterker zal moeten groeien dan in de landelijke regio's. Voor Eindhoven betekent dit dat volgens de provinciale bevolkingsprognose 2008 het inwoneraantal zal toenemen van zo'n 212.000 nu tot ruim 227.000 rond 2030. Dit betekent een groei met ruim 17.000 personen in dit tijdsbestek. De woningbehoefte groeit in die periode nog met ruim 13.000 woningen, van circa 95.500 tot ongeveer 108.800 woningen.

Volgens 'De bevolkings- en woningbehoefteprognose Noord-Brabant, actualisering 2008' (vastgesteld nov. 2008) is voor de Gemeente Eindhoven tussen 2008 en 2019 een wenselijke groei van de woningvoorraad voorzien van 8855 woningen.

Volgens de Monitor bevolking en wonen van de provincie Noord-Brabant (versie september 2008) bedraagt de harde plancapaciteit (vastgestelde, goedgekeurde en onherroepelijke plannen) 7055 woningen.

Dit betekent dat de groei van de woningvoorraad met de toevoeging van 450 woningen niet boven de provinciale prognose uit zal komen. Daarmee voldoet het plan Blixembosch Noordoost aan het provinciaal beleid en de gemaakte afspraken op dit punt.

3.3.4 Regionale woningbouwafspraken

In het Regionaal Woningbouwprogramma (RWP) 2010-2020 zijn de BSGE-afspraken (Bestuurscommissie Stedelijk Gebied Eindhoven), voorheen BOR-afspraken, meegewogen. Het BSGE-convenant dient een oplossing te bieden voor de ruimtelijke problematiek van Eindhoven. De gezamenlijke opgave voor de randgemeenten in de periode 2010-2030 is namelijk de realisatie van 10.000 woningen buiten de gemeentegrenzen van Eindhoven om tegemoet te komen aan de woningbehoefte van Eindhoven. Er zijn afspraken gemaakt over aantallen woningen (kwantiteiten) en sociale woningbouw en woonmilieus (kwaliteiten). Bovendien dient de scheefheid in goedkope woningen en dure woningen tussen Eindhoven enerzijds en de randgemeenten anderzijds teruggedrongen te worden. Deze BOR-afspraken zijn een belangrijk uitgangspunt van dit RWP 2010-2020. De doelstellingen die aan deze afspraken verbonden zijn, zijn meegenomen in het RWP 2010-2020. Afspraken in het convenant worden bewaakt door de Bestuurscommissie Stedelijk Gebied Eindhoven (BSGE). Bij het niet naleven van de afspraken heeft de minister een eventuele herindeling als 'stok achter de deur'. Het niet-vrijblijvende karakter blijkt uit de sanctiemethodiek die in het convenant is opgenomen. Als een gemeente te weinig bouwt, dan gelden, met name voor de sociale sector, flinke boetes. Het convenant is ondertekend door de provincie, SRE en door de gemeenten Best, Eindhoven, Geldrop-Mierlo, Helmond, Nuenen c.a., Son en Breugel, Veldhoven en Waalre.

Voor de gemeenten uit het Stedelijk Gebied zijn de BOR-afspraken uitgangspunt geweest bij de discussie over de woningbouwaantallen genomen, evenals de provinciale Bevolkings- en Woningbehoefteprognose. De BOR-afspraken bestaan uit twee delen:

1. de eigen, lokale woningbehoefte van de gemeenten;

2. het deel dat de randgemeenten vanaf 1 januari 2010 voor de Eindhovense woningbehoefte gaan bouwen (10.000 woningen in de periode 2010-2030): de zogenaamde 'overloop'. De in het uiteindelijke woningbouwprogramma opgenomen aantallen voor het Stedelijk Gebied zijn het resultaat van een intensief proces van bestuurlijke onderhandeling, waarbij de inschatting van de huidige behoefte en marktomstandigheden een belangrijke rol heeft gespeeld. In dit proces zijn de individuele stedelijke gemeenten uitgekomen op een woningbouwaantal tussen de geprognosticeerde woningbehoefte uit de provinciale prognose en de taakstelling uit de huidige BOR-afspraken. Deze bijstelling doet geen afbreuk aan de gemaakte afspraken in BOR-verband. Voor Eindhoven geldt een minimale woningbouwtaakstelling van 3.785 woningen in de periode 2010-2020 (Bron: Regionaal Woningbouwprogramma 2010-2020, blz. 23). Bij dit aantal gaat het om het aantal woningen dat per saldo wordt toegevoegd: de nieuw gebouwde woningen verminderd met het aantal gesloopte woningen.

De 450 woningen die gepland zijn in Blixembosch Noordoost zijn verwerkt in de cijfers die ten grondslag liggen aan het Regionaal Woningbouwprogramma 2010-2020.

3.3.5 Voorwaarden

Gelet op de doelstellingen zal in Blixembosch Noordoost gelden de volgende vooraarden, zoals opgenomen in het programma van eisen:

- een groenstedelijk woonmilieu (Woonvisie) met grondgebonden woningen in een dichtheid van 20-25 woningen per hectare;

- 30% betaalbare woningen volgens 'Eindhoven Eén'; hieronder wordt verstaan koopwoningen tot € 194.000,- v.o.n. prijspeilen 2010.

Aan deze voorwaarden wordt voldaan met het plan Blixembosch Noordoost.