Plan: | Natuurbegraafplaats Vlierden |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0762.BP201613-C002 |
het bestemmingsplan "Natuurbegraafplaats Vlierden" met identificatienummer NL.IMRO.0762.BP201613-C002 van de gemeente Deurne.
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
het uitoefenen van een beroep of beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, ICT, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch of daarmee gelijk te stellen gebied, dat door zijn beperkte omvang in een woning/woonwagen en de daarbij behorende bijgebouwen, met behoud van de woonfunctie in overwegende zin kan worden uitgeoefend.
waarden van een terrein in verband met de zich mogelijk daarin bevindende oudheidkundige zaken die van belang zijn vanwege hun schoonheid, hun betekenis voor de wetenschap en/of hun cultuurhistorische waarde.
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
een gebouw dat dient voor de uitoefening van één of meer bedrijfsactiviteiten.
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is.
de grens van een bestemmingsvlak.
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
bestuursorgaan dat bevoegd is tot het nemen van een besluit ten aanzien van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ten aanzien van een al verleende omgevingsvergunning.
elk terrein waarop bosbouw wordt uitgeoefend, zijnde het geheel van bedrijfsmatig handelen en activiteiten gericht op de duurzame instandhouding en ontwikkeling van bestaande en nieuwe bossen ten behoeve van (een of meerdere van de functies) natuur, houtproductie, landschap, milieu (waaronder begrepen waterhuishouding) en recreatie.
het geheel van bedrijfsmatig handelen en activiteiten gericht op de duurzame instandhouding en ontwikkeling van bestaande en nieuwe bossen ten behoeve van (een of meerdere van de functies) natuur, houtproductie, landschap en recreatie;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
de grens van een bouwvlak.
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge deze regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
een grens van een bouwperceel.
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
elke constructie, niet zijnde een gebouw, van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die op de plaats van bestemming hetzij direct, hetzij indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond, bedoeld om ter plaatse te functioneren.
de tijd dat een motorcrosser gebruik mag maken van de crossbaan zoals vastgelegd in een bestaande vergunning dan wel later verleende vergunning.
de aan een bouwwerk of gebied toegekende waarden, gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis heeft gemaakt van dat bouwwerk of dat gebied.
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, verkopen en/of leveren van goederen aan degene die deze goederen kopen voor eigen gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit; webwinkels vallen niet onder het begrip detailhandel, tenzij er sprake is van uitstalling en levering van producten ter plaatse.
een kerende grondbewerking door middel van een ploeg, die dieper gaat dan de teeltlaag.
een grondbewerking, gericht op het losbreken van storende lagen in de ondergrond, tot maximaal 90 cm.
zone die dienst doet als verspreidingsgebied respectievelijk migratieroute voor planten en dieren tussen verschillende natuurgebieden. Aanleg van verbindingszones heeft als doel barrières tussen deze gebieden op te heffen.
die vormen van natuurvriendelijke recreatie die in hoofdzaak zijn gericht op natuur- en landschapsbeleving, zoals wandelen en fietsen.
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
gebieden die overwegend grenzen aan het Natuur Netwerk Brabant, de ecologische verbindingszone of het zoekgebied voor behoud en herstel van watersystemen, en deze verbinden, zijnde gebieden met overwegend grondgebonden agrarisch gebruik en belangrijke nevenfuncties voor natuur en water.
het voortbrengen van hout op bedrijfsmatige wijze door een mede daarop afgestemd duurzaam beheer van bos.
tent, tentwagen, kampeerauto, caravan of enig ander onderkomen of verblijf, geen bouwwerk zijnde, dat geschikt is voor tijdelijk recreatief nachtverblijf.
terrein, geheel of gedeeltelijk ingericht en bedrijfsmatig geëxploiteerd, en blijkens die inrichting en exploitatie bestemd om daarop gelegenheid te geven tot het plaatsen of geplaatst houden van kampeermiddelen.
kamperen op een terrein waarop ten hoogste 25 kampeermiddelen mogen worden geplaatst.
gebruikswaarde, belevingswaarde en toekomstwaarde van het landschap, gericht op ruimtelijke, ecologische, cultuurhistorische en recreatieve aspecten;
een bedrijf dat - voornamelijk met behulp van verplaatsbare werktuigen - diensten verleent aan (agrarische) bedrijven, hetzij in verband met de bodemcultuur, hetzij ter uitvoering van grondwerkzaamheden, inclusief civiel-technische grondverzetwerkzaamheden.
een terrein dat deel uitmaakt van een bos- en/of natuurgebied waar lichamen worden begraven, en/of urnen worden bewaard, en/of reeds verteerde lichamen worden herbegraven, en/of crematie-as onder de leeflaag (20 cm) wordt verstrooid, waarbij uitsluitend gebruik wordt gemaakt van onbehandelde/onbewerkte natuurlijke materialen.
de aan een gebied toegekende waarden, gekenmerkt door geologisch, geomorfologische, bodemkundige en biologische elementen, zowel afzonderlijk als in onderlinge samenhang.
een netwerk van aaneengesloten Brabantse natuurgebieden.
voorziening ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen en apparatuur voor telecommunicatie.
die vormen van openluchtrecreatie, die plaats hebben in een omgeving met een niet-recreatieve hoofdfunctie, waarbij het medegebruik in principe ondergeschikt is aan de hoofdfunctie en het hoofdgebruik.
het terugwinnen en opnieuw voor gebruik geschikt maken van grondstoffen uit puin en afval.
een bouwwerk ten behoeve van opslagdoeleinden voor mest of voer bij agrarische bedrijven.
een teeltondersteunende voorziening, bestaande uit een agrarisch bedrijfsgebouw waarvan de wanden en het dak voornamelijk bestaan uit glas of een ander lichtdoorlatend materiaal en dienend voor de productie van gewassen onder geconditioneerde klimaatomstandigheden. Schuurkassen en permanente tunnel-of boogkassen (> 1,5 meter) worden beschouwd als een teeltondersteunende kas.
ondersteunende voorziening die een onderdeel is van de vollegrondse bedrijfsvoering van een tuinbouwbedrijf of boomkwekerij, te onderscheiden in de volgende categorieën:
laag / tijdelijk:
teeltondersteunende voorzieningen met een hoogte van maximaal 1.50 m, uitsluitend toegestaan zolang de teelt het vereist met een maximum van 6 maanden, bijvoorbeeld insectengaas, afdekfolies, lage tunnels;
laag / permanent:
teeltondersteunende voorzieningen met een hoogte van maximaal 1.50 m en met een permanent karakter, bijvoorbeeld containervelden;
hoog / tijdelijk:
teeltondersteunende voorzieningen met een hoogte van minimaal 1.50 m, uitsluitend toegestaan zolang de teelt het vereist met een maximum van 6 maanden, bijvoorbeeld menstoegankelijke wandelkappen, schaduwhallen en hagelnetten;
hoog / permanent:
teeltondersteunende voorzieningen met een hoogte van minimaal 1.50 m en met een permanent karakter, bijvoorbeeld stellingenteelt (bakken in stellingen, regenkappen) en teeltondersteunende kassen;
overig:
vraatnetten, boomteelthekken;
boomteelthekken worden gereguleerd als ware het hoog/tijdelijke teeltondersteunde voorzieningen.
een werk of bouwwerk voorzien van een bedekking van lichtdoorlatend materiaal en dienend tot het kweken, trekken, vermeerderen, opkweken of verzorgen van vruchten, bloemen, groenten, planten of bomen, alsmede in voorkomende gevallen tot bescherming van de omgeving tegen milieubelastende stoffen.
de naar de openbare weg gekeerde gevel van een gebouw of, indien het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg gekeerde gevel, die gevel die kennelijk als zodanig moet worden aangemerkt.
de denkbeeldige lijn, evenwijdig aan de as van de weg waaraan gebouwd wordt:
een voor de oppervlaktewaterkwantiteit van overwegend belang zijnde watergang.
een constructie geen gebouw of bouwwerk zijnde;
een gebouw dat bestaat uit een (voormalige) agrarische bedrijfswoning met de in de bouwmassa opgenomen (voormalige) agrarische bedrijfsruimten, die samen een geïntegreerde eenheid (bouwkarakteristiek, waarbij woon- en stalgedeelte van oudsher aan elkaar verbonden zijn) vormen.
een (woon)boerderijpand, dat, of is aangeduid als rijks- of gemeentelijk monument, of gekenschetst kan worden als een karakteristieke kop-hals-romp-boerderij of lang-of kortgevelboerderij dan wel een wederopbouwboerderij, die tot ongeveer 1955 is gebouwd, waarvan behoud van het karakter van het pand wordt nagestreefd.
een wooneenheid, die beschikt over een eigen toegang en over eigen voor bewoning noodzakelijke voorzieningen zoals keuken, douche/badkamer en toilet.
Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte terrein.
De voor 'Agrarisch met waarden' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende:
Het volgende mag worden gebouwd:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de situering, hoogte en uitvoering van teeltondersteunende voorzieningen, met het oog op de landschappelijke, ecologische en hydrologische waarden van de gronden.
Er zijn maximaal 400 begraafplaatsen per hectare toegestaan.
Het gebruiken en (doen) laten gebruiken van de gronden ten behoeve van een natuurbegraafplaats, als bedoeld in artikel 3.1 sub c is alleen toegestaan indien de natuurontwikkeling en landschappelijke inpassing wordt uitgevoerd en in stand gehouden, conform:
Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en/of opstallen voor:
Verhardingen zijn uitsluitend toegestaan ten behoeve van perceelsontsluitingen, (facilitaire) paden en parkeerplaatsen, met dien verstande dat de (facilitaire) paden en parkeerplaatsen halfverhard uitgevoerd dienen te worden.
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.4.3 onder c teneinde het begraven van lichamen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch met waarden - natuurbegraafplaats crematie as' toe te staan, mits kan worden gegarandeerd dat de minimale ontwateringsdiepte tussen maaiveld en de gemiddeld hoogste grondwaterstand (GHG) meer dan 1,45 m bedraagt.
Het is verboden op de in lid 3.1 bedoelde gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag de volgende werken en werkzaamheden uit te (doen) voeren:
Het onder 3.6.1 vervatte verbod geldt niet voor werken en werkzaamheden:
De in 3.6.1 bedoelde vergunning wordt slechts verleend indien voldaan wordt aan de volgende criteria:
De voor 'Bedrijf - Buitengebied gebonden' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende:
Per bestemmingsvlak is bebouwing ten behoeve van niet meer dan één bedrijf toegestaan.
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
bedrijfsgebouwen | ||
goothoogte | maximaal 6,5 m | |
bouwhoogte | maximaal 10 m | |
bebouwd oppervlakte | maximaal de bestaande bebouwde oppervlakte die per bedrijf is opgenomen in tabel 4.4.2 | |
bedrijfswoning | ||
goothoogte | maximaal 6,5 m | |
bouwhoogte | maximaal 9 m | |
inhoud | maximaal 900 m³; indien de bestaande inhoud meer bedraagt dan 900 m³, geldt de bestaande inhoud als maximale inhoud indien de bedrijfswoning deel uitmaakt van een (woon)boerderijpand, geldt de inhoud van het totale (woon)boerderijpand als maximale inhoud; verbouwing en gebruik van de voormalige agrarische inpandige stalgedeelten ten behoeve van de bedrijfswoning is toegestaan |
|
dakhelling | maximaal 12 graden maximaal 45 graden indien de bestaande dakhelling meer of minder bedraagt, geldt de bestaande dakhelling als minimale/maximale dakhelling de dakhelling geldt niet voor aan- en uitbouwen en dakkapellen |
|
bijgebouwen bij bedrijfswoning | ||
afstand van vrijstaande bijgebouwen tot de bedrijfswoning | maximaal 15 m | |
gezamenlijk oppervlakte | maximaal 150 m² | |
goothoogte | maximaal 3 m | |
bouwhoogte | maximaal 6 m |
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende maatvoeringseisen:
bouwhoogte erfafscheidingen | maximaal 1 m vóór de voorgevelrooilijn maximaal 2 m achter de voorgevelrooilijn |
bouwhoogte antennes | maximaal 10 m |
bouwhoogte overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | maximaal 6 m, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - 3' de bouwhoogte van silo's maximaal 20 m mag bedragen |
Naast het bepaalde in de hierna genoemde subleden is tevens artikel Artikel 14 Algemene afwijkingsregels van toepassing.
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 4.2.2 onder b teneinde een vergroting binnen de planperiode toe te staan van de bestaande bebouwde oppervlakte bedrijfsbebouwing, mits:
Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en/of opstallen voor:
Ter plaatse van de aanduidingen zoals opgenomen in de volgende tabel zijn de in de tabel genoemde niet-agrarische bedrijven toegestaan:
Aanduiding | Adres | Toegestane activiteit | Bestaande bebouwde oppervlakte, inclusief overkappingen, exclusief bedrijfswoning en bij de bedrijfswoning behorende bijgebouwen | ||
specifieke vorm van bedrijf - 33 | Hazeldonkseweg 11 | loonwerkbedrijf | 1.959 m² |
In een bedrijfswoning en de bijgebouwen bij de bedrijfswoning is de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep toegestaan. Hiervoor gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in 4.4.1 onder e teneinde opslag van zand, grind en grond bij een loonwerkbedrijf (buitenopslag) toe te kunnen staan tot een maximum van 2.500 m³, waarbij moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd deze bestemming te wijzigen teneinde een andere vorm van bedrijvigheid toe te staan, waarbij moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders kunnen de gronden met deze bestemming wijzigen in de bestemming 'Wonen' en/of de bestemming 'Agrarisch' en/of 'Agrarisch met waarden', mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Wijzigen naar wonen
Splitsing
Indien het betreft (woon)boerderijpanden met cultuurhistorische waarde, is tevens woningsplitsing toegestaan, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
De voor 'Bos' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde en schuilgelegenheden zijn toegestaan, behoudens maximaal één gebouw ten behoeve van bos- en natuurbeheer, beheer van de natuurbegraafplaats en extensief recreatief medegebruik, mits de oppervlakte niet meer bedraagt dan 90 m².
Voor het bouwen van bouwwerken gelden de volgende maatvoeringseisen:
bouwhoogte informatievoorzieningen en entreevoorzieningen | maximaal 3 m |
bouwhoogte schuilgelegenheden ten behoeve van extensief recreatief medegebruik | maximaal 3 m |
bebouwde oppervlakte schuilgelegenheden ten behoeve van extensief recreatief medegebruik | maximaal 15 m² per schuilgelegenheid |
bouwhoogte overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | maximaal 2 m |
bebouwde oppervlakte van schuilgelegenheden en een gebouw als bedoeld onder 5.2.1 tezamen | maximaal 90 m² |
Er zijn maximaal 400 begraafplaatsen per hectare toegestaan.
Het gebruiken en (doen) laten gebruiken van de gronden ten behoeve van een natuurbegraafplaats, als bedoeld in artikel 5.1 sub b is alleen toegestaan indien de natuurontwikkeling en landschappelijke inpassing wordt uitgevoerd en in stand gehouden, conform:
Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en/of opstallen voor:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 5.3.3 onder c teneinde het begraven van lichamen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bos - natuurbegraafplaats crematie as' toe te staan, mits kan worden gegarandeerd dat de minimale ontwateringsdiepte tussen maaiveld en de gemiddeld hoogste grondwaterstand (GHG) meer dan 1,45 m bedraagt.
Het is verboden op de in 5.1 bedoelde gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag de in het schema onder 5.5.4 opgenomen omgevingsvergunningplichtige werken en werkzaamheden uit te (doen) voeren.
Het onder 5.5.1 vervatte verbod geldt niet voor werken en werkzaamheden:
De in 5.5.1 bedoelde vergunning wordt slechts verleend indien voldaan wordt aan de onder 5.5.4 opgenomen criteria.
Omgevingsvergunningplichtige werken/ werkzaamheden | Criteria voor vergunningverlening |
- het aanbrengen van oppervlakteverhardingen en halfverhardingen; - het afgraven, ophogen, of egaliseren van de bodem; - het verwijderen van houtopstanden; - het diepwoelen of - ploegen van de bodem; - het aanbrengen van (infrastructurele) ondergrondse leidingen; |
- de activiteiten zijn noodzakelijk in het kader van bos- en/of natuurbeheer dan wel van de natuurbegraafplaats; - de verhardingen zijn noodzakelijk voor het beheren dan wel verbeteren van bos en natuur dan wel voor de uitoefening van de natuurbegraafplaats en het mogelijk maken van extensief recreatief medegebruik; - de aanwezige natuurwaarden mogen niet onevenredig worden aangetast |
De voor 'Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de te verwachten archeologische waarden in de bodem.
Het is verboden op de in dit artikel bedoelde gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag de volgende werken en werkzaamheden uit te (doen) voeren:
uitgezonderd werken en werkzaamheden tot 0,30m beneden het maaiveld.
De in 6.2.1 bedoelde vergunning wordt pas verleend als de aanvrager een rapport heeft overgelegd, waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld en waaruit blijkt dat:
Indien voor het betreffende gebied inmiddels een ander voldoende deskundig onderzoek heeft plaatsgevonden en daaruit is gebleken dat geen archeologische waarden te verwachten zijn, kan ook worden volstaan met een verwijzing naar dit onderzoek.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen door de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 2' geheel of gedeeltelijk te doen vervallen dan wel te wijzigen naar een dubbelbestemming voor Archeologie waar een minder streng beschermingsregime geldt, indien:
De voor 'Waarde - Archeologie 3' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de te verwachten archeologische waarden in de bodem.
Het is verboden op de in dit artikel bedoelde gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag de volgende werken en werkzaamheden uit te (doen) voeren:
uitgezonderd werken en werkzaamheden tot 0,50m beneden het maaiveld.
Het onder 7.2.1 vervatte verbod geldt niet voor werken of werkzaamheden:
De in 7.2.1 bedoelde vergunning wordt pas verleend als de aanvrager een rapport heeft overgelegd, waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld en waaruit blijkt dat:
Indien voor het betreffende gebied inmiddels een ander voldoende deskundig onderzoek heeft plaatsgevonden en daaruit is gebleken dat geen archeologische waarden te verwachten zijn, kan ook worden volstaan met een verwijzing naar dit onderzoek.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen door de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 3' geheel of gedeeltelijk te doen vervallen dan wel te wijzigen naar een dubbelbestemming voor Archeologie waar een minder streng beschermingsregime geldt, indien:
De voor 'Waarde - Archeologie 4' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de te verwachten archeologische waarden in de bodem.
Het is verboden op de in dit artikel bedoelde gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag de volgende werken en werkzaamheden uit te (doen) voeren:
uitgezonderd werken en werkzaamheden tot 0,50m beneden het maaiveld.
Het onder 8.2.1 vervatte verbod geldt niet voor werken of werkzaamheden:
De in 8.2.1 bedoelde vergunning wordt pas verleend als de aanvrager een rapport heeft overgelegd, waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld en waaruit blijkt dat:
Indien voor het betreffende gebied inmiddels een ander voldoende deskundig onderzoek heeft plaatsgevonden en daaruit is gebleken dat geen archeologische waarden te verwachten zijn, kan ook worden volstaan met een verwijzing naar dit onderzoek.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen door de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 4' geheel of gedeeltelijk te doen vervallen dan wel te wijzigen naar een dubbelbestemming voor Archeologie waar een minder streng beschermingsregime geldt, indien:
De voor 'Waarde - Archeologie 5' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de te verwachten archeologische waarden in de bodem.
Het is verboden op de in dit artikel bedoelde gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag de volgende werken en werkzaamheden uit te (doen) voeren:
uitgezonderd werken en werkzaamheden tot 0,30m beneden het maaiveld.
Het onder 9.2.1 vervatte verbod geldt niet voor werken of werkzaamheden:
De in 9.2.1 bedoelde vergunning wordt pas verleend als de aanvrager een rapport heeft overgelegd, waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld en waaruit blijkt dat:
Indien voor het betreffende gebied inmiddels een ander voldoende deskundig onderzoek heeft plaatsgevonden en daaruit is gebleken dat geen archeologische waarden te verwachten zijn, kan ook worden volstaan met een verwijzing naar dit onderzoek.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen door de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 5' geheel of gedeeltelijk te doen vervallen dan wel te wijzigen naar een dubbelbestemming voor Archeologie waar een minder streng beschermingsregime geldt, indien:
De voor 'Waarde - Attentiegebied Natuur Netwerk Brabant' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en bescherming van de nabijgelegen natte natuurparel.
Het is verboden binnen deze bestemming zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag (omgevingsvergunning voor werken en werkzaamheden) de onder 10.2.4 opgenomen omgevingsvergunningplichtige werken en werkzaamheden uit te (doen) voeren.
Het onder 10.2.1 vervatte verbod geldt niet voor werken of werkzaamheden:
Alvorens de gevraagde omgevingsvergunning voor werken en werkzaamheden te verlenen, vraagt het bevoegd gezag het ter plaatse bevoegde watergezag om advies.
Omgevingsvergunningplichtige werken/werkzaamheden | Criteria voor verlening van de omgevings-vergunning voor werken en werkzaamheden |
a. het verzetten van grond van meer dan 100³ of op een diepte van meer dan 60 cm onder maaiveld, een en ander voor zover geen vergunning vereist is in het kader van de Ontgrondingenwet; b. de aanleg van drainage ongeacht de diepte tenzij het gaat om vervanging van een reeds aanwezige drainage; c. het verlagen van de waterstand anders dan door middel van het graven van sloten of het toepassen van drainagemiddelen met uitzondering van grondwateronttrekkingen; d. het aanbrengen van niet-omkeerbare verhardingen en/of verharde oppervlakten van meer dan 100 m² anders dan een bouwwerk; e. werken en werkzaamheden ten behoeve van het natuurbegraven, uitsluitend voor zover het betreft het begraven van lichamen, én voor zover het de gronden betreft ter plaatse van de aanduidingen 'specifieke vorm van bos - natuurbegraafplaats crematie as' en 'specifieke vorm van agrarisch met waarden - natuurbegraafplaats crematie as'. |
Voor a tot en met e geldt als criteria: indien de betreffende werken/ werkzaamheden dan wel de directe of indirecte gevolgen van deze werken/werkzaamheden de waterhuishoudkundige situatie in de NNB niet onevenredig worden aangetast of kunnen worden aangetast. Voor punt e geldt daarbij als criteria: Indien een minimale ontwateringsdiepte boven de gemiddeld hoogste grondwaterstand (GHG) van 1,45 meter is gegarandeerd. |
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Voorzover voor gronden tevens een dubbelbestemming geldt, dienen bij toepassing van de gebruiks- en bouwregels, binnenplanse omgevingsvergunningen voor het afwijken van de bouw- en gebruiksregels en voor het uitvoeren van werken en werkzaamheden en wijzigingsbepalingen van de overige voor deze gronden geldende bestemmingen de bepalingen van de dubbelbestemming(en) in acht te worden genomen.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 12.2.1 mits de afwijking in overeenstemming is met het vastgestelde gemeentelijke parkeerbeleid zoals weergegeven in de 'Nota parkeernormen 2013' inclusief later vastgestelde aanvullingen dan wel de nota die volgend op voornoemde wordt vastgesteld, waarbij voornoemde nota is komen te vervallen.
Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - radarverstoringsgebied' mag, in afwijking van hetgeen overigens binnen de diverse bestemmingen is toegestaan, de hoogte van 114 m niet door bebouwing worden overschreden.
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van de in 13.1.1 voorgeschreven hoogte onder voorwaarde dat de radar niet in onaanvaardbare mate negatief wordt beïnvloed. Hierover wordt vooraf schriftelijk advies ingewonnen bij de beheerder van de radar (i.c. de regionale directie van de Dienst Vastgoed Defensie van het Ministerie van Defensie).
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken ten behoeve van:
a. Omgevingsvergunningplicht
Het is verboden op de in 13.3.1 bedoelde gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag de in het schema onder d opgenomen omgevingsvergunningplichtige werken en werkzaamheden uit te (doen) voeren.
b. Uitzonderingen vergunningplicht
Het onder a vervatte verbod geldt niet voor werken en werkzaamheden:
c. Toetsing
De onder a bedoelde vergunning wordt slechts verleend indien voldaan wordt aan de onder d opgenomen criteria.
d. Schema omgevingsvergunning werken en werkzaamheden
Omgevingsvergunningplichtige werken/ werkzaamheden | Criteria voor vergunningverlening |
1. Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - omgevingsvergunning groenblauwe mantel': - het aanbrengen van oppervlakteverhardingen groter dan 200 m²; - het afgraven, vergraven, ophogen, of egaliseren van de bodem; - het vellen of rooien van houtgewas; - het dempen van poelen, sloten en greppels; - het graven van poelen, sloten en greppels; de aanleg van drainage. |
er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de watersystemen en de ecologische en landschappelijke waarden en kenmerken. |
2. Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - omgevingsvergunning laanbeplanting': - het aanbrengen van oppervlakteverhardingen en halfverhardingen; - het vellen of rooien van houtgewas; - het aanbrengen van (infrastructurele) ondergrondse leidingen. |
er mag geen aantasting plaatsvinden van de aangeduide landschapselementen. |
3. Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - omgevingsvergunning waardevol reliëf': - het aanbrengen van oppervlakteverhardingen en halfverhardingen; - het afgraven, ophogen, of egaliseren van de bodem; - het verwijderen van houtopstanden; - het diepwoelen of - ploegen van de bodem; - het aanbrengen van (infrastructurele) ondergrondse leidingen; - de aanleg van beplanting; - het aanbrengen van lage en hoge (voorzover het geen bouwwerken betreft) tijdelijke teeltondersteunenden voorzieningen uitsluitend zolang de teelt het vereist met een maximum van 6 maanden (insectengaas, afdekfolies, tunnels, wandelkappen, schaduwhallen, hagelschermen e.d.) |
er mag geen aantasting plaatsvinden van het zichtbare reliëfverschil en de landschappelijke openheid. |
Het bevoegd gezag kan, voor zover niet reeds op grond van een andere bepaling kan worden afgeweken, afwijken van de in het plan opgenomen maatvoering- en situeringseisen ten aanzien van bebouwing, met dien verstande dat maximaal 10% van de in de regels vastgelegde maatvoerings- en situeringseisen mag worden afgeweken, mits het landelijk karakter van het gebied, alsmede binnen de bestemming opgenomen waarden niet onevenredig wordt aangetast. Deze afwijkingsregel is niet van toepassing op de gezamenlijk bebouwde oppervlakte van maximaal 90 m² als bedoeld in artikel 5.2.2.
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - Natuur Netwerk Brabant' geheel of gedeeltelijk wijzigen in de bestemming 'Natuur' en/of 'Water', indien en voor zover de gronden worden ingericht en beheerd als natuurgebied, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Wijziging van het met het plan strijdig gebruik van de gronden en/of opstallen, is verboden tenzij door de wijziging de afwijking van het plan naar de aard niet wordt vergroot.
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan "Natuurbegraafplaats Vlierden"