Toelichting
Inhoudsopgave HOOFDSTUK 2 Doelstellingen van het bestemmingsplan HOOFDSTUK 1 Aanleiding 1.1 Inleiding Door A.C. van Riel, Korte Dreef 2 te Breda is verzocht de agrarische bestemming van de locatie Korte Dreef 2 te Breda te wijzigen in de bestemming 'Wonen'. Wijziging van het bestemmingsplan is nodig omdat de woning verkocht gaat worden en deze in de agrarische sector niet meer verkocht raakt. De bedrijfsmatige agrarische activiteiten zijn ter plaatse al langere tijd geleden beëindigd. 1.2 Bestaande toestand Op de betreffende locatie is jarenlang een agrarisch bedrijf geëxploiteerd door verzoeker. De bedrijfsactiviteiten zijn beëindigd en de huidige eigenaar wil omzetten naar een woonbestemming vanwege verkoop van de woning. Op de bijbehorende gronden bevinden zich een bedrijfswoning met een daarbij behorende bijgebouwen. 1.3 Vigerend bestemmingsplan Van kracht is het bestemmingsplan "Buitengebied Noord” vastgesteld door de gemeenteraad op 7 november 2013. Tegen het vastgestelde bestemmingsplan lopen nog wel beroepen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State maar deze zijn niet specifiek gericht tegen deze locatie.. HOOFDSTUK 2 Doelstellingen van het bestemmingsplan 2.1 Huidige situatie Op deze locatie is thans een bedrijfswoning aanwezig met 2 bijgebouwen (voormalige bedrijfsgebouwen). De locatie heeft in het bestemmingsplan nog een agrarische bestemming. De woning en de gronden zijn niet meer voor agrarische doeleinden in gebruik en de locatie staat te koop. 2.2 Toekomstige situatie In de bedrijfswoning zal de nieuwe eigenaar zijn woonverblijf hebben en de bijgebouwen zullen als bijgebouw gebruikt gaan worden voor de woonbestemming. Om dit juridisch mogelijk te maken zal via dit wijzigingsplan de agrarische bestemming moeten worden omgezet naar een woonbestemming. De verplichte landschappelijke inpassing, waarop later nog wordt teruggekomen, zal via de toe te kennen bestemming Natuur worden beschermd. 2.3 Regelgeving 2.3.1 Inleiding Van kracht is het bestemmingsplan 'Buitengebied Noord' De gronden en opstallen aan de Korte Dreef 2 te Breda zijn in het bestemmingsplan Buitengebied Noord bestemd tot 'Agrarisch' met de aanduiding 'bouwvlak' voor de bebouwing. Op grond van het bepaalde in artikel 3, lid 3.6 onder c van dit bestemmingsplan zijn burgemeester en wethouders bevoegd het plan te wijzigen, mits wordt voldaan aan de Landschapsinvesteringsregeling Breda, ten behoeve van het deels wijzigen van de bestemming 'Agrarisch' met de aanduiding 'bouwvlak' in de bestemming 'Wonen' onder de volgende voorwaarden: de agrarische ontwikkelingsmogelijkheden van nabijgelegen bedrijven niet worden beperkt; aan cultuurhistorische, landschappelijke en natuurlijke waarden en milieuhygiënische en water- en bodemhuishoudkundige aspecten geen onevenredige schade wordt toegebracht ; de voormalige agrarische bedrijfsgebouwen, niet zijnde cultuurhistorisch waardevolle bebouwing, voor het merendeel worden gesloopt, en deze sloop afdoende is verzekerd, waarbij maximaal 500 m² mag worden gehandhaafd als bijgebouw alsmede overtollige verharding wordt verwijderd. 2.3.2 Onderzoek Het verzoek is getoetst aan de voorwaarden uit het vigerende bestemmingsplan en hierbij is het volgende geconcludeerd. In het kader van de Landschapsinvesteringsregeling Breda valt deze ruimtelijke ontwikkeling in categorie 2 en dient een landschappelijke inpassing te worden gerealiseerd. Hierover zijn afspraken gemaakt en is een verplichte landschapsinvestering afgesproken op basis van de Landschapsinvesteringsregeling Breda. Teneinde de aanleg te garanderen is dit vastgelegd in een overeenkomst met de initiatiefnemer. Teneinde het behoud te garanderen is de locatie, waar deze landschappelijke inpassing moet worden gerealiseerd en overeenkomstig het bepaalde in artikel 3 , lid 3.6 onder g, bestemd tot 'Natuur'. Het dichtstbijzijnde bedrijf ligt aan de overkant van de Korte Dreef 2. De beoogde ontwikkeling levert, gezien het feit dat er geen extra hindergevoelige objecten worden toegevoegd en een bestaande woonbestemming op kortere afstand ligt dan onderhavige woning, geen extra belemmering op voor nabijgelegen bedrijven. Met het omzetten van de agrarische bestemming naar een woonbestemming is het potentieel aan bebouwing erg afgenomen hetgeen een bijdrage levert aan het agrarische landschap ter plaatse en zal dus geen onevenredige schade aan het ;landschap tot gevolg hebben. In verband met deze ontwikkeling zal ter plaatse van de locatie nog wel een verplicht gesteld landschapselement worden toegevoegd die de waarde van het gebied mogelijk kan doen toenemen. De bijbehorende bijgebouwen zijn niet groter dan op grond van het Landschapsinvesteringsregeling Breda behouden mag blijven (max 500 m2). De wijziging van de bestemming zal dan ook niet gepaard hoeven te gaan met sloop van een gedeelte van deze bijgebouwen. 2.3.3 Conclusie Uit het voorgaande mag worden geconcludeerd dat het verzoek voldoet aan de voorwaarden uit het bestemmingsplan Buitengebied Noord tot wijziging van de bestemming. HOOFDSTUK 3 Planbeschrijving Voorliggend wijzigingsplan bestaat uit een verbeelding, toelichting en planregels. De verbeelding volstaat met het aangeven van de nieuwe bestemming ‘Bedrijf’ met bestemmingsvlak en bouwvlak. De vereiste landschapsinvestering heeft de bestemming 'Natuur'gekregen. De planregels betreffen de ongewijzigde regels welke behoren bij de in het plangebied opgenomen bestemmingen en de op alle bestemmingen betrekking hebbende artikelen uit het bestemmingsplan Buitengebied Noord. HOOFDSTUK 4 Procedure Het onderhavige plan is een plan als bedoeld in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening. Ten aanzien van de procedure is het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht van kracht. Een en ander betekent dat het ontwerpplan gedurende 6 weken ter inzage zal worden gelegd tijdens welke termijn door belanghebbenden zienswijzen tegen dit wijzigingsplan kunnen worden ingediend waarna het plan kan worden vastgesteld door het college. Tegen het besluit van het college staat rechtstreeks beroep open bij de Afdseling bestuursrechtspraak van de Raad van State.