Planregels
Inhoudsopgave Artikel 5 Waterstaat - Waterberging Artikel 6 Waarde - Archeologie Artikel 8 Algemene gebruiksregels Artikel 9 Algemene aanduidingsregels Artikel 10 Algemene afwijkingsregels Artikel 11 Algemene procedureregels HOOFDSTUK 4 Overgangs- en slotregels HOOFDSTUK 1 Inleidende regels Artikel 1 Begrippen In deze regels wordt verstaan onder: 1.1 Plan het wijzigingsplan 'Park de Bavelse Berg, wijzigingsplan Molenley en Willekensloop' van de gemeente Breda; 1.2 Bestemmingsplan de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0758.BW2014054002-0401 met de bijbehorende regels en bijlagen; 1.3 Bebouwing één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde; 1.4 Bedrijfsgebouw een gebouw, dat dient voor de uitoefening van een bedrijf; 1.5 Bedrijfsvloeroppervlakte de totale oppervlakte van de voor bedrijfsuitoefening benodigde bedrijfsruimte, inclusief de verkoopvloeroppervlakte, opslag- en administratieruimten en dergelijke; 1.6 Belwinkel elke ruimte voor het bedrijfsmatig aan het publiek gelegenheid bieden tot het voeren van telefoongesprekken, al dan niet in daarvoor bestemde belcabines, waaronder mede begrepen het verzenden van faxen en het toegang bieden tot het internet al dan niet in combinatie met de verkoop van telefoons of accessoires voor telefoons; 1.7 Bestemmingsgrens de grens van een bestemmingsvlak; 1.8 Bestemmingsvlak een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming; 1.9 Bouwen het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats; 1.10 Bouwgrens de grens van een bouwvlak; 1.11 Bouwlaag een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren (of horizontale balklagen) is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw, dakopbouw en zolder; 1.12 Bouwperceel een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten; 1.13 Bouwperceelgrens een grens van een bouwperceel; 1.14 Bouwvlak een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten; 1.15 Bouwwerk elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond; 1.16 Detailhandel het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder de uitstalling ten behoeve van verkoop, verkopen en/of leveren van goederen, geen motorbrandstoffen zijnde, aan personen die deze goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit; 1.17 Dienstverlening bedrijf of instelling waarvan de werkzaamheden bestaan uit het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij het publiek rechtstreeks (al dan niet via een balie) te woord wordt gestaan en geholpen, waaronder zijn begrepen kapperszaak, schoonheidsinstituut, fotostudio, reisbureau en naar aard daarmee gelijk te stellen bedrijven en inrichtingen; 1.18 Evenement een tijdelijke activiteit in de openlucht en/of - al dan niet- in een tijdelijk onderkomen, gericht op het bereiken van publiek voor commerciële, educatieve, culturele, sportieve, levensbeschouwelijke of daarmee gelijk te stellen doeleinden, niet zijnde een evenement met versterkt geluid; 1.19 Evenement met versterkt geluid evenement waarbij voor het versterken van geluid gebruik wordt gemaakt van één of meerdere muziek- en/of omroepinstallaties; 1.20 Evenementencomplex een gebouw dat in hoofdzaak is gericht op het houden van evenementen al dan niet met versterkt geluid; 1.21 Evenemententerrein buitenterrein ten behoeve van het houden van evenementen al dan niet met versterkt geluid; 1.22 Extensief recreatief medegebruik ongeorganiseerd recreatief medegebruik van gronden, zoals wandelen, fietsen, varen, zwemmen, vissen en daarmee gelijk te stellen activiteiten, dat geen specifiek beslag legt op de ruimte, behouden ruimtebeslag door voet-, fiets- en ruiterpaden en die in hoofdzaak gericht zijn op natuur- en landschapsbeleving. 1.23 Gebouw elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt; 1.24 Groepsrisico het groepsrisico geeft de cumulatieve kansen aan per jaar, dat ten minste 10, 100 of 1000 personen overlijden als rechtstreeks gevolg van een ongeval op een transportroute of als rechtstreeks gevolg van hun aanwezigheid in het invloedsgebied van een inrichting en een ongewoon voorval plaatsvindt binnen die inrichting, waarbij een gevaarlijke (afval)stof of bestrijdingsmiddel betrokken is; 1.25 Groothandel in smart-, grow- en/of headproducten elke ruimte voor het bedrijfsmatig te koop aanbieden, verkopen en/of leveren van synthetische of organische psychotrope stoffen of planten die psychotrope stoffen bevatten, of kweekbenodigdheden (zoals potgrond, meststoffen, bestrijdingsmiddelen, lampen, ventilatiesystemen, waterpompen etc.) ten behoeve van het kweken van planten die psychotrope stoffen bevatten, of benodigdheden ten behoeve van het gebruiken van psychotrope stoffen, of voor het gebruiken of bewerken van planten die psychotrope stoffen bevatten, aan personen die de goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending in de uitoefening van eigen beroeps- of bedrijfsactiviteit, met inbegrip van het uitstallen ten behoeve van verkoop en levering van deze stoffen; 1.26 Growshop elke ruimte voor het bedrijfsmatig te koop aanbieden, verkopen en/of leveren van kweekbenodigdheden (zoals potgrond, meststoffen, bestrijdingsmiddelen, lampen, ventilatiesystemen, waterpompen etc.) ten behoeve van het kweken van planten die psychotrope stoffen bevatten, aan personen die de goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit, met inbegrip van het uitstallen ten behoeve van verkoop en/of levering van deze kweekbenodigdheden; 1.27 Headshop elke ruimte voor het bedrijfsmatig te koop aanbieden, verkopen en/of leveren van benodigdheden ten behoeve van het gebruiken van psychotrope stoffen, of voor het gebruiken of bewerken van planten die psychotrope stoffen bevatten, aan personen die de goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit, met inbegrip van het uitstallen ten behoeve van verkoop en/of levering van deze benodigdheden; 1.28 Horeca Horeca 1: een zelfstandig winkelondersteunend daghorecabedrijf, gebonden aan de openingstijden zoals die gelden voor detailhandel conform de Winkeltijdenwet en de gemeentelijke regelgeving aangaande winkeltijden, dat in hoofdzaak is gericht op het verstrekken van maaltijden, drank, consumptie-ijs aan winkelend publiek voor consumptie ter plaatse (lunchroom, koffie-/theehuis, ijssalon). Bij deze vorm van horeca dient de aard en omvang van de bedrijfsactiviteit te passen binnen een winkelgebied (centrumgebied), en is zij gebonden aan en/of ondersteunend voor de (winkel)functie van dat gebied, daarbij lettend op de aard en de ligging van de andere gebruiksvormen in en het karakter van het gebied; Horeca 2: een bedrijf dat in hoofdzaak is gericht op het verstrekken van maaltijden voor consumptie ter plaatse (restaurant), met als nevenactiviteit het verstrekken van alcoholhoudende en alcoholvrije dranken; Horeca 3: een combinatie van horeca 2 (restaurant) en horeca 4 (café); Horeca 4: een bedrijf dat in hoofdzaak is gericht op het ter plaatse verstrekken en consumeren van dranken, met uitzondering van een seksinrichting (café, bar); Horeca 5: elke voor het publiek, al dan niet tegen betaling toegankelijke lokaliteit, die in belangrijke mate is ingericht of wordt gebruikt voor het dansen en waarin al dan niet dranken voor gebruik ter plaatse worden verstrekt, met uitzondering van een seksinrichting (discotheek, bar-dancing, partycentrum); Horeca 6: een bedrijf dat in hoofdzaak is gericht op het bereiden en verstrekken van kleine etenswaren, al dan niet voor consumptie ter plaatse, die snel bereid worden en relatief goedkoop zijn (zoals cafetaria, snackbar, automatiek, fastfoodrestaurant, fastfoodbezorging, fastfoodafhaal, grillroom, shoarma, kebab, pizza-afhaal/-bezorging); Horeca 7: een bedrijf dat is gericht op het bieden van logies (per nacht) met de daarbij behorende voorzieningen zoals een restaurant en vergader- en congresfaciliteiten (hotel). 1.29 Kantoor een gebouw ten behoeve van een bedrijf of instelling waarvan de werkzaamheden bestaan uit het bedrijfsmatig verlenen van diensten waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen; 1.30 Kinderopvang een bedrijf of stichting gericht op de opvang van kinderen; 1.31 Kunstwerk een bouwwerk, geen gebouw zijnde, ten behoeve van civieltechnische en/of infrastructurele doeleinden, zoals een brug, een dam, een duiker, een tunnel, een via- of aquaduct, een sluis dan wel een daarmee gelijk te stellen voorziening; 1.32 Leisurebedrijven bedrijven, niet zijnde detailhandel, gericht op het aanbieden en/of organiseren van activiteiten en/of voorzieningen aan bezoekers (overdekt en/of in de open lucht, actief of passief) ten behoeve van vrijetijdsbesteding; 1.33 Maatschappelijke voorzieningen voorzieningen inzake welzijn, volksgezondheid (medisch en paramedisch), cultuur, religie, verenigingsleven, onderwijs, openbare orde en veiligheid, kinderdagverblijven, buitenschoolse opvang en peuterspeelzalen en daarmee gelijk te stellen bedrijven of instellingen; 1.34 Nutsvoorzieningen voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, openbare sanitaire voorzieningen, telefooncellen, collectieve energievoorzieningen (o.a. warmtepompen) en apparatuur voor telecommunicatie; 1.35 Ondersteunende detailhandel het als nevenactiviteit verkopen van goederen aan bezoekers ter ondersteuning van de ter plaatse gevoerde activiteiten; 1.36 Ondersteunende horeca het als nevenactiviteit verkopen van dranken en spijzen voor consumptie ter plaatse van een openbaar toegankelijk commercieel bedrijf of commerciele instelling, geen horecagelegenheid zijnde; 1.37 Plaatsgebonden risico het plaatsgebonden risico (PR) is de kans per jaar op overlijden van een onbeschermd individu op een bepaalde locatie naar aanleiding van een incident met gevaarlijke stoffen; 1.38 Prostitutie het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding; 1.39 Risicovolle inrichting een inrichting, als bedoeld in artikel 2, lid 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi), waarvoor een grenswaarde of richtwaarde voor het plaatsgebonden risico of een risicoafstand moet worden aangehouden dan wel andere inrichtingen, waarvan het plaatsgebonden risico, berekend volgens de op grond van het Bevi vastgestelde regels, hoger is of kan zijn dan 10-6 per jaar; 1.40 Seksinrichting een voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotisch/ pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een (raam)prostitutiebedrijf, een erotische massagesalon, een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar; 1.41 Smartshop elke ruimte voor het bedrijfsmatig te koop aanbieden, verkopen en/of leveren van synthetische of organische psychotrope stoffen of planten die psychotrope stoffen bevatten, aan personen die de goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit, met inbegrip van het uitstallen ten behoeve van verkoop en/of levering van deze stoffen; 1.42 Thematische detailhandel detailhandelsondernemingen op het gebied van sportartikelen waarbij te koop aangeboden artikelen kunnen worden uitgeprobeerd (try-and-buy) op een speciaal daartoe aangelegde voorziening; 1.43 Verhard een verharding bestaande uit baksteen, tegels, beton en/ of asfalt, alsmede daarmede vergelijkbare vaste/ gesloten materialen, niet zijnde astbesthoudend materiaal; 1.44 Vrijetijdsbesteding alle economisch en sociaal-maatschappelijk georiënteerde activiteiten (zowel passief als actief) en/of voorzieningen (zowel overdekt als in de openlucht) ten behoeve van de besteding van de vrijetijd in de breedste zin en met inbegrip van de segmenten kunst & cultuur, sport & spel, uitgaan & vermaak, natuur-& waterrecreatie, beurzen & evenementen, horeca & verblijf; 1.45 Wellness een bedrijf dat gericht is op het bedrijfsmatig aanbieden van producten en/of diensten ter bevordering van een gezonde levensstijl in de breedste zin en daarmee gericht op het algehele persoonlijk welbevinden van mensen, waaronder mede begrepen preventieve gezondheidszorg; 1.46 Werklocaties bedrijven, niet zijnde detailhandel, die zich richten op onder meer ontwerp, productie en/of dienstverlening rondom het thema vrijetijdsbesteding, niet gericht op bezoekers. Artikel 2 Wijze van meten Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten: 2.1 Bebouwingspercentage het deel van het bouwperceel uitgedrukt in procenten dat bebouwd mag worden; 2.2 Bouwhoogte van een bouwwerk vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen; 2.3 Goothoogte van een bouwwerk vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel; 2.4 Ondergeschikte bouwdelen bij de toepassing van de bouw- en bestemmingsgrenzen worden ondergeschikte bouwdelen, zoals plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, erkers, balkons en overstekende daken en dergelijke buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van de bouw-, of bestemmingsgrenzen niet meer dan 1 meter bedraagt; 2.5 Oppervlakte van een bouwwerk tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk; 2.6 Peil voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang; indien het perceel niet direct grenst aan de hoofdtoegang: de gemiddelde hoogte van het aansluitende maaiveld. HOOFDSTUK 2 Bestemmingsregels Artikel 3 Gemengd - 2 3.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Gemengd - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor : vrijetijdsbesteding; wellness; dienstverlening, niet zijnde zelfstandige kantoren; bedrijven in het kader van vrijetijdsbesteding en wellness in de milieucategorie 1 tot en met 3.2 zoals opgenomen in de Staat van Bedrijfsactiviteiten zoals die als bijlage 1 bij deze regels is gevoegd. maatschappelijke voorzieningen, in de vorm van kinderopvang; thematische detailhandel; horeca in de categorieën 1 tot en met 7; evenementencomplex; evenementen met versterkt geluid in de openlucht of in tijdelijke onderkomens, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'evenemententerrein' . met daaraan ondergeschikte kantoren uitsluitend ten behoeve van het genoemde onder 6.1 a t/m i en niet zijnde zelfstandige kantoren: ondersteunende horeca; ondersteunende detailhandel; water; en tevens: wegen en paden; groenvoorzieningen; parkeervoorzieningen; kamperen gelieerd aan evenementen; nutsvoorzieningen. 3.2 Bouwregels 3.2.1 Algemeen In of op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd: gebouwen; bouwwerken, geen gebouwen zijnde. ten behoeve van het evenementencomplex dienen minimaal 2250 parkeerplaatsen aanwezig te zijn c.q. gerealiseerd te worden. 3.2.2 Gebouwen Voor het bouwen gelden de volgende regels; gebouwen dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd; de bouwhoogte bedraagt maximaal 15 meter, met uitzondering van de bouwhoogte ten behoeve van het evenementencomplex, waarvan voor een oppervlak van maximaal 15.000 m2, een bouwhoogte van maximaal 25 meter is toegestaan; de maximaal te bebouwen oppervlakte bedraagt 35.000 m2 bvo, waarbij een gebouwde parkeervoorziening niet is inbegrepen; de gezamenlijke oppervlakte van het genoemde onder 6.1 j mag tezamen niet meer zijn dan 30 % van de oppervlakte van het betreffende gebouw, met dien verstande dat het oppervlak van ondersteunende detailhandel niet meer dan 500 m2 mag bedragen; de maximale oppervlakte van thematische detailhandel als genoemd onder 6.1 f bedraagt 10.000 m2 bvo. 3.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde Voor het bouwen gelden de volgende regels: de bouwhoogte bedraagt maximaal: van lichtmasten en vlaggenmasten 15 meter; van omroepinstallaties 6 meter; van terreinafscheidingen 3 meter; van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde 5 meter; van kunstwerken 6 meter; van constructies ten behoeve van parkeren 15 meter; van overkappingen 6 meter; van masten ten behoeve van naamsbekendheid 35 meter, met een aantal van maximaal 1. tijdelijke bouwwerken ten behoeve van de evenementen zoals tribunes en podia zijn toegestaan met dien verstande dat deze per evenement maximaal 10 dagen in stand mogen blijven. 3.3 Afwijken van de gebruiksregels Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 10 voor het toestaan van bedrijfsactiviteiten welke niet zijn genoemd in de als bijlage 1 bij deze regels opgenomen Staat van Bedrijfsactiviteiten maar die qua aard en milieubelasting zijn gelijk te stellen met de in de lijst genoemde bedrijven binnen de categorieën 1 tot en met 3.2 niet zijnde detailhandelsbedrijven, horecabedrijven of zelfstandige kantoren alsmede bedrijven uit een hogere categorie mits het betrokken bedrijf naar omvang, aard en invloed op de omgeving is gelijk te stellen met bedrijven in de categorieën 1 tot en met 3.2. Artikel 4 Natuur 4.1 Bestemmingsomschrijving De voor Natuur aangewezen gronden zijn bestemd voor: de duurzame instandhouding van natuurgebieden; behoud, herstel en/of ontwikkeling van de aan de natuurgebieden eigen zijnde natuur- en hydrologische waarden; behoud of versterking van de landschappelijke, cultuurhistorische en archeologische waarden; extensief recreatief medegebruik; fiets-, voet en wandelpaden. 4.2 Bouwregels Op of in de tot Natuur bestemde gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van en noodzakelijk voor de genoemde bestemming worden gebouwd, waarbij de hoogte niet meer dan 1,50 meter mag bedragen en in de vorm van voorzieningen voor het extensief recreatief gebruik zoals zitgelegenheden. 4.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren: het ontgronden, vergraven, afgraven, egaliseren, diepploegen en ophogen van gronden; het aanplanten of verwijderen van bomen en/of houtgewassen alsmede het aanleggen en/of aanplanten van landschapselementen; het vellen of rooien van houtgewas als bos, houtsingels, boomgroepen struwelen, alsmede het verwijderen van landschapselementen als poelen, moerasjes en ruigten; het aanleggen, verbreden of verharden van wegen, paden of parkeergelegenheden en andere oppervlakteverhardingen; het aanleggen van voorzieningen ten behoeve van het extensief recreatief medegebruik; het aanbrengen van drainage; het aanleggen van ondergrondse of bovengrondse leidingen en daarmee verband houdende constructies; Het onder 4.3 a. vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke: het normale onderhoud betreffen; reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan. De in onder 4.3 a. genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ecologische en/of landschappelijke waarden van de gronden. Artikel 5 Waterstaat - Waterberging 5.1 Bestemmingsomschrijving De voor Waterstaat - Waterberging aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor opvang van waterberging en voor waterlopen. 5.2 Bouwregels Binnen gebieden met deze bestemming is het niet toegestaan zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning te bouwen, met uitzondering van gebouwen ter vervanging van bestaande gebouwen, waarbij de bestaande oppervlakte van het gebouw niet wordt vergroot of veranderd. 5.3 Afwijken van de bouwregels Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 5.2, voor het bouwen van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de andere daar voorkomende bestemmingen, met dien verstande dat: middels een hydrologisch onderzoek kan worden aangetoond dat het werk of de werkzaamheden geen gevolgen hebben voor de waterbergingscapaciteit in het gebied, dan wel dat middels een hydrologisch onderzoek kan worden aangetoond dat het verlies aan berging elders binnen het totale plangebied wordt gecompenseerd; er vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de waterbeheerder. 5.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden Het is verboden om zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden van burgemeester en wethouders op de in voor Waterstaat - Waterberging aangewezen gronden het volgende werk en/of werkzaamheden uit te voeren: het vergraven, afgraven, egaliseren en ophogen van gronden; het aanleggen, verbreden en verharden van wegen, paden, banen en andere oppervlakteverhardingen met een oppervlakte van meer dan 100 m²; andere werken die een verandering van de waterhuishouding of het grondwaterpeil tot gevolg hebben, zoals drainage en (onder)bemaling; De omgevingsvergunning kan pas worden verleend indien aan de volgende voorwaarden is voldaan: middels een hydrologisch onderzoek kan worden aangetoond dat het werk of de werkzaamheden geen gevolgen hebben voor de waterbergingscapaciteit in het gebied, dan wel dat middels een hydrologisch onderzoek kan worden aangetoond dat het verlies aan berging elders binnen het totale plangebied wordt gecompenseerd; er vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de waterbeheerder. Het onder a vervatte verbod geldt niet voor werken of werkzaamheden welke: betrekking hebben op normaal onderhoud en beheer, alsmede werk en werkzaamheden tot herstel van voor de waterbergingsfunctie ongewenst veranderingen; reeds inuitvoering zijn op het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan; mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning. Artikel 6 Waarde - Archeologie 6.1 Bestemmingsomschrijving De voor Waarde - Archeologie aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van de archeologische waarden. 6.2 Bouwregels Binnen gebieden met deze bestemming is het niet toegestaan zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning te bouwen, met uitzondering van: gebouwen ter vervanging van bestaande gebouwen, waarbij de bestaande oppervlakte van het gebouw niet wordt vergroot of veranderd; het oprichten of uitbreiden van gebouwen met een oppervlakte van maximaal 100 m2. Deze bouwbeperking geldt niet voor gebieden die zijn vrijgegeven middels een door het bevoegd gezag afgegeven selectiebesluit. 6.3 Afwijken van de bouwregels Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 4.2 indien: op basis van een ingesteld archeologisch onderzoek kan worden aangetoond dat ter plaatse waar gebouwd gaat worden geen archeologische waarden als zodanig aanwezig zijn; dan wel dat er passende maatregelen zijn genomen om de aanwezige archeologische waarde veilig te stellen, zoals het aanbrengen van een beschermingslaag, het opgraven van de archeologische artefacten, het documenteren van de archeologische waarde of andere met het bevoegd gezag overeengekomen maatregelen. 6.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de navolgende werken en/of werkzaamheden uit te voeren of te doen uitvoeren als deze een oppervlakte betreffen van meer dan 100 m²: het ontgronden, vergraven, afgraven, egaliseren, diepploegen, woelen en mengen en ophogen van gronden; het aanbrengen of verwijderen van diepwortelende beplantingen, het bebossen en aanplanten van gronden en het rooien en/of kappen van bos of andere houtgewassen waarbij de stobben worden verwijderd; het aanleggen, verbreden of verharden van wegen, paden of parkeergelegenheden en andere oppervlakteverhardingen als dieper dan 0,30 meter wordt ontgraven; het aanleggen van ondergrondse leidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties en apparatuur; het aanbrengen van constructies die verband houden met bovengrondse leidingen; het aanleggen, verdiepen, verbreden en dempen van sloten, watergangen en andere werken die een verandering van de waterhuishouding of het grondwaterpeil tot gevolg hebben, zoals drainage en (onder)bemaling;alle overige werkzaamheden die de archeologische waarden in het terrein kunnen aantasten en die niet worden gerekend tot het normale gebruik van het terrein. Aan een vergunning als onder lid a. bedoeld, kunnen voorwaarden worden verbonden indien uit voorafgaand archeologisch onderzoek de aanwezigheid van archeologische waarden is vastgesteld en het om zwaarwichtige redenen niet mogelijk is de archeologische waarden geheel te behouden. In afwijking van het bepaalde onder a is geen omgevingsvergunning vereist, indien uit voorafgaand archeologisch onderzoek is gebleken dat geen archeologische waarden aanwezig zijn en geen archeologische waarden worden aangetast. HOOFDSTUK 3 Algemene regels Artikel 7 Anti-dubbeltelregel Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing. Artikel 8 Algemene gebruiksregels Het is verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel, strijdig met de bestemming. Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval verstaan: wonen; detailhandel gericht op verkoop van modische artikelen zoals kleding en schoenen, met uitzondering van sportkleding en –schoeisel tbv de uitoefening van sport; detailhandel in food en foodproducten; het gebruik van de gronden en opstallen voor de exploitatie van een smart-, grow- en headshop, alsmede een groothandel in smart-, grow- en/of headproducten, een belwinkel of een combinatie hiervan, als ook het gebruik van de opstallen voor een seksinrichting; Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder a., indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd. Artikel 9 Algemene aanduidingsregels 9.1 luchtvaartverkeerszone - ils 1 Ter plaatse van de aanduiding 'luchtvaartverkeerszone - ils 1' ten behoeve van het verstoringsgebied rondom de start en landingsbaan geldt dat de bouwhoogte van een bouwwerk binnen de aanduiding ''luchtvaartverkeerszone - ils 1' in geen enkel opzicht meer mag bedragen dan 62,6 m boven NAP; Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 8.1, onder a teneinde een grotere bouwhoogte toe te staan met dien verstande dat: de bouwhoogte nooit hoger wordt dan 105 m boven NAP; de werking van het Instrument Landing System niet in onaanvaardbare mate negatief wordt beïnvloed. Alvorens de omgevingsvergunning te verlenen wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de beheerder van de betrokken Instrument Landing System. 9.2 luchtvaartverkeerszone - invliegfunnel Op gronden gelegen binnen deze aanduiding mag, ongeacht het bepaalde hieromtrent in de betreffende bestemming, niet hoger gebouwd worden dan 105 m boven NAP. Artikel 10 Algemene afwijkingsregels Burgemeester en wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, met een omgevingsvergunning afwijken van: de bij recht in de planregels gegeven maten, afmetingen, percentages tot niet meer dan 10% van die maten, afmetingen en percentages indien dit om technische redenen noodzakelijk en/of gewenst is; de bestemmingsbepalingen en toestaan dat het beloop of het profiel van wegen of de aansluiting van wegen onderling in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of -intensiteit daartoe aanleiding geven; de bestemmingsbepalingen en toestaan dat bouwgrenzen worden overschreden, indien een meetverschil daartoe aanleiding geeft; het bepaalde ten aanzien van de maximale (bouw)hoogte van gebouwen en toestaan dat de (bouw)hoogte van de gebouwen ten behoeve van plaatselijke verhogingen, zoals schoorstenen, luchtkokers, liftkokers en lichtkappen, mits: de oppervlakte van de vergroting niet meer dan 20 m² bedraagt; de hoogte niet meer dan 1,25 maal de maximale (bouw)hoogte van het betreffende gebouw bedraagt. Artikel 11 Algemene procedureregels Op de voorbereiding van een besluit tot wijziging van het bestemmingsplan op grond van artikel 3.6, van de Wet ruimtelijke ordening, is de procedure als bedoeld in afdeling 3.4 Algemene wet bestuursrecht, van toepassing. Artikel 12 Overige regels 12.1 Parkeren Bij het bouwen op grond van deze planregels dient te allen tijde te worden voldaan aan hetgeen ten aanzien van de normering inzake parkeren is vastgelegd in de Nota Parkeer- en Stallingsbeleid Breda zoals vastgesteld op 10 september 2004. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om indien er met betrekking tot parkeren door de gemeenteraad gewijzigd beleid wordt vastgesteld, dit overeenkomstig van toepassing te verklaren op onderhavig bestemmingsplan. HOOFDSTUK 4 Overgangs- en slotregels Artikel 13 Overgangsrecht 13.1 Overgangsrecht bouwwerken Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een bouw- of omgevingsvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot: gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd; na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan. Burgemeester en wethouders kunnen eenmalig met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder a. voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk met maximaal 10%. Het bepaalde onder a en b is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan. 13.2 Overgangsrecht gebruik Het gebruik van gronden en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdig gebruik, bedoeld onder a. te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind. Indien het gebruik, bedoeld onder a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten. Het bepaalde onder a. is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan. Artikel 14 Slotregel Deze regels worden aangehaald als: Regels van het plan "Park de Bavelse Berg, wijzigingsplan Molenley en Willekensloop van de gemeente Breda.
overige waterpartijen;