Plan: | Buitengebied Zuid 2013, Liesdreef en Sprundelsebaan |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0758.BP2021227024-ON01 |
In deze regels wordt verstaan onder:
Het bestemmingsplan 'Buitengebied Zuid 2013, Liesdreef en Sprundelsebaan' met identificatienummer NL.IMRO.0758.BP2021227024-ON01 van de gemeente Breda.
De geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
de digitale weergave van het bestemmingsplan 'Buitengebied Zuid 2013, Liesdreef en Sprundelsebaan', gewaarmerkt als NL.IMRO.0758.BP2021227024-ON01 en elektronisch beschikbaar gesteld op de daarvoor aangewezen landelijke voorziening.
Een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
De grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
Een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of het houden van dieren.
Waarden die bestaan uit de aanwezigheid van een bodemarchief met sporen van vroegere menselijke bewoning of grondgebruik daarin, en die als zodanig van wetenschappelijk belang zijn en het cultuurhistorisch erfgoed vertegenwoordigen.
De grens van een bestemmingsvlak.
Een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
Bevoegd gezag zoals bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
Het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
Elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
Een kampeerauto.
Een recreatieve activiteit waarbij geen nachtverblijf mogelijk is.
Recreatief medegebruik van gronden, zoals wandelen, fietsen, varen, zwemmen, vissen en daarmee gelijk te stellen activiteiten, dat geen specifiek beslag legt op de ruimte, behoudens ruimtebeslag door voet-, fiets- en ruiterpaden en die in hoofdzaak gericht zijn op natuur- en landschapsbeleving.
Bermen, bomen, beplanting, parken en plantsoenen en ander daarmee vergelijkbaar groen.
Een agrarisch bedrijf waarvan de bedrijfsvoering volledig of nagenoeg volledig is gericht op het gebruik maken van grond als productiemiddel.
Terrein of plaats, geheel of gedeeltelijk ingericht, en blijkens die inrichting bestemd, om daarop gelegenheid te geven tot het plaatsen of geplaatst houden van campers ten behoeve van recreatief nachtverblijf.
de in het kader van een ruimtelijke ontwikkeling uit te voeren aantoonbare en uitvoerbare fysieke verbetering van de aanwezige of potentiële kwaliteiten van bodem, water, natuur, landschap en/of cultuurhistorie en/of een aantoonbare en uitvoerbare fysieke verbetering van de extensieve recreatieve mogelijkheden in het plangebied, een en ander overeenkomstig de als bijlage (PM) bijgevoegde Landschapsinvesteringsregeling Breda.
Landschappelijk, cultuurhistorisch en natuurlijk waardevolle elementen in het landschap, zoals onder andere houtopstanden, houtwallen en singels of andere natuurlijke elementen anders dan opgaande beplanting zoals moerasjes, poelen en steilranden welke geen agrarische productiefunctie hebben.
De aan een gebied toegekende waarde in visueel-ruimtelijk, cultuurhistorisch, ecologisch of geomorfologisch opzicht.
Voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, openbare sanitaire voorzieningen, collectieve energievoorzieningen (o.a. warmtepompen) en apparatuur voor telecommunicatie. [Let op: dit dienen kleinschalige voorzieningen te zijn waarvoor geen mer-plicht geldt]
Kwaliteit van een gebied die bepaald wordt door de mate waarin sprake is van gebruikswaarde, belevingswaarde en toekomstwaarde.
Een door het bevoegd gezag genomen besluit op basis van het in het archeologische onderzoeksrapport opgestelde selectieadvies.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
Vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde.
De voor Agrarisch met waarden – Landschapswaarden aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op of in de tot Agrarisch met waarden – Landschapswaarden bestemde gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen bouwwerken zijnde, worden gebouwd ten dienste van de genoemde bestemming, met dien verstande dat:
Ten aanzien van het uitvoeren van werken en/of werkzaamheden is het bepaalde in artikel 11 van toepassing.
De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op of in de tot 'Natuur' bestemde gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de bestemming worden gebouwd, waarbij de hoogte niet meer dan 1,50 meter mag bedragen en in de vorm van voorzieningen voor het extensief recreatief medegebruik zoals zitgelegenheden.
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van natuur - landschapsinvesteringsregeling' dient de landschappelijke inpassing, die als Bijlage 1 aan onderhavige regels is gehecht, uiterlijk 1 juli 2026 te worden aangelegd en daarna in stand te worden gehouden. De landschappelijke inpassing voldoet aan de vereiste kwaliteitsverbetering van het landschap, zoals opgenomen in de Landschapsinvesteringsregeling Breda, die als Bijlage 2 aan onderhavige regels is gehecht.
Ten aanzien van het uitvoeren van werken en/of werkzaamheden is het bepaalde in artikel 11 van toepassing.
De voor 'Recreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
De gronden mogen niet worden bebouwd, met uitzondering van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de bestemming, waarvoor de onderstaande bepalingen gelden:
Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval begrepen;
De voor 'Waarde - Archeologie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van de archeologische waarden.
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 6.2 indien:
Ten aanzien van het uitvoeren van werken en/of werkzaamheden is het bepaalde in artikel 11, lid 11.1, van toepassing met dien verstande dat aan een vergunning voorwaarden kunnen worden verbonden indien uit voorafgaand archeologisch onderzoek de aanwezigheid van archeologische waarden is vastgesteld en het om zwaarwichtige redenen niet mogelijk is de archeologische waarden geheel te behouden. Geen omgevingsvergunning is vereist indien niet dieper dan 0,30 meter wordt ontgraven dan wel uit voorafgaand archeologisch onderzoek is gebleken dat geen archeologische waarden aanwezig zijn en door het aanleggen of het uitvoeren van de vergunningplichtige werken of werkzaamheden, dan wel de daaraan direct of indirect te verwachten gevolgen, geen archeologische waarden worden aangetast.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Het is verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel, strijdig met de bestemming.
Het college van burgemeester en wethouders kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder:
Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone – 01' is sprake van een gekoppeld bestemmingsvlak en zijn hierop de bepalingen zoals opgenomen in het bestemmingsplan 'Buitengebied Zuid 2013', als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0758.BP2012059001-0401 met de bijbehorende bijlagen, vastgesteld op 13 juli 2017 (herstelbesluit) en nadien onherroepelijk geworden na de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 19 juni 2019.
Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - beperkingen veehouderij':
Voor zover gebouwen en andere bouwwerken, die zijn toegestaan op grond van de planregels, zijn gelegen ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - radar', mag de hoogte van de betreffende gebouwen en andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet meer bedragen dan 113 meter.
Het bevoegd gezag kan, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, met een omgevingsvergunning afwijken van:
11.1 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders binnen de bestemde of nader aangeduide gebieden, onder verwijzing naar de tabel van omgevingsvergunningen en gebruiksverboden, de navolgende werken en/of werkzaamheden uit te voeren of te doen uitvoeren:
Overzicht van werken en werkzaamheden
Bodem
Het aanbrengen van tijdelijk teeltondersteunend voorzieningen.
Beplanting/grondgebruik
Water1
Tabel van omgevingsvergunningen en gebruiksverboden
Bestemmingen/aanduidingen |
a | b | c | d | e | f | g | h | i | j | k | l |
Natuur | A | A | A | A | S | A | A | S | A | A | A | A |
Agrarisch met waarden- natuur en landschapswaarde | A | A | A | A | A | A | A | S | A | A | A | A |
Agrarisch met waarden-landschapswaarde | A | A | A | A | + | A | A | A | A | A | A | A |
Water | A | A | S | S | S | A | A | S | S | A | A | A |
Waterstaat | A | A | A | + | S | + | A | S | S | A | A | A |
Waarde-Archeologie | A | A | A | A | + | A | A | A | A | A | A | A |
Waarde-attentiegebied ecologische hoofdstructuur |
A | A | + | A | + | + | + | + | + | A | A | + |
Leiding (ondergronds) | A | + | A | A | A | A | A | A | A | A | + | + |
Waarde - Aardkundige waarden | A | A | A | A | + | A | A | A | A | A | A | A |
Waarde - Cultuurhistorie | A | A | + | A | A | A | A | S | A | S | + | A |
+: toegestaan
A: omgevingsvergunning vereist
S: strijdig gebruik
b. Voorwaarden voor de omgevingsvergunning
Een omgevingsvergunning als bedoeld onder 10.1 onder a is slechts toelaatbaar, indien door die werken en/of werkzaamheden de natuur- en landschappelijke waarden en de cultuurhistorische en archeologische waarden op deze gronden niet in onevenredige mate worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor het behoud, de versterking en/of het herstel van die waarden niet in onevenredige mate worden verkleind en indien een afweging van de in het geding zijnde belangen, waaronder begrepen het verkeersbelang, tot uitkomst heeft, dat een omgevingsvergunning in redelijkheid niet kan worden geweigerd dan wel de in geval van de aanwezigheid van boven- of ondergrondse leidingen de betreffende leidingbeheerder een advies heeft afgegeven.
c. Toegestane werkzaamheden
Het bepaalde onder 10.1 onder a is niet van toepassing op:
d. Gebruiksregels
Voor zover in de "Tabel omgevingsvergunningen" werken en/of werkzaamheden zijn aangeduid met de letter S is het verboden de betreffende werken en/of werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren binnen de aangegeven bestemmingen. Het aldaar uitvoeren of laten uitvoeren van de betreffende werken en/of werkzaamheden wordt in elk geval aangemerkt als strijdig gebruik.
Deze regels worden aangehaald als:
“Regels van het bestemmingsplan 'Bestemmingsplan Buitengebied Zuid 2013, Liesdreef en Sprundelsebaan'.