Plan: | Boeimeer, Park Langendijk |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0758.BP2019213008-VG01 |
In deze regels wordt verstaan onder:
Het bestemmingsplan 'Boeimeer, Park Langendijk' met identificatienummer NL.IMRO.0758.BP2019213008-VG01 van de gemeente Breda.
De geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels.
Een beroeps- of bedrijfsactiviteit, niet zijnde prostitutie, waarvan de activiteiten in hoofdzaak niet-publieksaantrekkend zijn en die door een bewoner op kleine schaal in of bij een woning wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en de desbetreffende activiteit een ruimtelijke uitstraling heeft die in overeenstemming is met de woonfunctie.
Een gebouw dat is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat en dat in bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw, maar daar wel functioneel onderdeel van uitmaakt.
Een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
De grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
Een woning, die deel uitmaakt van een blok van meer dan twee woningen, waarvan het hoofdgebouw aan ten minste één zijde aan het op het aangrenzende bouwperceel gelegen hoofdgebouw is gebouwd.
Erf achter de lijn die het hoofdgebouw doorkruist op 1 meter achter de voorkant en van daaruit evenwijdig loopt met het aangrenzend openbaar toegankelijk gebied, zonder het hoofdgebouw opnieuw te doorkruisen of in het erf achter het hoofdgebouw te komen.
Waarden die bestaan uit de aanwezigheid van een bodemarchief met sporen van vroegere menselijke bewoning of grondgebruik daarin, en die als zodanig van wetenschappelijk belang zijn en het cultuurhistorisch erfgoed vertegenwoordigen.
Eén of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
Een in de regels aangegeven percentage, dat de grootte van een bouwperceel c.q. bestemmings- of aanduidingsvlak aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd.
Een voorziening gevestigd in een woning of een bijgebouw bij die woning en die gericht is op het bieden van de mogelijkheid tot een recreatief en veelal kortdurend nachtverblijf al dan niet met het serveren van ontbijt, waarbij de bedrijfsvoering wordt gerund door de bewoners van de desbetreffende woning.
De bouwlaag van een gebouw, die rechtstreeks ontsloten wordt vanaf het straatniveau.
De grens van een bestemmingsvlak.
Een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
Bevoegd gezag zoals bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
Een al dan niet vrijstaand gebouw, dat in functioneel en bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
Het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
De grens van een bouwvlak.
Een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren (of horizontale balklagen) is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw, dakopbouw en zolder.
Een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
De grens van een bouwperceel.
Een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
Elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
Een overkapping voor een auto.
Iedere bovenbeëindiging van een gebouw.
Een gedeelte van een gebouw, gesitueerd op de bovenste bouwlaag van het gebouw, en ondergeschikt aan het gebouw.
Een geluidwerende gevel zonder te openen delen, met uitzondering van openingen die toegang bieden naar niet-geluidgevoelige ruimten. De gevel is zodanig opgebouwd, dat de ruimte aan de buitenzijde van een dergelijke gevel niet als 'buitenruimte' (tuin, terras, balkon) kan worden aangemerkt;
Recreatief medegebruik van gronden, zoals wandelen, fietsen, varen, zwemmen, vissen en daarmee gelijk te stellen activiteiten, dat geen specifiek beslag legt op de ruimte, behoudens ruimtebeslag door voet-, fiets- en ruiterpaden en dat in hoofdzaak gericht is op natuur- en landschapsbeleving.
Elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
Woningen en andere geluidsgevoelige gebouwen, alsmede geluidsgevoelige terreinen als bedoeld in de Wet geluidhinder en in het Besluit geluidhinder.
Een ruimte binnen een woning voor zover die kennelijk als slaap-, woon-, of eetkamer wordt gebruikt of voor een zodanig gebruik is bestemd, alsmede een keuken van minimaal 11 m².
Een gevel die in beperkte mate door geluid wordt belast en waaraan ten minste één verblijfsruimte - met te openen delen - grenst. De gevelbelasting dient voor alle geluidsoorten aan de voorkeursgrenswaarden te voldoen.
Een woning, waarvan het hoofdgebouw aan een zijde op de bouwperceelgrens is gebouwd en door middel van aan- of uitbouwen of een aangebouwd bijgebouw geschakeld is met een ander hoofdgebouw op een aangrenzend bouwperceel.
Een (zorg)woning die geheel of gedeeltelijk boven/onder een andere woning is gelegen.
Een leefomgeving die bewoners als prettig ervaren, waar gezonde keuzes gemakkelijk en logisch zijn en waar de negatieve effecten op de gezondheid zo klein mogelijk zijn. Een gezonde leefomgeving nodigt uit tot beweging, ontmoeting en ontspanning, heeft een goede milieukwaliteit (lucht en geluid), is klimaatadaptief en is toegankelijk voor iedereen.
Bermen, bomen, beplanting, parken en plantsoenen en ander daarmee vergelijkbaar groen.
Een waterbergingsvoorziening in de vorm van een dak met dakbedekking waarop een laag is aangebracht die hoofdzakelijk bestaat uit substraat met levende planten waardoor de dakbedekking hemelwater bergt en vertraagd afvoert.
Woning die rechtstreeks toegankelijk is op het straatniveau en waarvan één van de bouwlagen aansluit op het maaiveld.
Elke ruimte voor het bedrijfsmatig te koop aanbieden, verkopen en/of leveren van benodigdheden ten behoeve van het gebruiken van psychotrope stoffen, of voor het gebruiken of bewerken van planten die psychotrope stoffen bevatten, aan personen die de goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit, met inbegrip van het uitstallen ten behoeve van verkoop en/of levering van deze benodigdheden.
Een perceel, gelegen aan twee wegen of aan twee zijden grenst aan het openbaar gebied.
Een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn constructie en afmetingen als belangrijkste bouwwerk valt aan te merken.
Het verhuren van kamers zonder eigen voorzieningen, zoals een badkamer en keuken, aan maximaal twee personen, door de volledige eigenaar/eigenaren van de woning of de hoofdhuurder van de woning van een woningcorporatie, die in dezelfde woning woont/wonen.
Een samenlevingsvorm van een of meer personen, waarbij sprake is van een onderlinge verbondenheid en continuïteit in de samenstelling ervan.
Huisvesting in of bij een woning van één huishouden van maximaal twee personen, van wie ten minste één persoon mantelzorg verleent aan of ontvangt van een bewoner van de woning.
Het verschaffen van woonverblijf aan meer dan één huishouden, met dien verstande dat toepassing van de hospitaregeling niet als kamerverhuur wordt aangemerkt.
De volledige of nagenoeg volledige afdekking van een gebouw met een dakhelling van minimaal 15° en maximaal 75°.
Door gebruik te maken van groen en water wordt de stad klimaatbestendiger. Nederland zal zich moeten aanpassen aan klimaatverandering. Het zal vaker regenen (meer extreme buien) met langere perioden van droogte en hitte. Door groene- en blauwe structuren aan de buitenruimte toe te voegen kan een toekomst- en klimaatbestendige stad worden gecreëerd, die aantrekkelijk en duurzaam zal zijn voor de bewoners.
Een object waarvoor ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen een grenswaarde of richtwaarde voor het plaatsgebonden risico is bepaald, die in acht genomen moet worden.
Een dakvorm waarbij de afdekking van het gehele huis bestaat uit één schuin dakvlak en de afwatering van dit dak plaatsvindt aan één zijde.
Voorzieningen inzake welzijn en/of volksgezondheid (medisch en paramedisch) en daarmee gelijk te stellen bedrijven of instellingen.
Intensieve zorg of ondersteuning, die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden aan een hulpbehoevende, ten behoeve van zelfredzaamheid of participatie, rechtstreeks voortvloeiend uit een tussen personen bestaande sociale relatie, die de gebruikelijke hulp van huisgenoten voor elkaar overstijgt, en waarvan de behoefte met een verklaring van een huisarts, wijkverpleegkundige of andere door de gemeente aangewezen sociaal-medisch adviseur kan worden aangetoond.
Een huurwoning voor middeldure huur zoals bedoeld in de Verordening doelgroepen sociale woningbouw & middenhuur gemeente Breda en wijzigingen daarvan.
Het snijpunt van twee hellende vlakken.
Voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, openbare sanitaire voorzieningen, collectieve energievoorzieningen (o.a. warmtepompen) en apparatuur voor telecommunicatie.
Een gedeelte van een gebouw, dat wordt afgedekt door een vloer waarvan de bovenkant maximaal 1,5 meter boven het peil is gelegen.
Het bedrijfsmatig verstrekken van dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse als ondergeschikte activiteit bij een hoofdfunctie, niet zijnde horeca. De ondergeschikte horeca-activiteiten passen bij de hoofdfunctie qua uitstraling en zijn in omvang ondergeschikt aan de hoofdfunctie.
Alle gronden met uitzondering van bouwpercelen binnen de bestemming 'Woongebied'.
Een constructie met maximaal 1 wand.
Het laten stilstaan van een voertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van passagiers of voor het onmiddellijk laden of lossen van goederen.
Programma dat door het college wordt vastgesteld en waarmee kaders worden gesteld voor het ontwerp en de uitvoering van archeologisch onderzoek.
Het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.
Kwaliteit van een gebied die bepaald wordt door de mate waarin sprake is van gebruikswaarde, belevingswaarde en toekomstwaarde.
Een voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotisch/ pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een (raam)prostitutiebedrijf, een erotische massagesalon, een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar.
Een door het bevoegd gezag genomen besluit op basis van het in het archeologische onderzoeksrapport opgestelde selectieadvies.
Elke ruimte voor het bedrijfsmatig te koop aanbieden, verkopen en/of leveren van synthetische of organische psychotrope stoffen of planten die psychotrope stoffen bevatten, aan personen die de goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit, met inbegrip van het uitstallen ten behoeve van verkoop en/of levering van deze stoffen.
Een huurwoning voor sociale huur zoals bedoeld in de Verordening doelgroepen sociale woningbouw & middenhuur gemeente Breda en wijzigingen daarvan.
Een woning, die deel uitmaakt van een blok van twee woningen, waarvan het hoofdgebouw aan één zijde aan het op het aangrenzende bouwperceel gelegen hoofdgebouw is gebouwd.
De vergroting van een ruimte aan een hoofdgebouw door middel van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, dat qua afmetingen en/of in visueel opzicht (onder meer wat betreft (goot)hoogte, dakhelling en/of dakvorm), ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
Gronden waarbij de nadruk ligt op het verblijf van personen in het openbaar gebied en die tevens een verkeersfunctie hebben voor langzaamverkeer.
Bebouwing en/of verharding, die leidt/leiden tot een versnelde afvoer van hemelwater.
De naar de weg of aan het openbaar gebied gekeerde gevel van een gebouw of, indien het een gebouw betreft van meer dan één naar de weg of het openbaar gebied gekeerde gevel, de gevel die door zijn aard, functie, constructie dan wel gelet op uitstraling ervan als belangrijkste gevel kan worden aangemerkt.
Een woning waarvan het hoofdgebouw losstaat van de zijdelingse bouwperceelgrenzen.
Bovengrondse en/of ondergrondse voorzieningen ten behoeve van de berging en infiltratie van hemelwater in de bodem, zoals groendaken, wadi's (verlaging in het groen), waterbergende bestrating, berging op het dak, grindkoffers, infiltratiekratten en/of het aanbrengen of vergroten van (bestaande) greppels, (zak)sloten, watergangen en vijver.
Het voeren van een huishouden in een woning.
Een complex van ruimten, geschikt en bestemd voor de huisvesting van niet meer dan één huishouden.
Een gedeelte van een gebouw waarvan de vrije hoogte tussen de bovenkant van de vloer en het laagste punt van de onderkant van het dak minder dan 1,20 meter bedraagt.
Een woning voor mensen met een lichamelijke en/of verstandelijke beperking die begeleiding en zorg nodig hebben.
Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
De kortste afstand van enig punt van een gebouw tot de (zijdelingse) bouwperceelgrens van het bouwperceel.
De oppervlakte van alle op een bouwperceel gelegen bouwwerken tezamen.
Vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, en met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
Langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
De lengte van een gebouw gemeten loodrecht vanaf de voorgevel, dan wel vanaf de gevel waaraan wordt gebouwd.
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel, met dien verstande dat voor de meest voorkomende dakvormen in onderstaande afbeelding is aangegeven waar de goothoogte wordt bepaald.
![]() ![]() |
Vanaf de afdekking van de bovenste bouwlaag tot aan het hoogste punt van de dakopbouw.
Vanaf de bovenkant goot, boeibord of daarmee gelijk te stellen constructiedeel tot aan het hoogste punt van de kap.
Tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
In afwijking van het bepaalde in de leden 2.4 en 2.7 bij een gebouw met een lessenaarsdak wordt het hoogste punt van het dak aangemerkt als bouwhoogte en het laagste punt van de goot c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel als goothoogte.
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen, zoals plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, erkers, balkons en overstekende daken en dergelijke buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouwgrenzen niet meer dan 1 meter bedraagt.
Tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt(e):
De gronden mogen niet worden bebouwd, met uitzondering van nutsvoorzieningen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
Voor het bouwen van nutsvoorzieningen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - nutsvoorziening' gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorend(e):
De gronden mogen niet worden bebouwd, met uitzondering van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de doeleinden, zoals bedoeld in lid 4.1, waaronder bruggen, kunstobjecten, tunnels en viaducten.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
De gronden mogen niet worden bebouwd, met uitzondering van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de bestemming, zoals kademuren, bruggen, dammen, duikers, etc.
De voor 'Woongebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorend(e):
Binnen deze bestemming mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - oeverzone' dienen de gronden, met uitzondering van de gronden ter plaatse van hoofdgebouwen, niet te worden beschouwd als erf in de zin van artikel 1 van bijlage II behorende bij het Besluit omgevingsrecht, zoals dat artikel luidt op het moment van de datum van inwerkingtreding van dit plan.
Voor het bouwen van hoofdgebouwen ten dienste van het wonen, niet zijnde zorgwoningen, gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van aan- en uitbouwen en bijgebouwen bij vrijstaande, twee-aaneengebouwde, geschakelde en aaneengebouwde woningen, niet zijnde zorgwoningen, gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van gebouwen ten dienste van maatschappelijke voorzieningen en/of zorgwoningen ter plaatse van de aanduiding 'maatschappelijk', zoals bedoeld in lid 6.1 onder b., gelden de volgende regels:
Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een geluidgevoelig object wordt verleend als:
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 6.2.1 onder b voor het bouwen van hoofdgebouwen van gestapelde woningen buiten de aanduiding 'bouwvlak', mits:
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 6.2.1 onder b voor het bouwen van hoofdgebouwen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - oeverzone' buiten de aanduiding 'bouwvlak', mits:
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 6.2.3 onder f, dan wel artikel 6.2.5 onder g voor het onderbreken van de verplichte gevellijn door hoofdgebouwen, mits:
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 6.2.3 onder h voor het bouwen van hoofdgebouwen op kortere afstand van de zijdelingse perceelsgrens, mits:
Van het maximaal te realiseren aantal woningen, zoals bedoeld in lid 6.2.1 onder a, dient:
Het oprichten van bebouwing is uitsluitend toegestaan indien binnen het plangebied wordt voorzien in een waterbergingsvoorziening met voldoende capaciteit. De capaciteit van de waterbergingsvoorziening wordt als volgt berekend:
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 6.1:
De voor 'Waterstaat - Beschermingszone watergang' aangewezen gronden zijn, naast het bepaalde in de overige bestemmingen, primair bestemd voor water, waterbergings- en waterhuishoudkundige voorzieningen.
De gronden mogen niet worden bebouwd, met uitzondering van:
De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag maximaal 3 meter bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van bruggen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - brug' maximaal 5 meter mag bedragen
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Indien de bestaande maatvoering afwijkt van hetgeen in deze planregels is bepaald mag deze afwijkende maatvoering te allen tijde worden gehandhaafd en/of vernieuwd, met dien verstande dat de afwijking niet mag worden vergroot.
Het bevoegd gezag kan, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, met een omgevingsvergunning afwijken van:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan 'Boeimeer, Park Langendijk'.