Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Urlingsestraat 11a te Oeffelt
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.0756.BP10OefUrlingsestr-VG01

Artikel 5 Wonen

5.1 Bestemmingsomschrijving

De op de verbeelding voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. woningen;
  2. bij de woning behorende bouwwerken;
  3. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  4. aan huis gebonden beroepen;
  5. tuinen en erven;
  6. parkeervoorzieningen;
  7. waterhuishoudkundige voorzieningen, waterlopen en waterpartijen, alsmede (ondergrondse) waterbergings- en infiltratievoorzieningen.

5.2 Bouwregels

5.2.1 Woningen inclusief uitbouwen en aanbouwen

Voor het bouwen van woningen gelden de opgenomen aanduidingen, alsmede de volgende bepalingen:
  1. de woningen, inclusief uitbouwen en aanbouwen, mogen uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' worden gebouwd;
  2. het aantal woningen per bouwvlak: niet meer dan 1;
  3. per bouwvlak mogen ter plaatse van de aanduiding vrijstaand (vrij) één vrijstaande woning worden gebouwd;
  4. ten aanzien van de goot- en bouwhoogte gelden de ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' opgenomen maximale hoogten;
  5. de dakhelling dienen overwegend tussen de 35 en 55 graden te zijn. Uitgezonderd uitbouwen en aanbouwen;
  6. horizontale diepte: niet meer dan 15 meter achter de voorgevel van de woning;
  7. afstand tot de perceelsgrens minimaal 5 meter;
  8. inhoud: niet meer dan 750 m3, tenzij sprake is van de navolgende situatie:
    • indien de bestaande inhoud groter is dan 750 m3 wordt dit als maatgevend beschouwd;
    • in de verbeelding anders is aangegeven.

5.2.2 Bijgebouwen

Voor het bouwen van bijgebouwen gelden de volgende regels:
  1. gezamenlijke oppervlakte per woning: maximaal 95 m2;
  2. ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van wonen - vab" een maximale oppervlakte van 200 m2;
  3. daar waar de gevellijn op de verbeelding is opgenomen mogen bijgebouwen uitsluitend achter de op de verbeelding aangegeven gevellijn worden opgericht;
  4. hoogte: maximaal 5,5 m;
  5. goothoogte: maximaal 3 m;
  6. afstand ten opzichte van de voorgevel van de woning c.q. de voorgevelrooilijn: minimaal 2 m daarachter;
  7. (kleinste) afstand tot de woning met uitbouwen en aanbouwen maximaal 35 m;
  8. afstand tot de perceelsgrens minimaal 3 m.

5.2.3 Bouwwerken geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van andere bouwwerken geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
  1. carport:
    • niet meer dan 1
    • gesitueerd achter de voorgevelrooilijn;
    • de oppervlakte niet meer dan 25 m2;
    • niet meer dan 3 m hoog;
  2. hoogte van terreinafscheidingen:
    • niet meer dan 1m voor de voorgevelrooilijn;
    • niet meer dan 2 m voor het overige.
  3. hoogte van antennemasten:
    • niet meer dan 15 m;
  4. schotelantenne(s):
    • niet meer dan 1
    • gesitueerd achter de voorgevelrooilijn;
    • niet meer dan 2 m in diameter;
    • niet meer dan 3 m hoog;
  5. hoogte van overige bouwwerken:
    • niet meer dan 3 m.

5.3 Afwijken

5.3.1 Vergroting bijgebouwen

Bij het afwijken t.b.v. extra vergroting van de oppervlakte van bijgebouwen, boven het voorgeschreven maximum volgens de bestemming ‘wonen’, gelden in het geval dat géén sprake is van een overmaat aan bijgebouwen c.q. voormalige agrarische bedrijfsgebouwen, de volgende voorwaarden:
  1. de huiskavel dient ten minste een oppervlakte van 0,7 ha te hebben;
  2. er mogen uitsluitend extra dierenverblijven worden gebouwd als schuilgelegenheid of nachtverblijf voor het houden van vee met een hobbymatig en geen bedrijfsmatig karakter, tot een maximum van 50 m²;
  3. de totale oppervlakte aan vrijstaande bijgebouwen per woning mag niet meer dan 145 m² gaan bedragen;
  4. de hoogte mag niet meer dan 4,5 m bedragen;
  5. de goothoogte mag niet meer dan 2,5 m bedragen;
  6. minimale afstand tot de grens van de bestemming wegen, ten minste 5 m:
  7. minimale afstand tot de perceelsgrens: 3 m;
  8. maximale afstand tot de woning: 50 m;
  9. er dient sprake te zijn van een ruimtelijke kwaliteitswinst in de vorm van aanvullende erfbeplanting en/of de aanleg van landschapselementen als groene overgang naar en/of als extra inpassing in het omringende landschap.

5.3.2 Herbouw van woning op een andere locatie binnen het bouwperceel

Bij het afwijken t.b.v. de herbouw van een bestaande woning op een andere plaats binnen het bestemmingsvlak of bouwperceel, (overwegend) buiten de bestaande funderingen van de woning, gelden de volgende voorwaarden:
  1. er dient aantoonbaar sprake te zijn van een noodzaak en/of een aanmerkelijke ruimtelijke kwaliteitsverbetering vanuit een oogpunt van landschap, cultuurhistorie, stedenbouwkunde, verkeerskunde, milieuhygiëne en/of veiligheid;
  2. de opstelling van een nadere ruimtelijke onderbouwing met een beeldkwaliteitsplan is vereist;
  3. de aanvullende beoordelingskader, zoals beschreven in artikel 12.

5.3.3 Kleinschalig kamperen, dagrecreatie of ondersteunende daghoreca

Bij het afwijken t.b.v. recreatief medegebruik in de vorm van kleinschalig kamperen, kleinschalige dagrecreatie en/of ondersteunende daghoreca, gelden de volgende voorwaarden:
  1. kleinschalig kamperen is uitsluitend toegestaan op gronden die liggen binnen:
    1. het globale bestemmingsvlak ‘wonen’ of daar direct op aansluitend, voor zover het totale bouw- of huisperceel daarvan ten minste 1 ha bedraagt, waarvan ten minste 0,5 ha beschikbaar is als kampeerterrein voor kleinschalig kamperen;
  2. de maximale omvang van het terrein(gedeelte) voor kleinschalig kamperen of kleinschalige dagrecreatie mag niet meer bedragen dan 1 ha en het aantal mobiele toeristische kampeermiddelen mag niet meer gaan bedragen dan 25;  
  3. de afstand van het terrein(gedeelte) voor kleinschalig kamperen, kleinschalige dagrecreatie of ondersteunende daghoreca tot een bedrijfswoning of woning van derden mag niet minder bedragen dan 50 m;  
  4. er mag geen bebouwing plaatsvinden buiten het bestemmingsvlak/bouwblok;
  5. minimale afstand tot de grens van de bestemming wegen:
    1. langs ‘interlokale wegen’: 15 m;
    2. langs overige wegen: 5 m;
  6. minimale afstand tot de perceelsgrens: 5 m;
  7. het terrein dient voldoende landschappelijk te worden ingepast, waartoe ten minste een groenvoorziening, met visuele afschermende functie naar de omgeving, van ten minste 5 m breed aanwezig moet zijn of de aanleg daarvan moet als zodanig verzekerd zijn;
  8. er mag geen sprake zijn van een onevenredige aantasting van aanwezige natuur- of landschapswaarden volgens de omringende gebiedsbestemmingen;
  9. er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van in het geding zijnde belangen waaronder die van omwonenden en in de omgeving aanwezige (agrarische) bedrijven, waarbij wat betreft mogelijke hinder of overlast voor gevoelige functies en/of belemmeringen voor ontwikkelingsmogelijkheden van de (agrarische) bedrijven, rekening gehouden dient te worden met relevante milieuhygiënische aspecten (geur, geluid, luchtkwaliteit, veiligheid);
  10. voor het recreatieve medegebruik en ondersteunende horeca mag niet meer dan 100 m² van de ingevolge de bestemming toegelaten bebouwing daarvoor (mede)gebruikt worden;
  11. de afstand tot een ander terrein waarop kleinschalig kamperen of een andere vorm van verblijfsrecreatie is toegestaan mag niet minder bedragen dan 250 m;
  12. het maximum toe te laten mobiele toeristische kampeermiddelen zal mede afgewogen worden op de aanvaardbaarheid vanwege omgevingskwaliteiten in het bijzonder bij cumulatie van meerdere bedrijven of locaties met verblijfsrecreatie (zowel in de vorm van kleinschalig kamperen als anderszins) in elkaars nabijheid en in het bijzonder binnen bebouwingsconcentraties op grond daarvan kan afgeweken worden voor een maximum aantal mobiele toeristische kampeermiddelen, dat minder bedraagt dan het onder 2 genoemde maximum;
  13. de aanvullende beoordelingskader, zoals beschreven in artikel 12.

5.3.4 Bed & Breakfast

Bij het afwijken t.b.v. kleinschalige verblijfsrecreatie gelden de volgende voorwaarden:
  1. de kleinschalige verblijfsrecreatie mag uitsluitend plaatsvinden in de vorm van Bed & Breakfast in de woning (inclusief uit- en aanbouwen), maar niet in bijgebouwen;
  2. Bed and Breakfast is alleen toegestaan in een woning die blijvend wordt bewoond als hoofdwoonverblijf en waarvan de hoofdgebruiker(s) tijdens het recreatieve nachtverblijf eveneens aanwezig is (zijn);
  3. de omvang daarvan mag niet meer bedragen dan 60 m² en niet meer dan 10 verblijfsrecreatieve overnachtingsplaatsen;
  4. de publieks- en/of verkeersaantrekkende werking mag niet onevenredig toenemen in relatie tot de aard van de omgeving en functie en aard van de weg waaraan en de locatie gelegen is;
  5. er dient in geval van publieksaantrekking voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein te zijn, welke tevens afdoende landschappelijk ingepast moet zijn;
  6. er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van in het geding zijnde belangen waaronder die van omwonenden en in de omgeving aanwezige (agrarische) bedrijven waarbij, wat betreft mogelijke hinder of overlast voor gevoelige functies en/of belemmeringen voor ontwikkelingsmogelijkheden van de (agrarische) bedrijven, rekening gehouden dient te worden met relevante milieuhygiënische aspecten (geur, geluid, luchtkwaliteit, veiligheid);
  7. het maximum toe te laten verblijfsrecreatieve overnachtingsplaatsen zal mede afgewogen worden op de aanvaardbaarheid vanwege omgevingskwaliteiten in het bijzonder bij cumulatie van meerdere bedrijven of locaties met verblijfsrecreatie (waaronder bed & breakfast, kleinschalig kamperen of anderszins) in elkaars nabijheid en in het bijzonder binnen bebouwingsconcentraties, op grond daarvan kan de afgeweken worden voor een maximum aantal verblijfsrecreatieve overnachtingsplaatsen dat minder bedraagt dan het onder artikel 5 lid 3.4 sub c  genoemde maximum;
  8. de aanvullende beoordelingskader, zoals beschreven in artikel 12.