Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Urlingsestraat 11a te Oeffelt
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.0756.BP10OefUrlingsestr-VG01

Artikel 12 Aanvullende beoordelingskader voor afwijkingen

Dit artikel bevat een beschrijving van het aanvullende beoordelingskader, in de zin van toetsing, afstemming met andere regelgeving en/of uitvoering, dat voor zover relevant bij het de mogelijkheden om af te wijken vervat in artikel 11 naast de in die betreffende artikelen opgenomen voorwaarden mede in acht genomen zal worden.

12.1 Afstemming algemeen

Een initiatief waarvoor afgeweken wordt moet redelijkerwijs uitvoerbaar en aanvaardbaar zijn, mede gelet op 'buitenplanse' ruimtelijke randvoorwaarden vanuit andere wet- of regelgeving en bindend beleid op het terrein van bodem, water, natuur, landschap, milieu en veiligheid.
 
In het bijzonder mag daarbij geen onevenredige aantasting plaatsvinden van in het geding zijnde belangen waaronder die van omwonenden en in de omgeving aanwezige (agrarische) bedrijven, waarbij wat betreft mogelijke hinder of overlast voor gevoelige functies en/of belemmeringen voor ontwikkelingsmogelijkheden van de (agrarische) bedrijven, rekening gehouden dient te worden met relevante milieuhygiënische aspecten (geur, geluid, luchtkwaliteit, veiligheid).
 
Met name bij nieuwe bebouwing of functieverandering in verband met bedrijven, bedrijfswoningen, nieuwe (in boerderijen) af te splitsen woningen en gebouwen of terreinen voor verblijfsrecreatie dienen in dat kader ten minste ook nog de volgende aspecten bij de ruimtelijke afweging betrokken te worden.

12.2 Afstemming geluidhinder

Indien sprake is van nieuwe geluidsgevoelige objecten, zoals nieuwe (1e of 2e) bedrijfswoningen bij agrarische bedrijven, nieuwe (af te splitsen) woningen (in boerderijen) en nieuwe gebouwen of terreinen voor verblijfsrecreatie, zal voldaan moeten worden aan de regels van de Wet geluidhinder of een zorgvuldige ruimtelijke ordening betracht moeten worden, wat betreft een aanvaardbaar geluidsniveau op de gevels van die objecten of aan de randen van die terreinen. Hierbij gaat het om de geluidsniveaus in verband met de volgende vorm(en) van lawaai binnen het plangebied.
 
Wegverkeerslawaai
Binnen geluidzones, ingevolge de Wet geluidhinder, vanwege wegverkeerslawaai zal voldaan moeten worden aan de regels van de Wet geluidhinder ter zake. Dit betekent dat de gevelbelasting van nieuwe geluidsgevoelige bebouwing of objecten volgens dit plan niet meer mag bedragen dan de wettelijke (voorkeurs)grenswaarde van 48 dB of een door burgemeester en wethouders in dit verband vast te stellen/vastgestelde hogere grenswaarde.
Ook nieuwe vormen van verblijfsrecreatie zullen aan vergelijkbare geluidsniveaus getoetst worden.

12.3 Afstemming geurhinder

Indien er sprake is van nieuwe objecten die ingevolge de Wet geurhinder en veehouderij (Wgv) kunnen worden aangemerkt als een geurhinder veroorzakende inrichting of als geurgevoelige bebouwing dient aan de wettelijke regelsingevolge die wet voldaan te worden.
Dit betekent dat die geurbelasting op geurgevoelige bebouwing dient te voldoen aan de gestelde wettelijke normen of aan daarvan (binnen wettelijke grenzen) afwijkende normen die op grond van een gemeentelijke verordening ex artikel 6 Wgv gesteld zijn. Omgekeerd zal de toelaatbaarheid van nieuwe geurgevoelige bebouwing in dit opzicht zodanig getoetst worden dat de realisering daarvan niet mag leiden tot een onevenredige inperking van eventueel nog beschikbare ‘geurhinderruimte’ c.q. de ontwikkelingsmogelijkheden in dat opzicht van bestaande veehouderijbedrijven in de omgeving.

12.4 Afstemming externe veiligheid

Indien nieuwe bebouwing of functieverandering plaats vindt in gevallen waar sprake is van mogelijke onaanvaardbare gevolgen in verband met externe veiligheid dan zal dat nader afgewogen moeten worden op de risico’s dienaangaande. Hierbij gaat het met name om de volgende zaken binnen het plangebied.
 
Omgeving van propaantanks
Indien nieuwe bebouwing of functieverandering plaatsvindt in de nabijheid van propaantanks met een inhoud van meer 13 m3 zal de aanvaardbaarheid daarvan mede getoetst worden in het licht van de wettelijke regelgeving op dit terrein.

12.5 Afstemming luchtkwaliteit

Het in de Wet milieubeheer opgenomen nieuwe hoofdstuk over luchtkwaliteit (2007) en de daarop gebaseerde regelingen inzake luchtkwaliteit zullen ook in het kader van toetsing van nieuwe ontwikkelingen ingevolge dit bestemmingsplan eveneens in acht genomen (moeten) worden.
Dat geldt dan voor die ontwikkelingen waarvan het, op grond van de AMVB en Regeling Niet in betekende mate (NIBM), niet op voorhand is uitgesloten dat die een verwaarloosbare bijdrage leveren aan de luchtverontreiniging.
Daarvan zal, vooraleer daaraan planologische medewerking verleend kan worden, nagegaan moeten worden of er al dan niet sprake van een bijdrage aan de luchtverontreiniging die aangemerkt moet worden als In betekende mate (IBM). Die zogenaamde IBM-projecten kunnen pas planologisch toegelaten worden als ze aantoonbaar voldoen aan de wettelijke vereisten c.q. onderdeel (kunnen gaan) uitmaken van het Nationaal A Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL).