direct naar inhoud van regels
Plan: Wijzigingsplan Markiezaten - Borgvliet, De Wal
Status: vastgesteld
Plantype: wijzigingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0748.WP208a-0301

regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan

het wijzigingsplan Wijzigingsplan Markiezaten - Borgvliet, De Wal van de gemeente Bergen op Zoom;

1.2 bestemmingsplan

de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0748.WP208a-0301 met de bijbehorende regels (en eventuele bijlagen);

1.3 aanduiding

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee de gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;

1.4 aanduidingsgrens

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;

1.5 bevoegd gezag

bevoegd gezag zoals bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo);

Artikel 2 Wijze van meten

2.1 Algemeen

Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten;

  • d. lengte, breedte en diepte van een gebouw:

tussen (de lijnen, getrokken door) de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van gemeenschappelijke scheidsmuren);

  • e. de oppervlakte van een gebouw:

tussen (de buitenste verticale projecties van) de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de gemeenschappelijke scheidingsmuren);

  • f. bouwhoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijkte stellen bouwonderdelen;

  • g. goothoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot- c.q. de druiplijn, het boeiboord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;

  • h. inhoud van een bouwwerk:

tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van de daken en dakkapellen;

  • i. afstand tot zijdelingse perceelsgrens:

tussen de zijdelingse grenzen van een bouwperceel en enig punt van het op dat perceel voorkomend (hoofd-)gebouw, waar die afstand het kortst is;

  • j. oppervlakte van een bouwwerk:

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;

  • k. bedrijfsvloeroppervlakte:

binnenwerks, op de vloer van de ruimten die worden of kunnen worden gebruikt voor bedrijfsactiviteiten;

  • l. de dakhelling:

langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;

  • m. hoogte van een windturbine:

vanaf het peil tot aan de as van de windturbine;

  • n. afstand tussen hoofdgebouwen:

tussen de hoofdgebouwen, waar die afstand het kortst is.

2.2 Specifieke regels

De regels als bedoeld in lid 2.1 worden als volgt toegepast:

  • a. bij toepassing van een dakkapel of dakopbouw met een (al dan niet gezamenlijke) breedte van meer dan 70% van de breedte van het dakvlak waarin de dakkapel of dakopbouw is gelegen, wordt de snijlijn van het dakvlak of dakopbouw met het gevelvlak van de betreffende dakkapel of dakopbouw als goothoogte aangemerkt;
  • b. de goot- en bouwhoogte van gebouwen mag worden overschreden door antennes, schoorstenen, hekwerken, zonnencollectoren, schotelantennes en daarmee gelijk te stellen constructies en ondergeschikte dakopbouwen, zoals ruimten ten behoeve van centrale verwarmings-, luchtbehandelings- en liftinstallaties, tot een oppervlakte van ten hoogste 25% van het grondoppervlak van de bouwlaag, waarop de dakopbouwen zich bevinden.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Wonen - Uit te werken

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - Uit te werken' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen in een woning;
  • b. beroeps- en bedrijfsmatige activiteiten in of bij een woning behorende tot categorie 1 of 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten en waarvan de gezamenlijke oppervlakte van beroeps- en/of bedrijfsmatige werkruimten niet meer mag bedragen dan 30% van het hoofdgebouw tot een maximum van 50 m²;
  • c. bijzondere woonvormen;
  • d. tuinen en erven;
  • e. verkeersvoorzieningen in de vorm van wijk- en buurtontsluitingswegen, woonstraten, verblijfsgebieden, voet- en fietspaden en (boven- en ondergrondse) parkeervoorzieningen;
  • f. groenvoorzieningen;
  • g. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • h. speelvoorzieningen;
  • i. geluidswerende voorzieningen;
  • j. nutsvoorzieningen;
  • k. bij de bestemmingen behorende bijbehorende bouwwerken, andere bouwwerken en werken geen bouwwerken zijnde.

3.2 Uitwerkingsregels

Burgemeester en wethouders werken de in lid 3.1 genoemde bestemming nader uit, met inachtneming van de volgende uitwerkingsregels:

  • 1. het aantal woningen bedraagt maximaal het aantal zoals op de verbeelding is aangeduid met 'maximum aantal wooneenheden';
  • 2. als woningtypen zijn toegestaan:
    • a. vrijstaande woningen;
    • b. twee- aan-één gebouwde (dubbele) woningen;
    • c. drie en meer aan-één-gebouwde (rij-)woningen;
    • d. gestapelde woningen;
  • 3. de maximale bouwhoogte van grondgebonden woningen bedraagt 11 meter;
  • 4. de maximale bouwhoogte van gestapelde woningen bedraagt 14 meter;
  • 5. het parkeren vindt zoveel mogelijk plaats op eigen terrein;
  • 6. er wordt gestreefd naar een goede aansluiting met de gronden met de bestemming 'Groen';

3.3 Voorlopig bouwverbod
  • a. Op de in lid 3.1 vermelde gronden mogen gebouwen slechts worden gebouwd in overeenstemming met een door het college van burgemeester en wethouders vastgesteld uitwerkingsplan;
  • b. Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd om in afwijking van het bepaalde in het vorige lid een omgevingsvergunning te verlenen, indien een ontwerpuitwerkingsplan ter inzage is gelegd en het bouwplan in overeenstemming is met dit ontwerpuitwerkingsplan.

Artikel 4 Waarde - Archeologie

 

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde-Archeologie' aangewezen gronden, zijn behalve voor de ander daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het behoud van de aan deze gronden eigen zijnde archeologische waarde.

4.2 Bouwregels

Op de in lid 4.1 bedoelde gronden zijn bouwwerken ten behoeve van de overige voor deze gronden geldende bestemmingen toegestaan. Een en ander volgens de voor deze bestemmingen geldende regels.

4.3 Omgevingsvergunning voor werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
4.3.1 Werken en werkzaamheden

Het is verboden om zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning (omgevingsvergunning voor werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden) op de in lid 4.1 bedoelde gronden de volgende andere werken en/of werkzaamheden uit te voeren dieper dan 0,5 m en over een oppervlakte groter dan 100 m²:

  • a. het ophogen, egaliseren en ontginnen van gronden;
  • b. het bodemverlagen of afgraven van gronden;
  • c. het aanleggen of verharden van wegen, rijwielpaden, banen of parkeergelegenheden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
  • d. het aanbrengen van ondergrondse of bovengrondse transport-, energie, of telecommunicatieleidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur (voorzover geen bouwwerken zijnde);
  • e. het graven of dempen van sloten, watergangen en vijvers.

4.3.2 Uitzonderingen

Het onder lid 4.3.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken of werkzaamheden welke uit het oogpunt van het te beschermen archeologische waarde van ondergeschikte betekenis zijn. Hieronder worden in ieder geval werken of werkzaamheden bedoeld die niet dieper worden uitgevoerd dan 0,5 m en een oppervlakte kleiner dan 100 m² betreffen.

4.3.3 Toelaatbaarheid

Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 4.3.1 is slechts toelaatbaar indien door de werken of werkzaamheden de archeologische waarde van de gronden niet in onevenredige mate wordt aangetast, dan wel de mogelijkheden voor behoud van die waarde niet onevenredig wordt verkleind.

4.3.4 Advies

Alvorens te beslissen omtrent een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 4.3.1 wordt door het bevoegd gezag schriftelijke advies ingewonnen bij de stadsarcheoloog van de gemeente Bergen op Zoom.

4.4 Wijzigingsbevoegdheid
4.4.1 Algemeen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, na overleg met de stadsarcheoloog van de gemeente Bergen op Zoom, de in artikel 4.1 bedoelde bestemming te laten vervallen indien uit onderzoek is gebleken dat, hetzij door archivering van de aanwezige waarden, hetzij anderszins, geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn die handhaving van de bestemming rechtvaardigen.

Hoofdstuk 3 Algemene regels

Artikel 5 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 6 Algemene aanduidingsregels

6.1 Milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied

De voor 'milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied' ' aangewezen gronden zijn, behalve voor de aldaar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van de kwaliteit van de grondwaterkwaliteit ten behoeve van de openbare drinkvoorziening.

Voor de grondwaterbescherming is de Interim omgevingsverordening Noord-Brabant van toepassing. De verordening bevat regels te bescherming van de kwaliteit van het grondwater met het oog op de waterwinning in bij de verordening aangewezen gebieden.

6.2 vrijwaringszone - radar
6.2.1 Verbod

Ter plaatse van de aanduiding 'Vrijwaringszone - radar' (met nummer) geldt ten einde verstoring van het radarbeeld te voorkomen een bouwverbod voor bouwwerken met hogere bouwhoogte dan:

  • a. 65 meter boven NAP ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - radar 4';
  • b. 70 meter boven NAP ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - radar 5';

6.2.2 Afwijken

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 6.2.1 mits:

  • a. de grotere hoogte in overeenstemming is met de overige bouwregels die gelden voor de betreffende bestemming(en);
  • b. de werking van de radar niet in onaanvaardbare mate negatief wordt beïnvloed;
  • c. voorafgaand aan het verlenen van de omgevingsvergunning schriftelijk advies is ingewonnen bij de beheerder van het radarverstoringsgebied.

6.3 overige zone - ihcs

Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - ihcs' (met nummer) geldt ten behoeve van het obstakelvrije start- en landingsvlak met zijkanten een bouwverbod voor bouwwerken met een hogere bouwhoogte dan:

  • a. 56 meter boven NAP ter plaatse van aanduiding 'overige zone - ihcs - 1' in verband met het beschermingsgebied van de in- en uitvliegfunnel van vliegtuigen van en naar de vliegbasis Woensdrecht.

Artikel 7 Overige regels

Het bepaalde in de onderstaande hoofdstukken van het bestemmingsplan "Markiezaten - Borgvliet" van de gemeente Bergen op Zoom is onverkort van toepassing op het wijzigingsplan 'Wijzigingsplan Markiezaten - Borgvliet, De Wal':

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

Artikel 2 Wijze van meten

Hoofdstuk 3 Algemene regels

Artikel 17 Algemene bouwregels

Artikel 19 Algemene afwijkingsregels

Artikel 20 Algemene wijzigingsregels

Artikel 21 Algemene gebruiksregels

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels

Artikel 8 Overgangsrecht

8.1 Overgangsrecht bouwwerken
  • a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits de afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
    • 1. gedeeltelijk worden vernieuwd en veranderd;
    • 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
  • b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde in het eerste lid een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.
  • c. Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsregeling van het plan.

8.2 Overgangsrecht gebruik
  • a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
  • b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdig gebruik, bedoeld in het eerste lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  • c. Indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
  • d. Het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsregeling van dat plan.

Artikel 9 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:

Regels van het wijzigingsplan 'Wijzigingsplan Markiezaten - Borgvliet, De Wal' van de gemeente Bergen op Zoom.