direct naar inhoud van 5.3 Beschrijving op onderdelen
Plan: Bestemmingsplan Nassaulaan
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0744.BSPNassaulaan-d001

5.3 Beschrijving op onderdelen

5.3.1 Wonen

Het stedenbouwkundige plan richt zich op een samenhangende kwalitatief hoogwaardige uitbreiding van Baarle-Nassau, waarbij de aanwezige natuurlijke en landschappelijke waarden worden gerespecteerd. De stedenbouwkundige structuur sluit aan op de structuur van de naastgelegen woonwijk. Er is aandacht besteed aan een evenwichtige verhouding tussen bebouwing en groen, massa en ruimte. Dit komt met name in de overgang naar het landschap tot uiting in de diepe kavels en de zichtassen richting open gebied. Tevens dient de bebouwingstypologie aan te sluiten op de bestaande bebouwing van de kern.

De uitbreiding beperkt zich tot 25 ruime kavels voor vrijstaande woningen. De kavels variëren in omvang en verhouding zoals vastgelegd op de verbeelding. Smallere diepe kavels worden afgewisseld met bredere en minder diepe kavels. Een juiste positionering van de woningen op de kavels draagt bij aan de gewenste verhouding tussen massa en ruimte. De uitbreiding heeft hierdoor een groene niet stenige uitstraling met voldoende openheid tussen de verschillende woningen.

In totaal worden 25 vrijstaande woningen gerealiseerd waardoor de kleinschaligheid wordt gewaarborgd. Om de evenwichtige verhouding tussen massa en ruimte te bewerkstelligen is het gewenst om compacte bouwmassa's te realiseren. Er wordt namelijk gestreefd naar een groene sfeer met voldoende openheid tussen de woningen. Hiertoe wordt de bebouwing (hoofdgebouw en eventuele aan- en bijgebouwen) geconcentreerd in een centraal gelegen bouwvlak op de kavels. De oppervlakte van de bebouwing is gelimiteerd.

De hoofdgebouwen staan allemaal in de voorgevelrooilijn, tot maximaal twee meter achter de voorgevelrooilijn. Hiermee wordt de wenselijk geachte afwisseling en individualiteit nagestreefd.

Passend in het dorpssilhouet geldt voor de woningen gelegen op de overgang naar het landschap en verplichte toepassing van een kap, met een kapvorm naar keuze. Daarbij geldt een lage goothoogte van maximaal 4,5 meter en een beperkte bouwhoogte van maximaal 9,5 meter. De dakhelling bedraagt minimaal 30 en maximaal 60 graden. Voor de woningen gelegen in het middengebied kan naar keuze ook een woning met plat dak worden toegepast. Hiervoor geldt een maximale bouwhoogte van 7 meter. Daarbij geldt dat er verplicht een tweede bouwlaag gerealiseerd dient te worden van minimaal 40% tot maximaal 80% van de oppervlakte van de eerste bouwlaag. Deze oppervlakte bepaling voor de tweede bouwlaag is in de regels opgenomen, om ervoor te zorgen dat er geen massieve bouwmassa ontstaat. Dit moet leiden tot een gedeeltelijke verspringing van de tweede bouwlaag ten opzichte van de eerste bouwlaag. De aan- en uitbouwen en bijgebouwen zijn altijd ondergeschikt aan de hoofdbebouwing.

Voor het aspect beeldkwaliteit (architectuur en materialisering) wordt verwezen naar hoofdstuk 6.

5.3.2 Openbare ruimte

De openbare ruimte bestaat uit een eenvoudige ontsluitingsweg begeleidt door een brede groene berm. Deze weg gaat als een vloeiende lijn door het plangebied, passend bij het dorpse en landelijke karakter van de omgeving. Haaks op deze weg zijn een viertal woonstraatjes geprojecteerd als zichtas naar het open landschap. Deze woonstraatjes dragen bij aan de verweving van het plan met het aangrenzende landschap. De ontsluitingsweg en de woonstraatjes worden uitgevoerd in een klinkerverharding. Aan de hand van een tweetal profielen is de inrichting van de openbare ruimte op hoofdlijnen toegelicht.

5.3.2.1 Ontsluitingsweg

Dit betreft een asymmetrisch profiel met aan één zijde van de rijbaan een trottoir en aan de andere zijde een grasberm waar bomen in komen te staan. De bomen worden incidenteel afgewisseld door struikbeplanting. Bestaand groen in de omgeving dient als inspiratiebron voor de toe te passen bomen en beplanting. De boomsoorten die gekozen worden passen in het landschap van Baarle-Nassau en Baarle-Hertog.

Het trottoir zal 2 meter breed zijn, waaronder een kabels- en leidingentracé gelegd kan worden. De berm aan de andere zijde is van voldoende breedte voor de aanplant van bomen. De bomen komen ca. 1 meter uit de rijbaan te staan (veiligheidszone) en ca. 2 meter uit de particuliere kavels (i.v.m. overhangende takken). De rijbaanbreedte is 5 meter. De lichtmasten komen in het trottoir te staan.

afbeelding "i_NL.IMRO.0744.BSPNassaulaan-d001_0015.jpg"

Figuur 5.2 Profiel ontsluitingsweg

5.3.2.2 Woonstraatjes

De woonstraatjes zullen functioneren als een erf. Er is sprake van één verhardingsvlak dat van tuin tot tuin loopt. Er worden dus geen loopstroken, molgoten of bermen aangebracht. Regenwater zal telkens afstromen naar enkele kolken die in het verhardingsvlak worden opgenomen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0744.BSPNassaulaan-d001_0016.jpg"

Figuur 5.3 Profiel woonstraatjes

Als beëindiging van deze woonstraatjes staan één of enkele grote karakteristieke bomen op de overgang naar het open agrarische landschap. De bomen staan in een blokhaag. De boomkronen kaderen het zicht op het agrarisch gebied in en geven diepte. Doordat het profiel naar het landschap toe uitwaaiert is er geen standaard verhardingsbreedte. Het profiel is op de kruisingsvlakken het smalst. Lichtmasten komen aan weerszijde te staan, om en om.

5.3.3 Verkeer

In het kader van duurzaam veilig wordt bij zowel de ontsluitingsweg als de woonstraatjes een 30 km/h regiem toegepast. Gezien het bochtige verloop van de ontsluitingsweg en de beperkte lengte van de woonstraatjes zijn snelheidsremmende voorzieningen niet noodzakelijk. De ontsluitingsweg wordt in het plan ingericht en uitgevoerd als doodlopende weg.

In het plan worden geen openbare parkeerplekken ingericht. Het parkeren geschied op eigen terrein. Incidenteel kan geparkeerd worden op de straat of in de berm.