direct naar inhoud van 5.2 Rijksbeleid
Plan: (Voormalig) gemeentehuis Abcoude
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0736.bpvoormgmeentehuis-va01

5.2 Rijksbeleid

Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (2012) en Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (2011)

Nederland concurrerend, bereikbaar, leefbaar & veilig. Daar streeft het Rijk naar met een  aanpak die ruimte geeft aan regionaal maatwerk, de gebruiker voorop zet, investeringen scherp prioriteert en ruimtelijke ontwikkelingen en infrastructuur met elkaar verbindt. Een actualisatie van het ruimtelijk- en mobiliteitsbeleid is daarvoor nodig. De verschillende beleidsnota's op het gebied van ruimte en mobiliteit zijn gedateerd door nieuwe politieke accenten en veranderende omstandigheden zoals de economische crisis, klimaatverandering en toenemende regionale verschillen onder andere omdat groei, stagnatie en krimp gelijktijdig plaatsvinden. De structuurvisie Infrastructuur en Ruimte geeft een nieuw, integraal kader voor het ruimtelijk- en mobiliteitsbeleid op rijksniveau en is de 'kapstok' voor bestaand en nieuw rijksbeleid met ruimtelijke consequenties.

De structuurvisie Infrastructuur en Ruimte is vertaald in het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro). Het Barro omvat alle ruimtelijke rijksbelangen die juridisch doorwerken op het niveau van bestemmingsplannen. Het gaat om kaders voor onder meer het bundelen van verstedelijking, de bufferzones, nationale landschappen, de Ecologische Hoofdstructuur, de kust, grote rivieren, militaire terreinen, mainportontwikkeling van Rotterdam en de Waddenzee. Met het Barro maakt het Rijk proactief duidelijk waar provinciale verordeningen en gemeentelijke bestemmingsplannen aan moeten voldoen. Uit de regels en kaarten behorende bij het Barro kan worden afgeleid welke aspecten relevant zijn voor het ruimtelijke besluit.

Doelen

In de structuurvisie Infrastructuur en Ruimte formuleert het Rijk drie hoofddoelen om Nederland concurrerend, bereikbaar, leefbaar & veilig te houden voor de middellange termijn (2028):

  • het vergroten van de concurrentiekracht van Nederland door het versterken van de ruimtelijk-economische structuur van Nederland;
  • het verbeteren, in stand houden en ruimtelijk zekerstellen van de bereikbaarheid waarbij de gebruiker voorop staat;
  • het waarborgen van een leefbare en veilige omgeving waarin unieke natuurlijke en cultuurhistorische waarden behouden zijn.

Nationale belangen

Voorgaande (hoofd)doelstellingen zijn in de structuurvisie vertaald naar nationale belangen. Deze zijn – direct of indirect – ook opgenomen in het Barro, waarmee zij juridisch doorwerken in bestemmingsplannen. De volgende rijksbeleidspunten zijn van toepassing op het plangebied:

  • 1. Efficiënt gebruik van de ondergrond.
  • 2. Verbeteren van de milieukwaliteit (lucht, bodem, water) en bescherming tegen geluidsoverlast en externe veiligheidsrisico's.
  • 3. Ruimte voor behoud en versterking van (inter) nationale unieke cultuurhistorische en natuurlijke kwaliteiten.
  • 4. Ruimte voor een nationaal netwerk van natuur voor het overleven en ontwikkelen van flora- en faunasoorten.
  • 5. Zorgvuldige afwegingen en transparante besluitvorming bij alle ruimtelijke plannen.

Beschermd dorpsgezicht

Het plangebied is geheel gelegen binnen het op grond van artikel 35 van de Monumentenwet (destijds artikel 20) aangewezen beschermd dorpsgezicht. Het op 21 december 2000 door de raad van de gemeente Abcoude vastgestelde bestemmingsplan Beschermd Dorpsgezicht Abcoude, voldoet aan de verplichting als bedoeld in artikel 36 lid 1 van de Monumentenwet, met uitzondering van de gronden van de Meerlandenweg en de gronden bestemd voor de (derde) brug over de Angstel.

De aanwijzing is voornamelijk gericht op de bescherming van de ruimtelijke structuur van het oude dorp, zoals deze zich tot in de 19e eeuw heeft ontwikkeld, in samenhang met de openheid van het gebied tussen Gein en het fort en in mindere mate op de nog aanwezige historische bebouwing.

Deze aanwijzing heeft gevolgen voor het gebruik en de vormgeving van panden en terreinen binnen het aangewezen gebied. De Monumentenwet bepaalt dat de benodigde bescherming moet worden geregeld in een bestemmingsplan. Het onderhavige bestemmingsplan dient daarom extra regelingen te bevatten, waarmee deze bescherming kan worden gewaarborgd.

Structuurvisie Randstad 2040 (2008)

De Structuurvisie gaat uit van vier speerpunten (principes) om van de Randstad een duurzame en internationaal concurrerende Europese topregio te maken. Bij deze principes heeft het kabinet twaalf ruimtelijke keuzes gemaakt. De keuzes zijn dus uitwerkingen van de speerpunten. Hieronder de relevante speerpunten en keuzes voor het plangebied.

Relevante speerpunten met gemaakte keuzes

Versterken van de wisselwerking tussen natuur (groen), water (blauw) en bebouwing (rood):

  • beschermen en ontwikkelen van landschappelijke differentiatie;
  • transitie van de landbouw;
  • ontwikkeling van groene woon- en werkmilieus gekoppeld aan de groenblauwe opgave;
  • ontwikkeling groenblauwe topkwaliteit bij steden.

Wat internationaal sterker is, sterker maken:

  • benutten en versterken internationale topfuncties;
  • verbeteren van de internationale verbindingen tussen de Randstad en andere stedelijke regio's.

Krachtige, duurzame steden en regionale bereikbaarheid:

  • opschalen van de stedelijke regio's: bereikbaarheid op het niveau van de noordelijke en zuidelijke Randstad;
  • optimaal benutten en klimaatbestendig inrichten van de binnenstedelijke ruimte voor wonen, werken en voorzieningen door transformeren, herstructureren en intensiveren.