direct naar inhoud van Artikel 12 Algemene gebruiksregels
Plan: Beschermd dorpsgezicht Abcoude en beschermd dorpsgezicht Baambrugge
Status: vastgesteld
Plantype: beheersverordening
IMRO-idn: NL.IMRO.0736.BV001dorpsgezicht-va01

Artikel 12 Algemene gebruiksregels

1. Onder strijdig gebruik met de verordening wordt in ieder geval verstaan:

  • a. het gebruik van gebouwen en onbebouwde gronden als seksinrichtingen;
  • b. het gebruik van onbebouwde gronden, niet zijnde de gemeentewerf:
    • 1. voor opslagplaats voor bagger en grondspecie;
    • 2. als opslagplaats voor vaten, kisten, al dan niet voor gebruik geschikte werktuigen en machines of onderdelen daarvan, oude en nieuwe (bouw)materialen, afval, puin, grind of brandstoffen;
    • 3. als uitstallings-, opslag-, stand- of ligplaats voor kampeer- en verblijfsmiddelen;
  • c. het ter plaatse van het vlak 'Agrarisch gebied met landschaps- en cultuurhistorische waarden' gebruiken van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, voor reclameborden en/of neonreclame, voor lichtmasten en lichtbakken.

2. Voorts zijn de volgende activiteiten op gronden ter plaatse van het vlak 'Agrarisch gebied met landschaps- en cultuurhistorische waarden' buiten de agrarische bouwblokken en buiten erven niet toegestaan:

  • a. ten behoeve van het scheuren van grasland voor de teelt van ruwvoedergewassen ter voorziening in de eigen behoefte ter plaatse van buitendijkse gronden en ter voorziening in meer dan de eigen behoefte in het gehele verordeningsgebied;
  • b. het ophogen/afgraven van gronden voor doeleinden die gepaard gaan met het ophogen of afgraven van gronden, ter plaatse van buitendijkse gronden;
  • c. de aanleg van wegen, paden en verhardingen groter dan 50 m², tenzij het wandel- en fietspaden betreft, dan wel ondergeschikte parkeervoorzieningen ten behoeve van kleinschalige dagrecreatieve voorzieningen;
  • d. de aanleg van niet-overdekte zwembaden, tennisbanen en paardrijbakken, behoudens paardrijbakken ter plaatse van agrarische bouwvlakken.

3. Onder strijdig gebruik met de verordening wordt niet verstaan:

  • a. vormen van gebruik als bedoeld in lid 1, die verenigbaar zijn met het doel waarvoor de grond ingevolge hoofdstuk 2 mag worden gebruikt;
  • b. het opslaan van bouwmaterialen, puin en specie in verband met normaal onderhoud, dan wel ter verwezenlijking van het toegestane gebruik;
  • c. het uitoefenen van detailhandel voor zover dit een normaal en ondergeschikt bestanddeel uitmaakt van de totale bedrijfsuitoefening, zoals ingevolge hoofdstuk 2 toegestaan;
  • d. de stalling van ten hoogste één toercaravan en/of boot op de bij een woning behorende grond.