direct naar inhoud van Artikel 4 Gemengd
Plan: Fort bij de Nieuwe Steeg
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0733.BpBuiFortNweSteeg-OH01

Artikel 4 Gemengd

4.1 bestemmingsomschrijving

De voor Gemengd aangewezen gronden zijn bestemd voor een combinatie van de volgende functies:

  • a. ontspanning en vermaak in de vorm van een educatieve en museale attractie;
  • b. maatschappelijke voorzieningen in de vorm van activiteiten gericht op educatie en voorlichting;
  • c. horeca categorie 2, met een omvang van maximaal 600 m2 en bijbehorende terrassen met dien verstande dat de oppervlakte van terrassen niet wordt betrokken in de berekening van de maximale oppervlakte;
  • d. detailhandel in aan de attractie gerelateerde producten en streekproducten, met een omvang van maximaal 300 m2;
  • e. recreatie;
  • f. instandhouding en ontwikkeling van cultuurhistorische, natuurlijke en landschappelijke waarden;
  • g. verblijfsrecreatie in de vorm van kleinschalig kamperen, met een maximum van 15 tenten; uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'kampeerterrein';
  • h. één bedrijfswoning; uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';
  • i. parkeervoorzieningen; uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein';
  • j. oppervlakte water met een omvang van minimaal 603 m2 bij een peilstijging van 30 cm ten behoeve van waterberging;

met de daarbij behorende:

  • gebouwen;
  • bouwwerken, geen gebouw zijnde;
  • wegen en paden;
  • sanitaire voorzieningen;
  • speelvoorzieningen;
  • tuinen, erven en terreinen;
  • waterlopen en waterpartijen, waaronder duikers en overige voorzieningen voor de waterberging;
  • groenvoorzieningen.
4.2 bouwregels
4.2.1

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. gebouwen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • b. het bouwvlak mag volledig worden bebouwd;
  • c. goothoogte maximaal de ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte' aangegeven goothoogte;
  • d. bouwhoogte maximaal de ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' aangegeven bouwhoogte;
  • e. bijgebouwen, met per bedrijfswoning een gezamenlijke maximale oppervlakte van 75 m2, een maximale bouwhoogte van 6 m en een maximale goothoogte van 3 m.
4.2.2

In afwijking van het bepaalde in artikel 4.2.1. mag ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning', een gebouw worden gebouwd met dien verstande dat:

  • a. de inhoud maximaal 1.000 m3 bedraagt;
  • b. de inhoud van het gedeelte van het gebouw dat voor de woonfunctie wordt gebruikt maximaal 650 m3 bedraagt.
4.2.3

In afwijking van het bepaalde in artikel 4.2.1 mag ten behoeve van het kleinschalig kamperen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'kampeerterrein', een gebouw worden gebouwd met dien verstande dat:

  • a. de oppervlakte maximaal 20 m2 bedraagt;
  • b. de bouwhoogte bedraagt maximaal de ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' aangegeven hoogte.
4.2.4

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde gelden de volgende bepalingen:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag maximaal 2 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte voor erf- en terreinafscheidingen vóór de naar de weg gekeerde gevel maximaal 1 m mag bedragen;
  • b. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouw zijnde, mag niet meer dan 2,5 m bedragen.
4.3 ontheffing van de bouwregels
4.3.1

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van:

  • a. artikel 4.2.1 en toestaan dat ondergrondse tunnels worden gebouwd ter verbinding van gebouwen;
  • b. artikel 4.2.3 en toestaan dat overkappingen worden gebouwd ten behoeve van openluchtactiviteiten met dien verstande dat:
    • 1. de bouwhoogte maximaal 5 m bedraagt;
    • 2. de gezamenlijke oppervlakte van overkappingen maximaal 400 m2 bedraagt;
4.3.2

Ontheffing als bedoeld in artikel 4.3.1 wordt uitsluitend verleend voor zover dit niet leidt tot een onevenredige aantasting van de aanwezige cultuurhistorische waarden in het gebied.

4.3.3

Alvorens een ontfheffing wordt verleend als bedoeld in artikel 4.3.1 wordt advies verkregen van de gemeentelijke monumentencommissie.

4.4 aanlegvergunningstelsel
4.4.1

Het is verboden zonder of in afwijking van een aanlegvergunning van burgemeester en wethouders op de in artikel 4.1 bedoelde gronden de volgende andere-werken uit te voeren:

  • a. houtgewas te vellen en te rooien;
  • b. het ontgronden, vergraven, afgraven, egaliseren, diepploegen, woelen en mengen en ophogen van gronden;
  • c. het aanleggen, verbreden en verharden van wegen, paden, banen, parkeervoorzieningen en andere oppervlakteverhardingen;
  • d. het aanleggen, verdiepen, verbreden en dempen van sloten, watergangen en overige waterpartijen;
  • e. andere-werken die een verandering van de waterhuishouding of het grondwaterpeil tot gevolg hebben, zoals drainage en (onder)bemaling;
  • f. het aanleggen van ondergrondse of bovengrondse transport-, energie- en/of communicatieleidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties en apparatuur;
  • g. het aanbrengen of verwijderen van diepwortelende beplantingen, het bebossen en aanplanten van gronden en het rooien en/of kappen van bos of andere houtgewassen.
4.4.2

Een aanlegvergunning mag alleen en moet worden geweigerd, indien door het uitvoeren van het ander-werk dan wel door de daarvan direct of indirect te verwachten gevolgen blijvend onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de landschappelijke waarden van het gebied en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende kan worden tegemoet gekomen.

4.4.3

Een aanlegvergunning als bedoeld in artikel 4.4.1 wordt uitsluitend verleend voor zover dit niet leidt tot een onevenredige aantasting van de aanwezige cultuurhistorische waarden in het gebied.

4.4.4

Geen aanlegvergunning is nodig voor:

  • a. andere-werken die het normale onderhoud, gebruik en beheer betreffen;
  • b. andere-werken die op het moment van het van kracht worden van het plan in uitvoering zijn of uitgevoerd kunnen worden op grond van een voor dat tijdstip aangevraagde dan wel verleende vergunning;
  • c. andere-werken die worden uitgevoerd binnen het bouwvlak;
  • d. andere-werken die worden uitgevoerd conform een door burgemeester en wethouders goedgekeurd inrichtingsplan.
4.5 specifieke gebruiksregels

Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 7.10 eerste lid Wro wordt in ieder geval verstaan een gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van seksinrichtingen.