Plan: | Stadslandgoed Nieuwerve Vlissingen |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0718.BPSL01-VA01 |
het bestemmingsplan Stadslandgoed Nieuwerve Vlissingen, met identificatienummer NL.IMRO.0718.BPSL01-VA01 van de gemeente Vlissingen.
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels.
een geometrisch bepaald vlak of een figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en /of het bebouwen van deze gronden.
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
onderzoek verricht door of namens de gemeente, door een dienst, bedrijf of instelling, beschikkend over het certificaat als bedoeld in paragraaf 5.1, artikel 5.1 tot en met artikel 5.6, van de Erfgoedwet en werkend volgens de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie (KNA).
het bedrijfsmatig telen van gewassen en houden van dieren ten behoeve van gebruik van plantaardige of dierlijke producten door mens of dier.
de aan een gebied toegekende waarden dan wel de aan een gebied toegekende hoge of middelhoge verwachtingswaarde ten aanzien van de in dat gebied voorkomende overblijfselen uit oude tijden.
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
een onderneming gericht op het produceren, bewerken, herstellen, installeren of inzamelen van goederen, alsmede verhuur, opslag en distributie van goederen.
de totale vloeroppervlakte van een kantoor, winkel of bedrijf met inbegrip van de daartoe behorende magazijnen en overige dienstruimten.
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, die slechts is bestemd voor de bewoning door (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar noodzakelijk is, gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein.
ruimte bestemd voor een of meer bedden bestemd voor slapen.
het op het tijdstip van het in werking treden van het plan bestaande gebruik.
de grens van een bestemmingsvlak.
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
het bevoegde bestuursorgaan als bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
de uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd en met aarde verbonden bouwwerk met een dak.
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
een grens van een bouwperceel.
de grens van een bouwvlak.
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten.
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct, hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
elk bouwwerk, geen gebouw en geen overkapping zijnde.
De totale oppervlakte van een kampeerterrein, inclusief landschappelijke inpassing, gedeeld door het totaal aantal standplaatsen.
het via een bedrijf, stichting of andere rechtspersoon voeren van een gezamenlijk beheer en exploitatie van alle:
het aanbieden en uitoefenen, al dan niet bedrijfsmatig, van activiteiten gericht op kunst, cultuur, beschaving, ontspanning en vermaak, niet zijnde seksinrichtingen en prostitutie.
activiteiten ter ontspanning in de vorm van sport niet zijnde een sportcomplex, spel, toerisme, cultuur en educatie, waarbij overnachting en lawaaisporten uitdrukkelijk zijn uitgesloten.
een door burgemeester en wethouders aan te wijzen onafhankelijke deskundige of commissie van deskundigen aangaande een specifiek aspect van de ruimtelijke ordening, zoals bijvoorbeeld een archeologisch deskundige, een landschapsdeskundige, een milieudeskundige en een natuurdeskundige.
het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij het publiek rechtstreeks (al dan niet via een balie) te woord wordt gestaan en geholpen, zoals reis- en uitzendbureaus, kapsalons, pedicures, wasserettes, makelaarskantoren, internetwinkels en bankfilialen.
het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), verkopen, verhuren en leveren van goederen aan personen die die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
een al dan niet bebouwd perceel of een gedeelte daarvan dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw.
activiteiten in de openlucht ter ontspanning of de beleving van en/of kennismaking met natuur, landschap en cultuur waarbij het gaat om een relatief beperkt aantal recreanten per oppervlakte-eenheid, zoals wandelen, fietsen, skaten, vissen, zwemmen, natuurobservatie, varen, kanoën, suppen, paardrijden, klimmen en overige kleinschalige sportactiviteiten waarbij gebruikgemaakt wordt van het landschap, de paden, het water en de openbare voorzieningen.
de kans om buiten een inrichting te overlijden als rechtstreeks gevolg van een ongewenst voorval binnen die inrichting, waarbij een gevaarlijke stof betrokken is.
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
woningen en andere geluidsgevoelige gebouwen en geluidsgevoelige terreinen, zoals bedoeld in artikel 1 van de Wet geluidhinder.
bedrijven, zoals bedoeld in artikel 2.1 lid 3 van het Besluit omgevingsrecht, die in belangrijke mate geluidshinder kan veroorzaken.
de grens, zoals bedoeld in de Wet milieubeheer en zoals uitgewerkt in het Besluit externe veiligheid inrichtingen ten aanzien van het niveau van het plaatsgebonden risico.
de grens van de zone, zoals bedoeld in de Wet geluidhinder.
cumulatieve kansen per jaar, dat ten minste 10, 100 of 1.000 personen overlijden als rechtstreeks gevolg van hun aanwezigheid in het invloedsgebied van een inrichting en een ongewoon voorval binnen die inrichting, waarbij een gevaarlijke stof, een gevaarlijke afvalstof of een bedrijfsmiddel is betrokken.
een maximale waarde voor de geluidsbelasting, die hoger is dan de voorkeursgrenswaarde en die in een concreet geval kan worden vastgesteld op grond van de Wet geluidhinder, het Besluit grenswaarden binnen zones rond industrieterreinen, het Besluit grenswaarden binnen zones langs wegen en/of het Besluit geluidhinder spoorwegen.
een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn aard, functie, constructie of afmetingen dan wel gelet op de bestemming als belangrijkste bouwwerk valt aan te merken.
een gebied waarin, op grond van de Regeling externe veiligheid inrichtingen, personen worden meegeteld voor de berekening van het groepsrisico.
een complex ten behoeve van justitie en veiligheid met daarin onder andere:
een gebouw of gedeelte van een gebouw dat, blijkens haar aard, indeling en inrichting kennelijk dient voor het bedrijfsmatig aanbieden en uitoefenen van administratieve werkzaamheden ten behoeve van derden zonder of met een sterk ondergeschikte baliefunctie, waaronder begrepen congres- en vergaderaccommodatie.
een kampeerauto/camper op kampeerterreinen bestemd voor recreatief nachtverblijf waarvan de gebruikers hun hoofdgebruik elders hebben.
een terrein, geheel of gedeeltelijk ingericht en blijkens die inrichting bestemd, om daarop gelegenheid te geven tot het plaatsen of geplaatst houden van kampeermiddelen en verblijfsrecreatieaccommodaties.
een sportactiviteit waarbij motorisch of mechanisch geluid wordt geproduceerd dat zodanig is dat het omgevingslawaai wordt overschreden, waaronder in ieder geval begrepen de rallysport, motorsport en modelvliegsport. De jachtsport wordt hier niet onder begrepen.
educatieve, sociaal-medische, sociaal-culturele en levensbeschouwelijke voorzieningen en voorzieningen ten behoeve van de openbare dienstverlening;
een door de Stichting Nederlands Normalisatie-instituut uitgegeven norm, zoals deze luidde op het moment van vaststelling van het plan.
de effectieve, vrije ruimte per standplaats, gemeten zonder beplantingen, wegen, (schouw)paden, sport- en spelvoorzieningen en parkeergelegenheid.
voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling en apparatuur voor telecommunicatie.
de detailhandel waarbij de detailhandelsactiviteit een directe relatie heeft met de hoofdactiviteit maar daaraan ondergeschikt is.
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, voorzien van een gesloten dak.
een aaneengesloten stuk grond, waarop krachtens het plan een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegestaan.
het risico op een plaats buiten een inrichting, uitgedrukt als de kans per jaar dat een persoon, die onafgebroken en onbeschermd op die plaats zou verblijven, overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongewoon voorval binnen die inrichting, waarbij een gevaarlijke stof, gevaarlijke afvalstof of bestrijdingsmiddel betrokken is.
de risicocontour 10-6/jaar, ingevolge de artikelen 6, 7 en 8 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen, die aangeeft waar er een bepaalde effectkans van één op een miljoen is op een incident met één of meer dodelijke slachtoffers.
de detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd, gerepareerd en of toegepast in het productieproces waarbij de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de productiefunctie.
een perceel waar onderzoek kan worden uitgevoerd met betrekking tot voedsel- en bosproductie, waterhuishouding, energie, klimaat en aanverwante thema's.
een Quantitative Risk Analysis (kwantitatieve risicoanalyse) voor activiteiten met gevaarlijke stoffen.
de richtwaarde, zoals bedoeld in artikel 5.1 van de Wet milieubeheer, en zoals uitgewerkt in het Besluit externe veiligheid inrichtingen, ten aanzien van het niveau van het plaatsgebonden risico.
een complex met meerdere sportvelden dan wel sportaccommodaties.
een gedeelte van een verblijfsrecreatieterrein bestemd voor de plaatsing van een kampeermiddel inclusief de bij dat kampeermiddel behorende ondergeschikte onderkomens zoals bijzettenten, of een verblijfsrecreatieaccommodatie .
de Staat van Bedrijfsactiviteiten (bijlage 2) die van deze regels onderdeel uitmaakt.
de Staat van Horeca-activiteiten (bijlage 3) die van deze regels onderdeel uitmaakt.
bouwwerken, ten behoeve van de bescherming van gewassen en/of de voorkweek van ten behoeve van het eigen bedrijf benodigd plantmateriaal en/of de voorkoming van de verspreiding van gewasbeschermingsmiddelen, ten behoeve van grondgebonden agrarische teelten, onderzoeksfuncties en duurzaam waterbeheer, klimaatadaptatie en duurzame voedselproductie, nader te onderscheiden in:
nader te onderscheiden in:
een tijdelijk recreatief nachtverblijf in kampeermiddelen of verblijfsrecreatieaccommodaties gedurende korte perioden per jaar, door personen die hun hoofdverblijf elders hebben.
een vrijstaand gebouw op een standplaats bestemd voor verblijfsrecreatie, met een maximale oppervlakte van 75 m² en een fundering niet dieper dan 30 cm beneden maaiveld;
voorzieningen, geen kampeermiddelen of verblijfsrecreatieaccommodaties zijnde, ten behoeve van de verblijfsrecreatie.
de naar de weg of naar het openbaar gebied gekeerde gevel van een gebouw.
de maximale waarde voor de geluidsbelasting, zoals deze rechtstreeks kan worden afgeleid uit de Wet geluidhinder c.q. het Besluit grenswaarden binnen zones rond industrieterreinen, het Besluit grenswaarden binnen zones langs wegen en/of het Besluit geluidhinder spoorwegen.
een inrichting waar professioneel vuurwerk en/of meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk aanwezig is.
indien in dit plan, de begrippen in de regels daaronder begrepen, wordt verwezen naar een wet, een wettelijke regeling (Algemene Maatregel van Bestuur of ministeriële regeling), een Keur of een verordening dienen deze te worden gelezen, zoals deze luiden op het tijdstip van vaststelling van het bestemmingsplan.
een bouwwerk ter opwekking van energie door benutting van windkracht, met uitzondering van bemalingsinstallaties ten behoeve van de waterhuishouding.
Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
de afstand tussen bouwwerken onderling alsmede de afstand van bouwwerken tot de perceelsgrens worden daar gemeten, waar deze afstanden het kleinst zijn.
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel, indien zich op enige zijde van een gebouw één of meer dakkapellen bevinden waarvan de gezamenlijke breedte meer bedraagt dan 50% van de gevelbreedte (op de achterzijde van een gebouw meer dan 70%), wordt de goot of boeibord van de dakkapel als goothoogte aangemerkt.
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en /of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, zonnepanelen en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
tussen (de lijnen getrokken door) de buitenzijde van de gevels en/of het hart van de scheidsmuren.
tussen het hoogste punt van het bouwwerk en het peil; bij constructies worden de werken in verticale stand meegerekend.
vanaf het peil tot aan de tip (uiteinde) van het bovenste verticaal staande rotorblad; als een windturbine op of aan een gebouw wordt gerealiseerd, wordt gemeten tussen het punt waarbij de windturbine het dakvlak kruist en de tiphoogte van de windturbine.
De voor 'Agrarisch met waarden' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Bouwwerken zijn uitsluitend toegestaan in de vorm van terreinafscheidingen met een bouwhoogte van ten hoogste 1 meter.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.2.1, voor het bouwen van overkappingconstructies als teeltondersteunende voorziening, met inachtneming van het volgende:
Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken gelden de volgende regels:
Het is verboden op de in lid 3.1 bedoelde gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de volgende werken geen bouwwerken zijnde of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van lid 3.5.1 geldt niet voor het uitvoeren van werken, of werkzaamheden, die:
Werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 3.5.1. zijn slechts toelaatbaar, indien daardoor de in lid 3.1 onder b genoemde aanwezige waarden van de gronden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van de waarden niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind.
Het bevoegd gezag is bevoegd de bestemming Agrarisch met waarden te wijzigen, door het opnemen van een aanduiding waarmee bemesting wordt uitgesloten of door het wijzigen van de bestemming in de bestemming Natuur of Groen, ten einde te verzekeren dat de stikstofdepositie als gevolg van het door middel van de bestemmingen Bedrijf, Gemengd - Stadslandgoed en Maatschappelijk toegelaten gebruik in voldoende mate wordt gesaldeerd, met inachtneming van het volgende:
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor gebouwen, niet zijnde nutsvoorzieningen, gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van bebouwing ten behoeve van:
Bevoegd gezag kan afwijken van:
Voor Gemengd - Stadslandgoed aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor gebouwen gelden de volgende regels:
Voor overige bouwwerken en nutsvoorzieningen, gelden de volgende regels:
Op een kampeerterrein ter plaatse van de aanduiding 'verblijfsrecreatie' gelden in aanvulling op het bepaalde in 5.2.1 en 5.2.2 de volgende regels:
Bevoegd gezag kan nadere eisen stellen ten aanzien van de situering en afmeting van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde 5.2.1:
Het bevoegd gezag kan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - afwijkende bouwhoogte gebouwen' bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 5.2.1 onder b om een hogere bouwhoogte van gebouwen toe te staan, met inachtneming van de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.2.1 onder c:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.2.1 onder c. voor het bouwen van overkappingsconstructies als teeltondersteunende voorzieningen tot een oppervlakte van ten hoogste 40% van het bouwperceel met inachtneming van het volgende:
Verblijfsrecreatie is toegestaan onder de volgende voorwaarden:
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor de bebouwing gelden de volgende regels:
Het is verboden op de tot 'Groen' bestemde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken en werkzaamheden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden wordt slechts verleend indien de waarden van de in lid 6.1 omschreven gronden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van de waarden niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind.
Het verbod geldt niet voor het uitvoeren van werken, of werkzaamheden als bedoeld in lid 6.3.1 welke:
Voor Maatschappelijk aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor gebouwen, niet zijnde nutsvoorzieningen, gelden de volgende regels:
Voor overige bouwwerken en nutsvoorzieningen gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:
Het bevoegd gezag kan, mits het ruimtelijk en stedenbouwkundig beeld niet onevenredig wordt aangetast, bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in sublid 7.2.1, onder b, en van het bepaalde in sublid 7.2.2, onder a en b tot ten hoogste 20% van de aangegeven bouwhoogte.
Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:
Een omgevingsvergunning voor bouwen van bedruimte wordt slechts verleend indien uit akoestisch onderzoek is gebleken dat voldaan wordt aan de gewenste binnenwaarde van maximaal 35 dB(A) ten aanzien van het aspect industrielawaai.
De voor 'Recreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor de bebouwing gelden de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:
Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming van de gronden met de aanduiding 'volkstuin' te wijzigen in 'Agrarisch met Waarden'.
De voor Verkeer aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en nutsvoorzieningen, gelden de volgende bepalingen:
Bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en nutsvoorzieningen, gelden de volgende bepalingen:
De voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor een gasleiding.
Voor het bouwen gelden de volgende bepalingen:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
Het is verboden zonder of in afwijking van een vergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod is niet van toepassing op werken of werkzaamheden, die:
Alvorens te beslissen omtrent een aanvraag als bedoeld in sublid 11.4.1, wordt schriftelijk advies ingewonnen bij de beheerder van de leiding met betrekking tot de belangen in verband met de veilige ligging van de leiding en het voorkomen van schade aan de leiding.
Bevoegd gezag kan het plan wijzigen ten behoeve van het doen vervallen van de bestemming Leiding - Gas, indien de leiding buiten gebruik wordt gesteld dan wel wordt verwijderd.
De voor 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de aanleg, het beheer en instandhouding van een bovengrondse 150 kV-hoogspanningsverbinding inclusief de daarbij behorende masten en (veiligheids)voorzieningen.
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod is niet van toepassing op werken of werkzaamheden, die:
Bevoegd gezag kan het plan wijzigen ten behoeve van het doen vervallen van de bestemming Leiding - Hoogspanningsverbinding, indien de leiding buiten gebruik wordt gesteld dan wel verwijderd na verkregen schriftelijke toestemming van de netbeheerder van de hoogspanningsverbinding.
De voor 'Leiding - Riool' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor een strook ten behoeve van een rioolleiding.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning ter plaatse van de rioolleiding en binnen een afstand van 5 m aan weerszijden van de hartleiding van de leiding de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod is niet van toepassing op werken of werkzaamheden, die:
Alvorens te beslissen op een aanvraag als bedoeld in sublid 13.4.1 wordt schriftelijk advies ingewonnen bij de beheerder van de leiding in verband met de veilige ligging van de leiding en het voorkomen van schade aan de leiding.
Bevoegd gezag kan het plan wijzigen ten behoeve van het doen vervallen van de bestemming Leiding - Riool, indien de leiding buiten gebruik wordt gesteld dan wel wordt verwijderd.
De voor 'Waarde - Archeologie 1' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van archeologische waarden.
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Het is verboden, zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod in sublid 14.3.1 is niet van toepassing, indien:
De werken en werkzaamheden, zoals bedoeld in sublid 14.3.1 zijn slechts toelaatbaar, indien:
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Waarde - Archeologie 1' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning te slopen.
Het verbod als bedoeld in sublid 14.4.1 is niet van toepassing, indien:
Een omgevingsvergunning, zoals bedoeld in sublid 14.4.1, kan slechts worden verleend, indien:
De voor 'Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming en veiligstelling van archeologische waarden.
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Het is verboden, zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning, de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod, zoals bedoeld in sublid 15.3.1, is niet van toepassing, indien:
Een omgevingsvergunning, zoals bedoeld in sublid 15.3.1, kan slechts worden verleend, indien:
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Waarde - Archeologie 2' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag te slopen.
Het verbod als bedoeld in sublid 15.4.1 is niet van toepassing, indien:
Een omgevingsvergunning, zoals bedoeld in sublid 15.4.1, kan slechts worden verleend, indien:
De voor Waterstaat aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), bestemd voor:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan, mits geen onevenredige aantasting van het ruimtelijk en stedenbouwkundig beeld plaatsvindt, afwijking verlenen van:
Met betrekking tot het gebruik geldt de volgende regel:
Van het bepaalde in lid 16.4, onder 1, mag worden afgeweken, indien voor de opslag en het bewerken van explosiegevaarlijk materiaal een watervergunning is verleend door het bevoegd gezag.
Grond, die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan, waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen, die op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan tot stand zijn gekomen, of tot stand kunnen komen, met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
De bouwgrenzen mogen, in afwijking van deze regels, worden overschreden door tot gebouwen behorende stoepen, stoeptreden, trappen(huizen), galerijen, hellingbanen, funderingen, erkers, balkons, entreeportalen, veranda's alsmede andere ondergeschikte bouwdelen van gebouwen, mits de overschrijding niet meer dan 1,5 m bedraagt.
Binnen de op de verbeelding voor 'Vrijwaringszone - weg' aangeduide gronden, is het bouwen van gebouwen uitsluitend toegestaan met instemming van Waterschap Scheldestromen.
In aanvulling op het bepaalde in deze regels geldt voor de gronden binnen de op de verbeelding aangegeven gebiedsaanduiding 'vrijwaringszone - dijk', dat de opslag en bewerking van explosiegevaarlijk materiaal niet is toegestaan.
Van het bepaalde in lid 19.2.1 mag worden afgeweken, indien voor de opslag en het bewerken van explosiegevaarlijk materiaal een watervergunning is verleend door het bevoegd gezag.
In aanvulling op het bepaalde in deze regels geldt voor de gronden binnen de op de verbeelding aangegeven gebiedsaanduiding 'geluidszone - industrie', dat het bouwen van nieuwe gebouwen met een geluidsgevoelige bestemming uitsluitend is toegestaan, indien is gebleken, dat de geluidsbelasting vanwege het industrieterrein op de gevels van de gebouwen met deze geluidsgevoelige bestemmingen niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de regels voor:
Het bevoegd gezag kan, overeenkomstig het bepaalde in de Wet ruimtelijke ordening, het plan wijzigen:
en
Tot een strijdig gebruik wordt in ieder geval gerekend het gebruik van gronden of bouwwerken, waarbij niet wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid volgens de normering, zoals deze is opgenomen in de 'Beleidsnota parkeernormering Vlissingen' en diens rechtsopvolger(s).
Een omgevingsvergunning voor het (ver)bouwen, het uitbreiden en/of het wijzigen van de bestemming van gebouwen en gronden wordt slechts verleend, indien bij de aanvraag is aangetoond, dat wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid volgens de normering, zoals deze is opgenomen in de 'Beleidsnota parkeernormering Vlissingen' en diens rechtsopvolger(s).
Bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 22.2 22.3 en toestaan dat:
Voor bouwwerken luidt het overgangsrecht als volgt.
Voor gebruik luidt het overgangsrecht als volgt:
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan 'Stadslandgoed Nieuwerve Vlissingen' van de gemeente Vlissingen.