Plan: | Buitengebied - Wijzigingsplan Schapenweg 13 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | wijzigingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0716.wpSchapenweg13PVI-VG01 |
Het agrarische bedrijf aan de Schapenweg 13 in het buitengebied van Poortvliet is recent beëindigd en de omliggende gronden zijn verkocht. Omdat het bewonen van de gronden volgens het huidige bestemmingsplan 'Buitengebied Tholen' niet toegestaan is zonder agrarische bedrijfsvoering, is er een verzoek ingediend om de gronden met agrarisch bouwvlak om te zetten in Wonen en Agrarisch zonder bouwvlak. In het bestemmingsplan 'Buitengebied Tholen' is een hiervoor wijzigingsbevoegdheid opgenomen. De gemeente is bereid planologische medewerking te verlenen aan het verzoek en hiervoor de wijzigingsbevoegdheid toe te passen.
De ligging van het plangebied is globaal weergegeven in figuur 1.1.
Figuur 1.1. Ligging en situatie plangebied (luchtfoto: kadaster Nederland 2017).
Het plangebied omvat het gebied dat in het bestemmingsplan is aangewezen als agrarisch bouwvlak en is rond het erf van het voormalig agrarisch bedrijf gesitueerd. Het plangebied ligt ten noordoosten van Poortvliet. Op het erf staat naast de woning ook een schuur. De gronden rondom het erf zijn ingericht als grasland.
In de beoogde ontwikkeling zal er niet langer sprake zijn van agrarisch gebruik, maar zal de bedrijfswoning als burgerwoning worden gebruikt. De gronden ten noorden van de woning worden als paardenwei gebruikt, behorend bij de woning. De agrarische gronden ten oosten van de woningen zijn verkocht aan een andere agrariër en zullen als agrarische gronden worden gebruikt.
De planontwikkeling is in hoofdstuk 2 getoetst aan het geldende bestemmingsplan en de daarin opgenomen wijzigingsvoorwaarden. Geconcludeerd is dat aan de wijzigingsvoorwaarden wordt voldaan.
Voorliggende ontwikkeling is ook (in hoofdstuk 3) beoordeeld aan het beleid en sectorale aspecten, waaronder bedrijven en milieuhinder. Er gelden geen beleidsmatige, milieuhygiënische en andere belemmeringen voor de locatie.
De uitgevoerde toetsen (zie hoofdstukken 2 en 3) tonen aan dat er geen planologische belemmeringen zijn voor het voorgenomen project. Geconcludeerd wordt dat de wijzigingsbevoegdheid kan worden toegepast.
In figuur 2.1 is een uitsnede van het bestemmingsplan 'Buitengebied Tholen' weergegeven. Het plangebied heeft de bestemming Agrarisch. In lid 3.1 van het betreffende bestemmingsartikel is het gebruik vastgelegd: volwaardige en reële grondgebonden agrarische bedrijven.
Daarnaast is de dubbelbestemming Waarde - Archeologie - 2 van toepassing en is op een deel van het plangebied een bouwvlak aanwezig.
In lid 3.6.7 is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen voor de wijziging van de bestemming Agrarisch en de aanduiding 'bouwvlak' in de bestemming Wonen en/of de bestemming Agrarisch zonder de aanduiding bouwvlak bij bedrijfsbeëindiging. Om de bevoegdheid voor bestemmingswijziging te kunnen toepassen, zal ten minste aan de wijzigingsvoorwaarden uit het bestemmingsplan moeten worden voldaan (zie paragraaf 2.2). Daarnaast kunnen ook andere eisen of voorwaarden van belang zijn, bijvoorbeeld als er nieuw planologisch beleid of nieuwe wet- of regelgeving is vastgesteld. Dit zal per geval moeten worden beoordeeld. In hoofdstuk 3 wordt hier nader op ingegaan.
Figuur 2.1 Uitsnede bestemmingsplan Buitengebied Tholen (bron: www.ruimtelijkeplannen.nl)
De wijzigingsvoorwaarden zijn vastgelegd in artikel 3 lid 3.6.7 van de regels. Daarin is bepaald dat burgemeester en wethouders bevoegd zijn, na bedrijfsbeëindiging, de bestemming van gronden met de bestemming Agrarisch en de aanduiding 'bouwvlak' te wijzigen in de bestemming Wonen en/of de bestemming Agrarisch zonder de aanduiding 'bouwvlak'. Voor de toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid gelden voorwaarden. In tabel 2.1 zijn deze voorwaarden vermeld en is het initiatief aan de betreffende bepalingen getoetst.
Tabel 2.1 Toetsing aan de wijzigingsvoorwaarden geldend bestemmingsplan
Wijzigingsvoorwaarde | toetsing | |
a. | het ter plaatse gevestigde (agrarische) bedrijf dient beëindigd te zijn; |
Het agrarische bedrijf is beëindigd en de omliggende gronden zijn verkocht. |
b. | aangetoond dient te zijn dat gedurende een periode van ten minste één jaar is gebleken dat de vestiging van een ander agrarisch bedrijf ter plaatse niet mogelijk is, dan wel wordt anderszins aannemelijk gemaakt dat de vestiging van een ander agrarisch bedrijf niet te verwachten is; | Of de opstallen al langer dan een jaar te koop staan is niet bekend. Vanwege het ontbreken van eigen grond is het echter niet aannemelijk dat de opstallen nog zullen worden gebruikt door een ander agrarisch bedrijf. |
c. | het aantal woningen binnen het bestemmingsvlak mag niet worden verhoogd; | Er blijft 1 woning aanwezig op het perceel, het aantal wordt niet verhoogd. |
d. | de ontwikkeling dient milieuhygiënisch inpasbaar te zijn; | De ontwikkeling is milieuhygiënisch inpasbaar. Hier wordt verder op ingegaan in paragraaf 3.2 |
e. | indien de inhoud van de woning (inclusief aan- en uitbouwen) en de oppervlakte van de overige bebouwing, met uitzondering van kassen, meer bedraagt dan bij de bestemming Wonen is toegestaan, dan mogen deze maten als ten hoogste toelaatbaar worden aangehouden hetgeen in het wijzigingsplan wordt vastgelegd; in geval van herbouw is het hiervoor bepaalde slechts van toepassing, indien de herbouw op dezelfde plaats plaatsvindt hetgeen in het wijzigingsplan wordt vastgelegd; | De maximaal toegestane inhoud van de woning bij de bestemming Wonen is 750 m³ en het maximaal toegestane oppervlakte aan bijgebouwen is 100 m². De huidige bebouwing overschrijdt deze maten. In de regels van het wijzigingsplan is opgenomen dat de maten zoals deze nu zijn toegestaan in de huidige situatie als hoogst toelaatbaar gelden. |
f. | wijziging voor gronden met de aanduiding 'glastuinbouw' wordt uitsluitend toegepast indien de kassen worden gesloopt; | Op het plangebied geldt deze aanduiding niet, dit is niet van toepassing. |
g. | bestaande NED's als vervolgactiviteit zijn toegestaan; | Er is geen NED aanwezig. |
h. | een bestaande minicamping als vervolgactiviteit is toegestaan; | Er is geen minicamping aanwezig |
i. | de maximaal toelaatbare goot- en bouwhoogte van de gebouwen blijft gelijk; | Voor de woning zal de maximale goothoogte van 6 m en maximale bouwhoogte van 10 m worden opgenomen. Voor bijgebouwen zal een maximale goothoogte van 3 meter en een maximale bouwhoogte van 6 meter worden opgenomen. Dit in overeenstemming met de maximale goot- en bouwhoogte van de huidige bestemming. |
j. | wijziging niet mag leiden tot een onevenredige aantasting van de gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van naastgelegen percelen; | De wijziging leidt niet tot een onevenredige aantasting van de gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van de naastgelegen percelen. Hierop wordt verder ingegaan in paragraaf 3.2.6 |
k. | niet langer van toepassing zijnde aanduidingen zoals genoemd in lid 3.1 worden verwijderd. | Niet van toepassing |
Na de vaststelling van het bestemmingsplan 'Buitengebied Tholen' is geen beleid of hogere wetgeving vastgesteld die een belemmering vormt voor het toepassen van de wijzigingsbevoegdheid. Voor zover sectorale wetgeving relevant is voor het nemen van het ruimtelijk besluit (de wijzigingsbevoegdheid), is hieraan getoetst in paragraaf 3.2. Het betreft vooral toetsing aan milieuwetgeving.
Toetsingskader
Met het oog op een goede ruimtelijke ordening dient de bodemkwaliteit ter plaatse te worden onderzocht. Bij functiewijzigingen dient te worden bekeken of de bodemkwaliteit voldoende is voor de betreffende functiewijziging. In de Wet bodembescherming is bepaald dat, indien de desbetreffende bodemkwaliteit niet voldoet aan de norm voor de beoogde functie, de grond zodanig dient te worden gesaneerd dat zij kan worden gebruikt voor de desbetreffende functie (functiegericht saneren). Nieuwe bestemmingen dienen bij voorkeur op schone grond te worden gerealiseerd.
Toetsing en conclusie
In de huidige situatie is worden de gronden al gebruikt voor wonen in de vorm van een bedrijfswoning, er is dus geen sprake van een functiewijziging. Het aspect bodemkwaliteit staat de ontwikkeling niet in de weg.
Toetsingskader
Om te voorkomen dat een ontwikkeling in strijd zijn met duurzaam waterbeheer dient overleg gevoerd te worden met de waterbeheerder over het ruimtelijke planvoornemen. De waterbeheerder is het Waterschap Scheldestromen. Het waterschap hanteert voor de beoordeling van ruimtelijke plannen een watertoetstabel.
Toetsing en conclusie
De watertoetstabel is ingevuld voor de ontwikkeling. Deze watertoets is opgenomen in bijlage 1. Er geen sprake is van veranderingen in de fysieke inrichting of de functie van het plangebied. De ontwikkeling heeft geen effect op de waterhuishouding in het plangebied, er zijn dan ook geen belemmeringen voor de beoogde ontwikkeling.
Toetsingskader
In het Besluit ruimtelijke ordening van het rijk is opgenomen dat gemeenten bij het nemen van ruimtelijke besluiten rekening moeten houden met cultuurhistorische waarden.
Toetsing en conclusie
Voor de beoordeling van het aspect cultuurhistorie is de cultuurhistorische waardenkaart van de provincie Zeeland beschikbaar. Hieruit blijkt dat de boerderij een historische boerderij is. De ontwikkeling houdt geen aanpassingen aan de boerderij in. De cultuurhistorische waarde van de boerderij komt door deze ontwikkeling niet in het geding. In het plangebied en de directe omgeving daarvan zijn geen overige cultuurhistorische waarden van betekenis aanwezig zijn waarmee rekening moet worden gehouden.
Toetsingskader
In het bestemmingsplan 'Buitengebied Tholen' zijn dubbelbestemmingen opgenomen om de archeologische waarden in het plangebied te beschermen. Deze dubbelbestemmingen zijn aan de gebieden toegekend in overeenstemming met de Nota Archeologiebeleid (2012) van de gemeente Tholen.
Toetsing en conclusie
In het plangebied geldt de dubbelbestemming Waarde - Archeologie - 2. Aan deze dubbelbestemming zijn regels verbonden die de archeologische waarden in het plangebied beschermen. Zo is een omgevingsvergunning vereist voor werkzaamheden van meer dan 250 m² of dieper dan 40 cm. De ontwikkeling behelst geen werkzaamheden. Het aspect archeologie staat de ontwikkeling niet in de weg.
Bij de voorbereiding van een ruimtelijk plan dient onderzocht te worden of de Wet natuurbescherming (hierna: Wnb) en het beleid van de provincie ten aanzien van de bescherming van dier- en plantensoorten en de bescherming van het Natuurnetwerk Nederland de uitvoering van het plan niet in de weg staan. In elk geval moet aannemelijk zijn dat vergunning of ontheffing van de bij of krachtens deze wet geldende verbodsbepalingen kan worden verkregen voor de activiteiten die met dit wijzigingsplan mogelijk worden gemaakt.
Toetsing en conclusie
Met dit plan worden geen activiteiten mogelijk gemaakt. De gebruiksmogelijkheden binnen de bestemming Wonen zijn ook niet groter dan die binnen de bestemming Agrarisch. De ontwikkeling leidt daarom niet tot negatieve effecten op beschermde gebieden of soorten. De Wet natuurbescherming en het beleid van de provincie Zeeland staan de ontwikkeling niet in de weg.
Toetsingskader
Voor de toetsing aan het aspect milieuhinder dient rekening te worden gehouden met de bepalingen uit de Wet milieubeheer, de Wet geluidhinder en de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (artikel 2.25). Daarnaast geldt op basis van jurisprudentie dat te allen tijde sprake moet zijn van een "goede ruimtelijke ordening". Voldaan moet worden aan wettelijke milieueisen indien sprake is van een milieuhinderlijk en/of milieugevoelige functie. Daarbij moet ter plaatse van de woning een goed woon- en leefmilieu kan worden gegarandeerd en rekening gehouden worden met de bedrijfsvoering en milieuruimte van de omliggende bedrijven.
Toetsing
In de omgeving van het plangebied liggen verschillende agrarische bedrijven. Intensieve veehouderij is in de directe omgeving niet toegestaan. Ten aanzien van een woning geldt op basis van de brochure Bedrijven en milieuzonering van de VNG een richtafstand van 100 m voor akker- en/of tuinbouw in combinatie met het fokken en houden van dieren (niet intensief)voor bedrijfsgebouwen van akkerbouwbedrijven in rustig buitengebied. Met het intrekken van het resterende deel van het bouwvlak op het aangrenzende perceel liggen de bedrijven in de omgeving van het plangebied op ten minste 200 meter afstand van het plangebied. Er wordt daarmee ruimschoots voldaan aan de richtafstand.
De omliggende gronden worden gebruikt voor agrarische doeleinden. Om een acceptabel woon- en leefklimaat ter plaatse van het plangebied te kunnen borgen moet rekening gehouden worden met de driftblootstelling als gevolg van bespuiting van de gewassen op deze gronden. De Wageningen Universiteit heeft het 'Onderzoek naar driftblootstelling bij ruimtelijke ontwikkelingen in de gemeente Tholen' opgesteld, hierin is onderzoek gedaan naar de veiligheidszones en verantwoorde afstanden rondom percelen als gevolg van bespuitingen met toxische stoffen en de blootstelling hiervan op (nieuwe) woningen. Teneinde het woon- en leefklimaat te waarborgen zal rondom een beplantingsstrook worden opgenomen middels de aanduiding 'specifieke vorm van tuin - beplantingsstrook'.
Conclusie
Het aspect milieuhinder staat de beoogde ontwikkeling niet in de weg.
Toetsingskader
De gevolgen voor de luchtkwaliteit worden beoordeeld op basis van de Wet ruimtelijke ordening, de Wet milieubeheer luchtkwaliteitseisen (ook wel Wet luchtkwaliteit genoemd, Wlk), de AMvB 'Niet in betekenende mate' (het Besluit NIBM) en de ministeriële regeling NIBM. Er dient, ook na realisatie van het planvoornemen, sprake te zijn van een goede ruimtelijke ordening. Daarbij moet voldaan worden aan de geldende grenswaarden en luchtkwaliteitseisen.
Toetsing
In het kader van een goede ruimtelijke ordening is een indicatie van de luchtkwaliteit ter plaatse van het plangebied gegeven. Dit is gedaan aan de hand van de NSL-monitoringstool 2016 (http://www.nsl-monitoring.nl/viewer/) die bij het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit hoort. De dichtstbijzijnde maatgevende weg betreft de N286 weg bij Tholen. Uit de NSL-monitoringstool blijkt dat in 2015 de jaargemiddelde concentraties stikstofdioxide en fijn stof langs deze weg ruimschoots onder de grenswaarden lagen. Omdat direct langs deze weg aan de grenswaarden wordt voldaan, zal dit ook ter plaatse van het plangebied het geval zijn. Concentraties luchtverontreinigende stoffen nemen immers af naarmate een locatie verder van de weg ligt.
De beoogde ontwikkeling houdt het omzetten van de bestemming Agrarisch naar de bestemming Wonen in, het gebruik van het perceel verandert niet. Het project is wat aard en omvang en ruimtelijke effecten betreft, vergelijkbaar met een project dat "niet in betekenende mate" bijdraagt aan de verslechtering van de luchtkwaliteit. Uitgaande van de achtergrondconcentraties binnen de gemeente Tholen voldoet de luchtkwaliteit ook na realisatie van het planvoornemen aan de normen van de Wlk.
Conclusie
De Wlk staat de realisering van het project niet in de weg.
Toetsingskader
Wonen is een geluidgevoelige functie. Ten aanzien van wegverkeerslawaai dient te worden getoetst aan de Wet milieubeheer, maar daarnaast ook aan de Wet geluidhinder en de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (artikel 2.25). Op basis van jurisprudentie dient daarnaast ook aangetoond te worden dat sprake is van goede ruimtelijke ordening. Indien er sprake is van nieuwe geluidproducerende of geluidgevoelige functies moet aangetoond worden dat voldaan wordt aan wettelijke geluidseisen.
Toetsing en conclusie
Dit wijzigingsplan maakt geen nieuwe geluidsgevoelige objecten mogelijk. De woning op het perceel is al aanwezig en wordt niet verplaatst. Hierdoor is een toetsing aan de grenswaarden uit de Wet geluidhinder niet aan de orde. De Wet geluidhinder vormt geen belemmering voor de beoogde ontwikkeling.
Normstelling
Voor risicovolle functies en/of activiteiten gelden veiligheidsnormen. Indien in de nabijheid van het plangebied sprake is van het vervoer van gevaarlijke stoffen over wegen, spoor, water of via leidingen moet beoordeeld worden of dit van invloed is op het planvoornemen. Ook bedrijven in de directe omgeving waar activiteiten plaatsvinden die gevolgen hebben voor de externe veiligheid (waaronder Bevi-inrichtingen) kunnen van invloed zijn op het planvoornemen.
De veiligheid van nieuwe (beperkt) kwetsbare objecten dient altijd gewaarborgd te worden. Daarbij moet voldaan worden aan de veiligheidsnormen indien sprake is van risicovolle functies/activiteiten.
Toetsing en conclusie
De omschakeling van bedrijfs- naar burgerwoning leidt niet tot toename van personen, de externe veiligheidssituatie blijft hierdoor ongewijzigd. Het aspect externe veiligheid staat de ontwikkeling niet in de weg.
Dit wijzigingsplan is een wijziging van het geldende bestemmingsplan 'Buitengebied Tholen' (hierna: basisplan) zoals dat op 19 december 2013 door de gemeenteraad van Tholen is vastgesteld. De wijziging vindt plaats op basis van de wijzigingsbevoegdheid zoals opgenomen in artikel 3, lid 3.6.7 van dat basisplan. Op basis van die bepaling is de bestemming Agrarisch en de aanduiding 'bouwvlak' gewijzigd in de bestemming Wonen en Agrarisch zonder de aanduiding 'bouwvlak'.
Omdat er sprake is van een wijzigingsbevoegdheid is het opstellen van een complete set regels niet noodzakelijk en volstaat een verwijzing naar de regels van het basisplan. De regels van de bestemmingen 'Agrarisch', 'Wonen' en 'Waarde - Archeologie - 2' uit het basisplan zijn daarmee van toepassing. Daarnaast is de aanduiding 'specifieke vorm van tuin - beplantingsstrook' toegevoegd en van toepassing. Deze aanduiding is opgenomen om de schadelijke gevolgen van drift van bestrijdingsmiddelen afkomstig van aangrenzende agrarische percelen te reduceren. De aanduiding en de daarmee samenhangende regeling gelden alleen voor het plangebied van dit wijzigingsplan.
Om schade aan de gezondheid in verband met de mogelijke drift van bestrijdingsmiddelen te beperken, is in onderhavig wijzigingsplan - naast hiervoor beschreven de specifieke regeling van de jaarrond groenblijvende windhagen - gebruik gemaakt van de mogelijkheid die de wet biedt om voorwaardelijke verplichtingen in de regels op te nemen. Een voorwaardelijke verplichting is een regel in het bestemmingsplan waarmee bijvoorbeeld wordt bepaald dat een nieuwe functie wel is toegestaan of dat een bepaald gebouw mag worden gebouwd, maar alleen als óók de benodigde maatregelen worden getroffen en deze maatregelen in stand worden gelaten. De voorwaardelijke verplichtingen zijn middelen om afspraken tussen de gemeente en de ontwikkelende partij(en) planologisch te borgen. Omdat deze afspraken door gebruikmaking van een publiekrechtelijk regeling kunnen worden vastgelegd, behoeven en kunnen deze niet via privaatrechtelijke weg worden vastgelegd.
Een voordeel van voorwaardelijke verplichtingen is dat er geen nader toetsingsmoment aan te pas komt. Er is ook geen nadere besluitvorming door het bevoegd gezag (veelal het college van burgemeester en wethouders) nodig.
In de opgenomen voorwaardelijk verplichting is bepaald dat een gebouw (de voormalige bedrijfswoning) alleen mag worden gebruikt voor wonen indien op de binnengrens van de aanduiding 'specifieke vorm van tuin - beplantingstrook' een 3 meter hoge dichte schutting wordt geplaatst en instand gehouden. Deze verplichting geldt in de praktijk alleen voor de oostzijde van het perceel, omdat aan de andere zijden op het woonperceel geen neerslag van toxische stoffen tijdens bespuitingen van aangrenzende agrarische gewaspercelen wordt verwacht. Dit is omdat er aan de westzijde oppervlaktewater aanwezig is, waarvoor al strenge normen gelden en omdat de gronden aan de noordzijde in eigendom zijn van de familie die de voormalige agrarische bedrijfswoning gaat bewonen. Bij verkoop van deze gronden gaat de voorwaardelijke verplichting ook gelden langs de noordzijde van het perceel.
Verder dienen volgens paragraaf 3.2. van het Besluit ruimtelijke ordening standaardregels in bestemmingsplannen te worden opgenomen. In artikel 1.1.1 sub 3 van dat besluit is bepaald dat onder een bestemmingsplan ook een wijzigings- of uitwerkingsplan als bedoeld in artikel 3.6. eerste lid onder a of b van de Wet ruimtelijke ordening wordt verstaan. Om deze reden zijn ook een Anti - dubbeltelregel en Overgangsrecht opgenomen.