direct naar inhoud van 5.3 Water
Plan: Kommen gemeente Tholen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0716.bpKommenTholen-VG01

5.3 Water

5.3.1 Beleid en normstelling

Waterbeheer en watertoets

Het plangebied ligt binnen het beheersgebied van het waterschap Scheldestromen, verantwoordelijk voor het waterkwantiteits- en waterkwaliteitsbeheer. Bij het tot stand komen van dit bestemmingsplan is overleg gevoerd met de waterbeheerder over deze waterparagraaf. De opmerkingen van de waterbeheerder zijn meegenomen in de totstandkoming van de definitieve versie.

Beleid duurzaam stedelijk waterbeheer

Op verschillende bestuursniveaus zijn de afgelopen jaren beleidsnota's verschenen aangaande de waterhuishouding, alle met als doel een duurzaam waterbeheer (kwalitatief en kwantitatief). Deze paragraaf geeft een overzicht van de voor het plangebied relevante nota's, waarbij het beleid van het waterschap en de gemeente nader wordt behandeld.

Europa:

  • Kaderrichtlijn Water (KRW).

Nationaal:

  • Nationaal Waterplan (NW);
  • Waterbeleid voor de 21ste eeuw (WB21);
  • Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW);
  • Waterwet.

Provinciaal:

  • Provinciaal Waterplan;
  • Provinciale Structuurvisie;
  • Verordening Ruimte.

Waterschapsbeleid

Waterschap Scheldestromen is verantwoordelijk voor het beheer van het binnendijkse oppervlaktewater in Zeeland. Doel van het waterbeheer is het bereiken en in stand houden van een goede toestand van dit oppervlaktewater, zowel wat de waterkwaliteit betreft als de waterkwantiteit. Voor het plangebied van het voorliggend bestemmingsplan is het plan van het voormalige waterschap Zeeuwse Eilanden van toepassing. Het gaat hierbij om 'integraal waterbeheer': waterzuiveringsbeheer en watersysteembeheer.

Het waterschap streeft met het beleid, beheer en onderhoud naar een optimale status en aanwezigheid van oppervlaktewater en grondwater, dat van geschikte kwaliteit is voor mens en omgeving. Dit wordt bereikt met veilige en duurzame systemen voor wateraanvoer, -afvoer en -berging. Het waterschap draagt zorg voor een veilig en goed bewoonbaar gebied met gezonde en duurzame watersystemen. Recreatief medegebruik en 'beleving' van het water hebben daarbij ook de aandacht.

Gemeentelijk beleid

In het Waterplan Tholen 2010-2012 heeft de gemeente Tholen in samenwerking met Waterschap Scheldestromen in beeld gebracht welke keuzes zijn gemaakt op het gebied van water en wat er wordt gedaan om ook in de toekomst te kunnen rekenen op een duurzaam, veilig en gezond watersysteem.

De gemeente streeft drie doelen na: 

  • het realiseren van een duurzaam en veerkrachtig watersysteem;
  • een goede afstemming tussen oppervlaktewater, grondwater en de (afval)waterketen;
  • een effectieve organisatie van het waterbeheer binnen de gemeente en in afstemming met de waterpartners. 

5.3.2 Onderzoek

Huidige situatie

Algemeen

De bodem in het plangebied bestaat uit zeekleigrond. In het plangebied is voor het grootste deel sprake van grondwatertrap VI. Verder komen ook de grondwatertrappen II, III, IV en V in het plangebied voor. In de tabel staat weergegeven wat deze watertrappen inhouden.

De maaiveldhoogte in het plangebied varieert tussen circa NAP -1,2 en +1,5 m.

Tabel 5.1 Watertrappen

grondwatertrap   gemiddelde hoogste grondwaterstand (m-mv)   gemiddelde laagste grondwaterstand (m-mv)  
II   <0,4   0,5-0,8  
III   <0,4   0,8-1,2  
IV   >0,4   0,8-1,2  
V   0,25-0,4   >1,2  
VI   0,4-0,8   >1,2  

Waterkwantiteit

Binnen het plangebied zijn verschillende primaire, secundaire en tertiaire waterlichamen gelegen.

Waterkwaliteit

Binnen het grondgebied van de gemeente Tholen is een aantal KRW-waterlichamen te onderscheiden (zie figuur 5.1). Slechts een klein gedeelte van deze waterlopen grenst nabij Stavenisse en Tholen aan het stedelijk gebied. Voor het waterlichaam bij Stavenisse (Winkelszeese watergang) zijn reeds natuurvriendelijke oevers aangelegd. Hiermee is een doelstelling uit het waterplan uitgevoerd.

afbeelding "i_NL.IMRO.0716.bpKommenTholen-VG01_0012.png"

Figuur 5.1 Natuurambities oppervlaktewater gemeente Tholen

(Bron: stedelijk waterplan Tholen 2010-2012)

Veiligheid en waterkeringen

De Zeeuwse eilanden worden omringd door een primaire waterkering. Hierdoor liggen delen van het plangebied (delen van de kernen Tholen, Sint-Annaland, Sint-Philipsland en Sluis) binnen de beschermingszone van een waterkering. Daarnaast liggen er in (de omgeving van) het plangebied diverse dijken die behoren tot de regionale waterkeringen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0716.bpKommenTholen-VG01_0013.png"

Figuur 5.2 Primaire waterkering met keurzone bij Tholen

(Bron: http://zldims.zeeland.nl/geoweb/Map.aspx)

Afvalwaterketen en riolering

In de gemeente Tholen wordt het afvalwater van huishoudens en industrie voor een groot deel ingezameld met riolering. Hierbij wordt gebruik gemaakt van zowel vrijverval riolering als drukriolering. Via een stelsel van persleidingen wordt het afvalwater getransporteerd naar de rioolafvalwaterzuivering.

Circa driekwart van de vrijverval riolering maakt onderdeel uit van een gemengd rioolstelsel, waarbij het regenwater en het afvalwater gezamenlijk worden afgevoerd. De recentere in- en uitbreidingen zijn voorzien van (verbeterde) gescheiden rioolstelsels, evenals een aantal gebieden waar verhard oppervlak is afgekoppeld (bron: Stedelijk Waterplan Tholen 2010-2012, d.d. 8 juli 2010).

Water en waterstaat in het bestemmingsplan

In het bestemmingsplan wordt het structurele oppervlaktewater in het plangebied bestemd als 'Water'.

Voor wat betreft de waterkeringen maakt het waterschap onderscheid tussen het waterstaatwerk en beschermingszones.

  • De waterstaatswerken, die bestaan uit de feitelijk aanwezige dijklichamen (de waterkering), ondersteunende kunstwerken en bijbehorende onderhoudsstroken (zie de zone tussen de rode belijning in figuur 5.2) zijn overgenomen in het bestemmingsplan.
  • Een beschermingszone A en B (de zones binnen de groene en blauwe belijning): dit zijn aan een waterstaatswerk grenzende zones, waarin ter bescherming van het waterstaatswerk voorschriften (beperkingen) krachtens de Keur watersysteem waterschap Scheldestromen 2011 van toepassing zijn. Voor de beperkingen in de beschermingszones wordt verwezen naar de genoemde Keur (zie ook paragraaf 4.7).

Voor de in dit bestemmingsplan opgenomen wijzigingsbevoegdheden geldt dat de watertoets bij toepassing van de wijzigingsbevoegdheid wordt uitgevoerd. Het waterschap zal dus te allen tijde worden geraadpleegd op het moment dat van de wijzigingsbevoegdheid gebruik wordt gemaakt.

Toekomstige situatie

Het bestemmingsplan is hoofdzakelijk consoliderend van aard. Er zijn geen grootschalige functieveranderingen en/of herinrichtingen gepland. Binnen de bestemmingsregels bestaat wel de mogelijkheid tot kleinschalige ontwikkelingen. Het gaat dan bijvoorbeeld om het bouwen van aan- of bijgebouwen (al dan niet bouwvergunningplichtig) of het aanleggen van paden of verhardingen. Vanwege de consoliderende aard biedt het bestemmingsplan weinig of geen mogelijkheden om het watersysteem en -beheer te verbeteren.

Als in de toekomst ruimtelijke ontwikkelingen plaatsvinden, is het uitgangspunt dat de waterhuishoudkundige situatie niet mag verslechteren. Dit betekent bijvoorbeeld dat de waterhuishouding kan worden verbeterd door het afkoppelen van schoon verhard oppervlak. Hiermee wordt voorkomen dat schoon hemelwater wordt afgevoerd naar de rioolwaterzuiveringsinstallatie. Dit betekent ook dat toename van het verharde oppervlak en/of dempingen binnen het gebied moeten worden gecompenseerd. Ook combinaties met andere functies zoals groen en recreatie liggen voor de hand. Door de aanleg van natuurvriendelijke en ecologische oevers wordt bijvoorbeeld meer waterberging gerealiseerd. Daarnaast is het van belang om bij eventuele ontwikkeling diffuse verontreinigingen te voorkomen door het gebruik van duurzame, niet-uitloogbare materialen (geen zink, lood, koper en PAK's-houdende materialen), zowel gedurende de bouw- als de gebruiksfase.

Waterbeheer

Voor aanpassingen aan het bestaande watersysteem dient bij het waterschap vergunning te worden aangevraagd op grond van de "Keur". Dit geldt dus bijvoorbeeld voor het graven van nieuwe watergangen, het aanbrengen van een stuw of het afvoeren van hemelwater naar het oppervlaktewater. In de Keur is ook geregeld dat een beschermingszone voor watergangen en waterkeringen in acht dient te worden genomen. Dit betekent dat binnen de beschermingszone niet zonder ontheffing van het waterschap gebouwd, geplant of opgeslagen mag worden. De genoemde bepaling beoogt te voorkomen dat de stabiliteit, het profiel en/of de veiligheid worden aangetast, de aan- of afvoer en/of berging van water worden gehinderd dan wel het onderhoud wordt gehinderd. Ook voor het onderhoud gelden bepalingen uit de "Keur". Het onderhoud en de toestand van de (hoofd)watergangen worden tijdens de jaarlijkse schouw gecontroleerd en gehandhaafd.

5.3.3 Conclusie

Geconcludeerd wordt dat het plan voldoet aan het beleid en de normstelling ten aanzien van water. Het aspect water staat de vaststelling van dit bestemmingsplan niet in de weg. De vaststelling van het voorliggende bestemmingsplan heeft geen negatieve gevolgen voor het waterhuishoudkundige systeem in het plangebied.