direct naar inhoud van 4.8 Algemene regels
Plan: Kommen gemeente Tholen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0716.bpKommenTholen-VG01

4.8 Algemene regels

Status: alleen aan de regels zoals genoemd in Hoofdstuk 3 Algemene regels kunnen rechten worden ontleend.  

In hoofdstuk 3 Algemene regels zijn regels opgenomen die voor alle bestemmingen in dit bestemmingsplan van toepassing of relevant zijn. Daarnaast zijn in dit hoofdstuk algemene wijzigingsregels opgenomen en wijzigingsbevoegdheden die betrekking hebben op meerdere bestemmingen.

4.8.1 Anti-dubbeltelregel

In artikel 45 is een anti-dubbeltelregel opgenomen. Dit artikel is verplicht voorgeschreven in artikel 3.2.4 van het Bro. Het doel van dit artikel is te voorkomen dat er meer wordt gebouwd dan het bestemmingsplan beoogt, bijvoorbeeld ingeval (onderdelen van) percelen van eigenaar wisselen. Om hiervan een voorbeeld te geven: binnen de bestemming Wonen mag een bepaald percentage van het erf worden bebouwd. Indien het absolute oppervlak (uitgedrukt in m²) niet is bereikt, kan door het bijkopen van een stuk erf van het aangrenzend perceel extra bebouwing tot dit maximum worden gerealiseerd. De anti-dubbeltelbepaling voorkomt dat het overgedragen erf nog eens in de beoordeling van de bouwmogelijkheden op het oorspronkelijk deel erf kan worden betrokken.

4.8.2 Algemene bouwregels

Artikel 46 Algemene bouwregels bevat twee leden.

  • In lid 46.1 is een regeling opgenomen voor beperkte en ondergeschikte overschrijding van de grenzen van bouwvlakken. Deze bouwvlakken zijn op de verbeelding aangeduid met een dikke lijn.
  • Lid 46.2 bevat een regeling voor bestaande maten die afwijken van de voorgeschreven maten in deze regels. Het artikel betreft uitsluitend een bouwbepaling en geen gebruiksbepaling. Met deze bepaling wordt voorkomen dat bestaande bouwwerken, die wat betreft afstandsmaten of andere maten afwijken van de maatvoering zoals vastgelegd in dit bestemmingsplan, - onbedoeld - geheel of gedeeltelijk onder het overgangsrecht komen te vallen. Uit de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak (3 augustus 2005) blijkt dat deze algemene bepaling aanvaardbaar is. Een gedetailleerde inventarisatie en individuele beoordeling van afwijkingen zijn niet nodig. Essentieel is dat het gaat om bevestiging van bestaande, afwijkende situaties, zodat bij beoordeling van bouwaanvragen direct duidelijk is welke maat bepalend is: namelijk de bestaande maat. Hiermee ligt objectief de strekking van de bepaling vast. Daar waar daadwerkelijk andere situaties worden nagestreefd, is dit door andere bestemmingen of bouwbepalingen vastgelegd. Dit komt overigens in dit bestemmingsplan niet voor. In de bepaling is nadrukkelijk vastgelegd dat op de bedoelde bestaande afwijkingen het overgangsrecht niet van toepassing is. Onder de oppervlaktematen valt ook het bebouwingspercentage.

4.8.3 Uitsluiting aanvullende werking bouwverordening

Artikel 47 Uitsluiting aanvullende werking bouwverordening is vooral van belang voor globale bestemmingen. Het is opgenomen omdat bij de inwerkingtreding van de Wro, de Invoeringswet Wro en het Bro op 1 juli 2008, de intrekking van de stedenbouwkundige bepalingen (waaronder de parkeernormen en de regeling voor het parkeerfonds) in de bouwverordening niet in werking is getreden. De stedenbouwkundige bepalingen in de bouwverordening blijven dus vooralsnog bestaan.

4.8.4 Algemene aanduidingsregels

Ook artikel 48 Algemene aanduidingsregels bevat drie leden.

  • In lid 48.1 is beschermingszone A geregeld, behorende bij de primaire waterstaatswerk, op de verbeelding aangegeven met de gebiedsaanduiding 'vrijwaringszone - dijk'. Onder voorwaarden is bouwen in deze zone mogelijk.
  • In lid 48.2 is de bescherming van de molenbiotopen geregeld. Rondom elke molen is de gebiedsaanduiding 'Vrijwaringszone - molenbiotoop' toegekend. Dit gebied strekt zich uit tot 400 meter rondom de molen. Binnen dit gebied gelden hoogtebeperkingen voor nieuwe bebouwing ten behoeve van de samenvallende bestemmingen. Bestaande bebouwing die hoger is dan op grond van het molenbiotoop wenselijk is, kan worden gehandhaafd. In de eerste 100 meter is voor het planten van hoogopgaande beplanting een omgevingsvergunning vereist.
  • In lid 48.3 is het in paragraaf 5.11 vermelde straalverbindingstracé geregeld. De daarin aangegeven hoogtebeperkingen zijn alleen een theoretische beperking, aangezien de maximum bouwhoogten voor de onderliggende bestemmingen in dit tracé onder de maximum hoogte blijven vanwege de straalverbinding.

4.8.5 Algemene afwijkingsregels
  • Voor ondergeschikte afwijkingen van de bestemmingsplanbepalingen (de bouwregels) is in artikel 49 een algemene afwijkingsregel opgenomen.

4.8.6 Algemene wijzigingsregels
4.8.6.1 Overschrijding bestemmingsgrenzen

In lid 50.1 is een algemene flexibiliteitsbepaling opgenomen om voor bepaalde onderdelen van bestemmingen of gebouwen dan wel bouwwerken af te wijken van de bestemmingsgrenzen, voor zover dit van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover dit noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein. Deze bepaling gaat verder dan die van artikel 46 lid 46.2. Vandaar dat hier altijd een wijziging voor nodig is van burgemeester en wethouders. Overigens geldt ook hier dat deze bepalingen als algemene regel gelden voor alle bestemmingen.

Het criterium 'van belang voor een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken' kan bijvoorbeeld aan de orde zijn als bij nader inzien:

  • open water dat als zodanig is bestemd een andere vorm moet krijgen;
  • een bruggetje dat anders moet worden geconstrueerd of een stukje moet opschuiven;
  • een fietspad iets anders moet aansluiten op een kruising;
  • een detailhandelsbestemming moet worden aangepast om een betere entree van één of meer winkels mogelijk te maken;

Het gaat in de meeste gevallen om de praktische uitvoering van het plan, waarbij geen belangen van derden worden geschaad.

Het criterium 'in verband met de werkelijke toestand van het terrein' is vooral aan de orde in situaties waarbij een terrein of gebied een geheel nieuwe inrichting krijgt en waarbij in het veld maar weinig aanknopingspunten zijn. Bij het uitzetten van het gebied blijkt dat de afmetingen niet exact gelijk zijn aan de coördinaten op tekening/in het digitale bestand en dat de situering van de nieuwe openbare wegen en de uitgeefbare percelen iets moet worden aangepast. Gezien de nauwkeurigheid van tegenwoordig, gaat het daarbij om centimeters in plaats van meters.

4.8.6.2 Gebieden waarvoor een wijzigingsbevoegdheid geldt

In paragraaf 1.3 is aangegeven dat in het voorliggende bestemmingsplan wordt uitgegaan van het bevestigen van de bestaande legaal tot stand gekomen situaties. Nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen en plannen voor nieuwbouw waarvoor geen planologische procedures zijn doorlopen, worden niet meegenomen. In de voorheen geldende bestemmingsplannen zijn echter verschillende wijzigingsbevoegdheden opgenomen waarmee woningbouw op herstructurerings- of inbreidinglocaties mogelijk wordt gemaakt. Een aantal hiervan zijn in de voorbije jaren toegepast. Voor zover dat niet het geval is, zijn de wijzigingsbevoegdheden overgenomen in dit bestemmingsplan, met uitzondering van de wijzigingsbevoegdheid aan de noordzijde van de Laban Deurloostraat in Scherpenisse, waar een woonservicecentrum is beoogd. Voor die ontwikkeling wordt een afzonderlijke bestemmingsplanprocedure doorlopen. (Het bestemmingsplan is overigens ingevoegd in voorliggend bestemmingsplan.)