direct naar inhoud van Artikel 7 Horecadoeleinden (H)
Plan: Bestemmingsplan Kom Westdorpe
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.07150000BPWTD01-VG99

Artikel 7 Horecadoeleinden (H)

7.1. Bestemmingsomschrijving

De op de plankaart voor horecadoeleinden (H) aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. ter plaatse van de nadere aanwijzing H(1b): gebouwen ten behoeve van horecavoorzieningen voorzover die voorkomen in categorie 1a en 1b van de Staat van Horeca-activiteiten op de begane grond, met dien verstande dat uitsluitend in geval van een hotel meerdere bouwlagen ten behoeve van dat hotel zijn toegestaan;
  • b. ter plaatse van de nadere aanwijzing H(2): gebouwen ten behoeve van horecavoorzieningen voorzover die voorkomen in categorie 1 en categorie 2 van de Staat van Horeca-activiteiten op de begane grond, met dien verstande dat uitsluitend in geval van een hotel meerdere bouwlagen ten behoeve van dat hotel zijn toegestaan;
  • c. het wonen op de verdieping en in ondergeschikte mate op de begane grond, voorzover het niet de nadere aanwijzing H(2)g

betreft; met de daarbijbehorende:

  • d. tuinen, erven en terreinen;
  • e. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

7.2. Bouwvoorschriften

7.2.1. Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. de gebouwen en overkappingen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • b. het maximaal toelaatbaar oppervlak aan gebouwen en overkappingen mag per bouwperceel niet meer bedragen dan 60%, tenzij op de kaart anders is bepaald;
  • c. hoofdgebouwen mogen uitsluitend worden gebouwd met de voorgevel in één van de naar de weg gekeerde bouwgrenzen, dan wel op een afstand van ten hoogste 3.00 meter evenwijdig hieraan;
  • d. ter plaatse van de nadere aanwijzing (z) zijn uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, toegestaan;
  • e. de onderlinge afstand van niet-aaneengebouwde gebouwen op hetzelfde bouwperceel dient ten minste 1.00 meter te bedragen;
  • f. de goothoogte van een hoofdgebouw mag niet meer dan de op de plankaart aangegeven maat bedragen;
  • g. de bouwhoogte van een hoofdgebouw mag niet meer dan de op de plankaart aangegeven maat bedragen en anders 4.00 meter hoger dan de toegestane goothoogte.

7.2.2. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:

  • a. de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 3.00 meter bedragen, met dien verstande dat:
    • 1. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 2.00 meter bedragen;
    • 2. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór de naar de weg gekeerde gevel c.q. het verlengde daarvan niet meer dan 1.00 meter mag bedragen;
  • b. voor bouwwerken gelden voorts de volgende maximale hoogtematen:

    Goothoogte   Bouwhoogte  
1   van hoofdgebouwen   zie kaart   zie kaart en anders 4.00 m hoger dan goothoogte  
2   van aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen   3.00 m.   6.00 m.  
3   van erfafscheidingen achter de voorgevel   -   2.00 m.  
4   van andere bouwwerken achter de voorgevel   -   3.00 m.  
5   van bouwwerken vóór de voorgevel   -   1.00 m.  

7.3. Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming van de in lid 1 bedoelde gronden te wijzigen ten behoeve van een functiewisseling naar kantoordoeleinden en woondoeleinden mogelijk te maken, een en ander met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. planwijziging ten behoeve van de functiewisseling naar woondoeleinden dient in overeenstemming te zijn met het bepaalde in artikel 3 en de volgende bepalingen:
    • 1. het aantal woningen dient te passen binnen de provinciale en gemeentelijke Woonvisie;
    • 2. de nieuwe woningen mogen geen onnodige hinder ondervinden van de aanwezige bedrijven binnen en/of nabij het plangebied;
    • 3. voldaan moet worden aan de wettelijke vereisten inzake de bodemkwaliteit, flora- en faunawet, externe veiligheid, luchtkwaliteit alsmede de economische uitvoerbaarheid;
    • 4. de wijziging dient gericht te zijn op het bereiken van nieuwe grondgebonden woningen, passen binnen de ruimtelijk-functionele structuur van de omgeving;
    • 5. vooraf dient het Waterschap Zeeuws-Vlaanderen om advies te worden gevraagd;
    • 6. op eigen erf dient in de parkeerbehoefte te worden voorzien;
  • b. planwijziging ten behoeve van de functiewisseling naar kantoren dient in overeenstemming te zijn met het bepaalde in artikel 6 en de volgende bepalingen:
    • 1. nieuwvestiging van een kantoor dient te voorzien in een lokale behoefte welke door de initiatiefnemer wordt aangetoond middels een daartoe ingesteld onderzoek dat als basis zal worden gehanteerd voor toepassing van de wijzigingsbevoegdheid;

bij het toepassen van deze wijzigingsbevoegdheid, wordt de procedure genoemd in artikel 22 lid 2 doorlopen.