Plan: | Axel - Zuid |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | beheersverordening |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0715.BVAXLZ-VG99 |
In het kader van de beheersverordening heeft voor het verordeningsgebied een scan plaatsgevonden van relevante omgevingsaspecten in het gebied. Dit onderzoek is beperkt van aard, omdat de beheersverordening gericht is op instandhouding van de bestaande situatie met de bestaande kwaliteit. Het onderzoek richt zich erop te bepalen of in het gebied vanuit het oogpunt van milieu, natuur, verkeer of water aanleiding bestaat tot het treffen van maatregelen. Hiervoor is een toets uitgevoerd op het voldoen aan wet- en regelgeving.
Archeologie
Toetsingskader
Monumentenwet 1988
Interimbeleid archeologie gemeente Terneuzen 'De onderste steen boven?'
Algemeen
Op 27 januari 2011 is door de gemeenteraad van Terneuzen het interim beleid archeologie vastgesteld. De insteek van dit beleid is het regelen van archeologie in ruimtelijke plannen. In lijn met de intentie van de wetgever wordt een algemene vrijstelling voor archeologie verleend tot 100 m2 en een diepte van 0,5 m voor de zogenaamde kruimelgevallen. Aan de hand van de archeologische verwachtingswaarde wordt per deelgebied een grens gesteld waarboven archeologisch onderzoek verplicht is en waaronder vrijstelling wordt verleend.
De archeologische toets
Om inzicht te krijgen in de archeologische verwachtingswaarde van het gebied is het gebied aan vijf criteria getoetst.
F
Figuur 4.1. Uitsnede kaart Archis 2
Figuur 4.2. Uitsnede geologische kaart Van Rummelen
Uitkomsten archeologische toets
Volgens de archeologische toets uit het interim-beleid archeologie van de gemeente Terneuzen blijkt dat er voor het grootste gedeelte, het gebied Duinkerke III, geen archeologische onderzoek uitgevoerd hoeft te worden.
Voor het zuidwestelijk gedeelte van het plangebied, waar afzettingen van Duinkerke IIIb op Hollandveen op Pleistoceen van toepassing is (Fo.3b) geldt een onderzoeksplicht, indien verstoringen groter dan 1.000 m². De zuidwestelijke locatie heeft een natuurfunctie. Nieuwe bouwwerken van genoemde groottes worden op grond van de beheersverordening niet mogelijk gemaakt. Werkzaamheden zijn, na het verlenen van een omgevingsvergunning wel mogelijk.
Ter plaatse van het zuidoostelijke deel (DPo.3b) geldt het volgende. In het zuidoostelijke deel zijn naast een agrarisch perceel, groen en natuur ook nog enkele woonfuncties en een bedrijfsbestemming aanwezig. In theorie zouden hier nieuwe bouwwerken van 100 m² gebouwd kunnen worden en kunnen er ook werkzaamheden plaatsvinden. Omdat uit onderzoek is gebleken dat de archeologische waarden zich op meer dan 1 meter onder het maaiveld bevinden geldt een vrijstelling tot 500 m².
Regeling
Voor het gebied in het zuidoosten van het verordeningsgebied is een regeling gericht op bescherming van de archeologische waarden nodig. De functie 'Waarde – Archeologie - 1' wordt daar toegekend. Bij een verstoring van 500 m² of meer is archeologisch onderzoek nodig voordat een Omgevingsvergunning verleend kan worden voor bouwen of werkzaamheden.
Voor het zuidwestelijk deel geldt een onderzoeksplicht, indien verstoringen groter dan 1.000 m². Het besluitvlak 'Waarde - Archeologie - 2' wordt hier toegekend
Conclusie
Met de voorgestelde regeling vormt archeologie geen belemmering voor de beheersverordening.
Cultuurhistorie
Toetsingskader
Monumentenwet 1988.
Wet modernisering monumentenzorg
Onderzoek en conclusie Aanwezige cultuurhistorische waarden
In het plangebied zijn, behoudens de rijksmonumentale watertoren (bouwjaar 1936), geen cultuurhistorische waarden aanwezig. De rijksmonumenten worden door de Monumentenwet 1988 voldoende beschermd. Een specifieke regeling is in deze beheersverordening dan ook niet nodig.
Daarnaast zijn twee monumentale bomen aanwezig:
X-coördinaat | Y-coördinaat | adres | type | leeftijd | dbh | Monumentaal | |||||
51.956 | 363.688 | Kinderdijk 16 | Robinia pseudoacacia/acacia | 60 | 160 | provinciaal | |||||
51.949 | 363.687 | Kinderdijk 16 | Robinia pseudoacacia/acacia | 60 | 160 | provinciaal |
Deze bomen worden afdoende beschermd door de gemeentelijke verordening.
Conclusie
Het aspect cultuurhistorie vormt geen belemmering voor de beheersverordening.
Toetsingskader
Wet bodembescherming
Onderzoek en conclusie
In de Wet bodembescherming is bepaald dat bij functiewijzigingen onderzocht dient te worden of de bodemkwaliteit voldoende is voor de betreffende functiewijziging. Binnen het verordeningsgebied worden er geen functiewijzigingen mogelijk gemaakt waarbij rekening moet worden gehouden met de bodemkwaliteit ter plaatse. Hierdoor is geen bodemonderzoek noodzakelijk. Het aspect bodem staat de vaststelling van de beheersverordening niet in de weg.
Toetsingskader
Flora- en faunawet en Natuurbeschermingswet 1998.
Kaart natuurwaarden gemeente Terneuzen (2012); beleidsregel.
Onderzoek en conclusie
Bij de voorbereiding van een ruimtelijk plan dient onderzocht te worden of de Flora- en faunawet, de Natuurbeschermingswet 1998 en het beleid van de provincie ten aanzien van de Ecologische Hoofdstructuur de uitvoering van het plan niet in de weg staan.
Binnen het verordeningsgebied en tegen het verordeningsgebied aan zijn een aantal EHS-gebieden gelegen. Het betreffen hier:
Dit betreft reeds bestaande natuur en bosgebied, in eigendom bij een terreinbeherende organisatie of particulier natuurbeheerder en/of agrarisch beheersgebied.
Aangezien het hier een beheersverordening betreft, zijn er geen ontwikkelingen voorzien die kunnen leiden tot aantasting of verstoring van beschermde dier- en plantensoorten of beschermde natuurgebieden. De Flora- en faunawet, de Natuurbeschermingswet 1998 en het beleid van de provincie ten aanzien van de Ecologische Hoofdstructuur staan de uitvoering van dit plan dan ook niet in de weg.
In bijlage 5 zijn de natuurwaardenkaarten van de gemeente opgenomen.
Toetsingskader
Besluit externe veiligheid inrichtingen, Besluit externe veiligheid buisleidingen, Circulaire risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen.
Onderzoek en conclusie
Inrichtingen
Binnen het verordeningsgebied is Den Doelder Pallets aanwezig. Als risicovolle activiteit is op de risicokaart opgenomen de productie en opslag van houten pallets. Deze activiteiten vallen niet onder het Bevi. Als zodanig gelden voor deze inrichting dan ook geen plaatsgebonden risicocontouren 10-6 en geen groepsrisico.
Ten noorden buiten het verordeningsgebied is het bedrijf Lehnkering Chemical Transport aanwezig. Het invloedsgebied valt aan de noordzijde net binnen het verordeningsgebied. Binnen dit deel van het invloedsgebied verblijven echter geen personen. Het betreft hier de functie Natuur. Derhalve is het groepsrisico niet nader beschouwd.
Ten noordwesten van het plangebied is een Total tankstation (met verkoop LPG) gesitueerd. De PR 10-6 contour ligt buiten het plangebied. De GR 10-5 contour ligt voor een klein deel binnen het verordeningsgebied. Binnen dit deel van het gebied verblijven echter geen personen, aangezien hier alleen een natuurfunctie aanwezig is. Het groepsrisico is daarom niet nader beschouwd.
Transport gevaarlijke stoffen
Over de N258 (Langeweg) vindt transport van gevaarlijke stoffen plaats. De PR 10-6 contour hiervan ligt op de weg. Gelet op de aard van de omgeving ligt het groepsrisico ruimschoots onder de oriënterende waarde (< 0,1* oriënterende waarde). Dit beeld wordt bevestigd door het in ontwikkeling zijnde Basisnet Weg. 5
Voor het in ontwikkeling zijnde Basisnet Weg zijn voor het hoofdwegennet berekeningen uitgevoerd, om vast te stellen of en waar knelpunten ontstaan. Uit deze berekeningen blijkt dat voor de nabijgelegen N62 geen veiligheidszone is berekend en dat het GR < 0,1*oriënterende waarde. Als worst case situatie kan het transport van gevaarlijke stoffen over de N258 hiermee vergeleken worden.
Binnen en in de nabije omgeving van het verordeningsgebied vindt verder geen vervoer van gevaarlijke stoffen over de rails, water of door leidingen plaats. Dit aspect vormt daarom ook geen belemmering voor de beheersverordening.
Toetsingskader
Grenswaarden uit de Wet milieubeheer en Besluit niet in betekenende mate (nibm).
Onderzoek en conclusie
De beheersverordening maakt geen ontwikkelingen mogelijk die van invloed zijn op de concentraties luchtverontreinigende stoffen. Formele toetsing aan de grenswaarden uit de Wet luchtkwaliteit kan daarom achterwege blijven.
In het kader van een goede ruimtelijke ordening is een indicatie van de luchtkwaliteit ter plaatse van het verordeningsgebied gegeven. Dit is gedaan aan de hand van de monitoringstool (www.nsl-monitoring.nl) die bij het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit hoort. Hieruit blijkt dat in 2011 de jaargemiddelde concentraties stikstofdioxide en fijn stof direct langs de dichtstbijzijnde weg waar monitoring plaatsvindt van de luchtkwaliteit; Tractaatweg/Hoofdweg, ruimschoots onder de grenswaarden uit de Wet milieubeheer blijven. Voor Stikstofdioxide betreft dit 21,9 µg/m³ en voor fijnstof 24,2 µg/m³. Daarom is ter plaatse van het hele verordeningsgebied sprake van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat.
Toetsingskader
Richtafstanden uit de VNG-publicatie Bedrijven en milieuzonering (editie 2009).
Onderzoek en conclusie
In het verordeningsgebied bevinden zich een tweetal bedrijven.
Beide bedrijven zijn reeds aanwezig in de huidige situatie. Algemeen toelaatbaar zijn bedrijven uit milieucategorie 2 (zie toelichting Staat van Bedrijfsactiviteiten, bijlage 3). Het palletbedrijf past niet binnen milieucategorie 2 (zie tabel hierna).
Adres | Bestaand gebruik | SBI code 2008 | Categorie | ||||
Langeweg 1 | Palletbedrijf | SBI-code 162 | 3.2 | ||||
Kinderdijk 35 | handel in auto's en motorfietsen, reparatie- en servicebedrijven | Sbi-code 451,452,454 | 2 |
Voor het palletbedrijf en het garagebedrijf geldt dat zij onder het regiem van deze verordening haar activiteiten kan voortzetten. Vanuit het milieuspoor vindt hier afbakening ten opzichte van de omliggende functies plaats.
In het verordeningsgebied vinden verder geen ontwikkelingen plaats. Er worden dan ook geen hinder veroorzakende of hinder gevoelige functies mogelijk gemaakt. Een nader onderzoek naar milieuhinder van bedrijvigheid en horeca is niet noodzakelijk.
Toetsingskader
Waterwet, watertoets en Besluit ruimtelijke ordening.
Onderzoek en conclusie
Het verordeningsgebied ligt binnen het beheersgebied van het waterschap Scheldestromen, het waterschap hanteert een watertabel bij ruimtelijke plannen. Ook voor deze beheersverordening is deze opgesteld.
Thema en water(beheer)doelstelling | Uitwerking | |
Waterveiligheid Waarborgen van het veiligheidsniveau en rekening houden met de daarvoor benodigde ruimte. |
Binnen het verordeningsgebied zijn geen waterkeringen gelegen, de verordening maakt daarnaast geen ontwikkelingen mogelijk. De waterveiligheid zal niet veranderen ten opzichte van de huidige situatie ten gevolge van de beheersverordening. | |
Wateroverlast (vanuit oppervlaktewater) Het plan biedt voldoende ruimte voor het vasthouden, bergen en afvoeren van water. Waarborgen van voldoende hoog bouwpeil om inundatie vanuit oppervlaktewater in maatgevende situaties te voorkomen. Rekening houden met de gevolgen van klimaatverandering en de kans op extreme weersituaties. |
De verordening maakt geen ontwikkelingen mogelijk. Het verhard oppervlak zal eveneens niet toenemen ten opzichte van de huidige situatie. | |
Grondwaterkwantiteit en verdroging Tegengaan/verhelpen van grondwateroverlast en -tekort. Rekening houden met de gevolgen van klimaatverandering. Beschermen van infiltratiegebieden en benutten van infiltratiemogelijkheden. |
Niet van toepassing. | |
Hemel- en afvalwater (inclusief water op straat/overlast) Waarborgen optimale werking van de zuiveringen/RWZI's en van de (gemeentelijke) rioleringen. Afkoppelen van (schone) verharde oppervlakken in verband met de reductie van hydraulische belasting van de RWZI, het transportsysteem en het beperken van overstorten. |
De beheersverordening zorgt niet voor een verandering in de afvoer van hemel- en afvalwater ten opzichte van de huidige situatie. | |
Volksgezondheid (water gerelateerd) Minimaliseren risico watergerelateerde ziekten en plagen. Voorkomen van verdrinkingsgevaar/-risico's via o.a. de daarvoor benodigde ruimte. |
Niet van toepassing. | |
Bodemdaling Voorkomen van maatregelen die (extra) maaivelddalingen in zettinggevoelige gebieden kunnen veroorzaken. |
De beheersverordening heeft geen effect op de eventuele bodemdaling. | |
Oppervlaktewaterkwaliteit Behoud/realisatie van goede oppervlaktewaterkwaliteit. Vergroten van de veerkracht van het watersysteem. Toepassing van de trits schoonhouden, scheiden en zuiveren. |
De beheersverordening heeft geen effect op de kwaliteit van het oppervlaktewater, de kwaliteit zal niet verslechteren. | |
Grondwaterkwaliteit Behoud/realisatie van een goede grondwaterkwaliteit. Denk aan grondwaterbeschermingsgebieden. |
Geen negatieve beïnvloeding. | |
Natte natuur Ontwikkeling/bescherming van een rijke gevarieerde en natuurlijk karakteristieke aquatische natuur. |
De aanwezige natuurwaarden binnen het verordeningsgebied zullen niet (negatief) beïnvloedt worden door de beheersverordening. | |
Onderhoud oppervlaktewater Oppervlaktewater moet adequaat onderhouden worden. Rekening houden met obstakelvrije onderhoudsstroken vrij van bebouwing en opgaande (hout)beplanting. |
De beheersverordening zorgt niet voor een belemmering van de onderhoudsstroken. | |
Andere belangen waterbeheerder(s) | ||
Relatie met eigendom waterbeheerder Ruimtelijke ontwikkelingen mogen de werking van objecten (terreinen, milieuzonering) van de waterbeheerder niet belemmeren. |
De beheersverordening voorziet geen ruimtelijke ontwikkeling in de directe nabijheid van objecten zoals hiernaast genoemd. | |
Scheepvaart en/of wegbeheer Goede bereikbaarheid en in stand houden van veilige vaarwegen en wegen in beheer en onderhoud bij Rijkswaterstaat, de provincie en/of het waterschap. |
De beheersverordening heeft geen invloed op de (vaar)wegen van het waterschap en of Rijkswaterstaat. |
Conform de watertoetstabel blijkt dat het aspect water binnen de beheersverordening geen belemmering vormt voor de beheersverordening.
Toetsingskader
Wet geluidhinder (Wgh)
Onderzoek en conclusie
Geluidszone industrie
Binnen het verordeningsgebied bevindt zich het Recreatieve Exploitatie Smitsschorre (RES) motorcrossterrein. Het motorcrossterrein is aangemerkt als gezoneerd industrieterrein. Om dit motorcrossterrein bevindt zich een geluidszone als bedoeld in de Wet geluidhinder (Wgh). Binnen deze zone worden geen (nieuwe) geluidsgevoelige ontwikkelingen mogelijk gemaakt. Het gezoneerde terrein en de geluidszone zijn op de verbeelding opgenomen.
Wegverkeerslawaai
Langs alle wegen, met uitzondering van 30 km/h-wegen en woonerven, liggen geluidszones. Binnen deze geluidszones dient de geluidsbelasting op gevels van geluidsgevoelige gebouwen binnen de in de Wgh gestelde eisen te blijven. Er worden geen nieuwe geluidsgevoelige ontwikkelingen mogelijk gemaakt. Onderzoek naar geluidshinder is niet aan de orde.
Spoorweglawaai
Spoorweglawaai is niet aan de orde, gezien het ontbreken van spoorwegen in of in de nabijheid van het verordeningsgebied.
Ontsluiting autoverkeer
Axel-Zuid wordt in de noord-zuid richting doorkruist door de Kinderdijk. Deze weg vormt de belangrijkste ontsluitingsweg voor het gebied. De Kinderdijk sluit aan de zuidzijde aan op de provinciale weg N258 (richting Hulst en de N62) en via de noordzijde kunnen de kern Axel en de N686 (richting de N62) worden bereikt.
De voorzieningen in het gebied aan de westzijde van de Kinderdijk ontsluiten hoofdzakelijk op de Justaasweg (onder andere het golfterrein en het zweefvliegveld). Deze weg sluit aan op de Kinderdijk. Het motorcrossterrein ontsluit op de Lageweg. De Lageweg heeft aan de noordzijde een directe aansluiting op de N686. De voorzieningen in het gebied aan de oostzijde van de Kinderdijk worden ontsloten hoofdzakelijk op de Boslaan/Sportlaan (onder andere de sportvelden en horecafaciliteiten). Den Doelder Pallets ontsluit aan de zuidzijde van het gebied via een parallelvoorziening van de N258 naar de Kinderdijk.
Langzaam verkeer
Langs de Kinderdijk is aan beide zijden van de weg een vrijliggende fietsvoorziening aanwezig (buiten de bebouwde kom een (brom)fietsvoorziening). Dit sluit aan bij de gebiedsontsluitende functie van deze weg. De overige wegen binnen Axel-Zuid zijn niet voorzien van specifieke infrastructuur voor langzaam verkeer. Deze wegen zijn alle gecategoriseerd als erftoegangswegen. Het aanbod van gemotoriseerd verkeer op deze wegen is beperkt. Voorzieningen voor langzaam verkeer zijn daarom hier niet noodzakelijk. Verder wordt het gebied, met name aan de oostzijde, doorkruist door verschillende (recreatieve) wandel-/fietspaden.
Openbaar vervoer
Aan de Kinderdijk is, ter hoogte van de aansluiting van de Justaasweg, een bushalte aanwezig. De hier halterende bussen verbinden het gebied met de kernen Axel, Hulst, Terneuzen en Sas van Gent.
Parkeren
Parkeren bij voorzieningen en de woningen langs de Kinderdijk gebeurt vrijwel uitsluitend op eigen terrein. Daarnaast zijn een aantal openbare parkeermogelijkheden aanwezig ten behoeve van recreatieve bezoekers.