direct naar inhoud van Artikel 4 Bedrijf
Plan: Axel - Zuid
Status: vastgesteld
Plantype: beheersverordening
IMRO-idn: NL.IMRO.0715.BVAXLZ-VG99

Artikel 4 Bedrijf

4.1 Bestaand gebruik en bestaande bouwwerken
  • a. de in de besluitvlak Bedrijf gelegen gronden en bestaande bouwwerken mogen worden gebruikt overeenkomstig het bestaande gebruik;
  • b. bestaande bouwwerken mogen worden vervangen door bouwwerken van dezelfde afmetingen en op dezelfde locatie.

4.2 Aanvulling op lid 4.1 ten aanzien van het GEBRUIK
4.2.1 Milieucategorie, Bevi- en Wgh-inrichtingen

In aanvulling op het bepaalde in lid 4.1:

4.2.2 Opslag

In aanvulling op het bepaalde in lid 4.1:

  • a. de opslag van goederen is toegestaan tot een hoogte van 5 m.

4.3 Aanvulling op lid 4.1 ten aanzien van het BOUWEN
4.3.1 Toelaatbare bebouwing

In aanvulling op het bepaalde in lid 4.1 is het toegestaan om gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, te bouwen, waarbij de volgende bepalingen gelden:

  • a. van het bouwperceel mag ten hoogste 50% worden bebouwd met gebouwen en overkappingen, met uitzondering van het kadastraal perceel N - 1172, waar geen gebouwen en overkappingen zijn toegestaan;
  • b. de goothoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan 4 m;
  • c. de bouwhoogte van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, mag niet meer bedragen dan 2 m.

4.4 Afwijken ten aanzien van het GEBRUIK
4.4.1 Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein"

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.1 en lid 4.2.1:

met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • c. Bevi-inrichtingen zijn niet toegestaan;
  • d. Wgh-inrichtingen zijn niet toegestaan;
  • e. opslag van consumentenvuurwerk is niet toegestaan;
  • f. activiteiten uit kolom 1 van bijlagen C en D van het Besluit milieueffectrapportage 1994 zijn niet toegestaan in de gevallen, zoals genoemd in kolom 2 van de desbetreffende bijlage;
  • g. de omgevingsvergunning wordt niet verleend, indien daardoor onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.

4.5 Afwijken ten aanzien van het BOUWEN
4.5.1 Hoogte

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 4.1 en lid 4.3.1 voor een hogere hoogte, met in achtneming van de volgende bepalingen:

  • a. de bouwhoogte van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, mag niet meer bedragen dan 6 m;
  • b. de omgevingsvergunning wordt niet verleend, indien daardoor onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.