Plan: | Facetherziening bestemmingsplannen Terneuzen, waterstofgasleiding |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0715.BPBG36-VG01 |
bestemmingsplan | identificatie: | vastgesteld door de gemeenteraad op | bestemming | ||
Buitengebied | NL.IMRO.0715.BPBG01-VG98 | 25 juni 2013 | Leiding - Gas - 4 (Artikel 28 ) Leiding - Gas - 7 (artikel 31) |
||
Sluiskil Oost | NL.IMRO.0715.BPKGP04-VG99 | 26 juni 2012 | Leiding - Gas (Artikel 8) | ||
Verdubbeling Tractaatweg | NL.IMRO.0715.BPTTW01-VG99 | 12 december 2013 | Leiding - Gas - 7 (artikel 15) | ||
Leisurecenter | NL.IMRO.0715.BPKGP05-VG99 | 11 november 2010 | Artikel 6 Leiding - Gas |
het bestemmingsplan Facetherziening bestemmingsplannen Terneuzen, waterstofgasleiding met identificatienummer NL.IMRO.0715.BPBG36-VG01 van de gemeente Terneuzen.
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
Onderzoek dat uitgevoerd wordt conform de BRL 4000 en dat verricht wordt door een onderzoeksbureau of instelling die beschikt over een geldig certificaat voor de gevraagde KNA-protocollen.
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de in dat gebied voorkomende overblijfselen uit oude tijden.
bevoegd gezag zoals bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
de beleidsmedewerker archeologie van de gemeente, de gemeentelijk adviseur archeologie of een door het bevoegd gezag aangewezen deskundige op het gebied van archeologie.
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
De ontsluiting van een archeologische vindplaats met als doel de informatie te verzamelen en vast te leggen die nodig is voor het beantwoorden van de in het Programma van Eisen verwoorde onderzoeksvra(a)g(en) en het behalen van de onderzoeksdoelstellingen. Opgravingen worden verricht door een erkende partij, beschikkend over een geldig certificaat voor de gevraagde KNAprotocollen.
de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld.
de in Vrijstellingenkaart Terneuzen 2017, de voor dat gebied, aangegeven vrijstellingsdiepte.
De voor 'Leiding - Gas - gemengd 1' aangewezen gronden zijn - behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) - mede bestemd voor een leiding met een diameter van ten hoogste 12 inch en een ontwerpdruk van ten hoogste 40 bar voor het transport van aardgas en waterstofgas (methaan-waterstofmengsel),
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Leiding - Gas - gemengd 1' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van artikel 3.4.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De werken en werkzaamheden, zoals in artikel 3.4.1 bedoeld, zijn slechts toelaatbaar, indien het leidingbelang daardoor niet wordt geschaad.
Alvorens te beslissen omtrent een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden als bedoeld in artikel 3.4.1 wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in van de leidingbeheerder(s) of aan de voorwaarde als bedoeld in artikel 3.4.1 wordt voldaan.
De voor 'Leiding - Gas - gemengd 2' aangewezen gronden zijn - behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) - mede bestemd voor een leiding met een diameter van ten hoogste 16 inch en een ontwerpdruk van ten hoogste:
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Leiding - Gas - gemengd 2' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod van artikel 4.5.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De werken en werkzaamheden, zoals in artikel 4.5.1 bedoeld, zijn slechts toelaatbaar, indien het leidingbelang daardoor niet wordt geschaad.
Alvorens te beslissen omtrent een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden als bedoeld in artikel 4.5.1 wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in van de leidingbeheerder(s) of aan de voorwaarde als bedoeld in artikel 4.5.1 wordt voldaan.
De voor 'Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden zijn – behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) – mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de archeologische waarden van de gronden.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.2.2 onder a ten behoeve van het bouwen in een plangebied met een te verstoren oppervlak groter dan 500 m² en dieper dan de vrijstellingsdiepte beneden het maaiveld indien de aanvrager van een omgevingsvergunning een rapport heeft overgelegd, waarin wordt aangetoond dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden aanwezig zijn of dat de archeologische waarden van het terrein naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate worden veilig gesteld.
Indien uit het in artikel 5.3.1 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning zullen of kunnen worden verstoord, kan het bevoegd gezag één of meerdere van de volgende voorwaarden verbinden aan de omgevingsvergunning:
Bij het verlenen van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.3.1 vraagt het bevoegd gezag aan de archeologisch deskundige om advies omtrent het criterium als bedoeld in dat lid. Bij een negatief advies verzoekt het bevoegd gezag de archeologisch deskundige de verder te nemen stappen aan te geven.
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Waarde - Archeologie 2' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning ex artikel 2.1, lid 1 sub b Wet algemene bepalingen omgevingsrecht de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren of uit te laten voeren:
Het verbod van artikel 5.4.1 is niet van toepassing, indien de werken en werkzaamheden:
Alvorens de gevraagde omgevingsvergunning te verlenen, vraagt het bevoegd gezag aan de archeologisch deskundige om advies omtrent het criterium als bedoeld in artikel 5.4.3. Bij een negatief advies verzoekt het bevoegd gezag de archeologisch deskundige de verder te nemen stappen aan te geven.
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming Waarde - Archeologie 2 zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning ex artikel 2.1, lid 1 sub g Wet algemene bepalingen omgevingsrecht te slopen.
Het verbod als bedoeld in artikel 5.5.1 is niet van toepassing indien de sloopwerkzaamheden:
In het belang van de archeologische monumentenzorg kan het bevoegd gezag regels verbinden aan een omgevingsvergunning voor het slopen op of de in artikel 5.1 bedoelde gronden.
Aan de omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.5.1, kunnen burgemeester en wethouders de regel verbinden dat de sloopwerken vanaf het maaiveld en dieper worden begeleid door een archeologisch deskundige indien de latere verstoringsoppervlakte groter is dan 500 m² en de verstoringsdiepte meer dan de vrijstellingsdiepte beneden het maaiveld.
Indien tijdens de begeleiding van de sloopwerken volgens de KNA behoudenswaardige vondsten worden aangetroffen, wordt hiervan terstond melding gemaakt bij het bevoegd gezag die in het belang van de archeologische monumentenzorg aanvullende regels kunnen verbinden aan de omgevingsvergunning tot sloop.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met toepassing van artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening het bestemmingsplan te wijzigen door de bestemming 'Waarde - Archeologie 2', als bedoeld in artikel 5.1 geheel of gedeeltelijk te doen vervallen, indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat op de betrokken locatie geen behoudenswaardige archeologische waarden (meer) aanwezig zijn.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Indien strijdigheid ontstaat tussen de dubbelbestemming Leiding - Gas - gemengd 2, bedoeld in artikel 4, en de voor deze gronden geldende andere bestemmingen prevaleert de dubbelbestemming Leiding - Gas - gemengd 2.
Indien strijdigheid ontstaat tussen de dubbelbestemming Leiding - Gas - gemengd 2, bedoeld in artikel 4, en de voor deze gronden geldende andere bestemmingen prevaleert de dubbelbestemming Leiding - Gas - gemengd 2.
Deze regels worden aangehaald als Regels van het bestemmingsplan Facetherziening bestemmingsplannen Terneuzen, waterstofgasleiding van de gemeente Terneuzen.