direct naar inhoud van 5.1 Archeologie en cultuurhistorie
Plan: Havens Yerseke
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0703.07YeBPHavens-vg01

5.1 Archeologie en cultuurhistorie

5.1.1 Archeologie

Toetsingskader

Provinciaal beleid

Het provinciaal beleid ten aanzien van archeologie is vastgelegd in de Nota Archeologie 2006-2012. Het toetsingskader is overgenomen in het Omgevingsplan.

  • Het toetsingskader wordt verder bepaald door het volgende.
  • Archeologische waarden zijn vastgelegd op de AMK (Archeologische Monumenten Kaart).
  • Op de IKAW (Indicatieve Kaart Archeologische Waarden) zijn de trefkansen (laag middelhoog en hoog) opgenomen.
  • Archis2 is de nationale database voor archeologische vindplaatsen.
  • Het Zeeuws Archeologisch Archief (ZAA) vormt de Zeeuwse database.

Gemeentelijk beleid

Recent is door de 9 gemeenten in Zuid-Beveland, Tholen en Zeeuws-Vlaanderen archeologie beleid opgesteld. Het gemeentelijk archeologiebeleid voor Reimerswaal is vastgelegd in de nota Archeologiebeleid gemeente Reimerswaal:

  • deel A: Beleidsnota archeologie;
  • deel B: Toelichting beleidskaart, 30-06-2011.

In het beleid (vastgesteld op 22 november 2011) zijn de archeologische verwachting en bekende vindplaatsen en archeologische monumenten vastgelegd. In dit bestemmingsplan zijn de in het beleid geformuleerde uitgangspunten vertaald.

Het grootste deel van de bodemingrepen vindt plaats in de bovenste laag van het bodemarchief (maatregelenkaart in lagen, kaartlaag I, Walcheren). Deze laag is veelal maatgevend. Bij vergunning aanvragen voor diepere bodemingrepen wordt door de bevoegde overheidsinstantie vastgelegd of met de ingreep de diepere lagen (lagen 2 Hollandveen, laag 3 Wormer en laag 4 Pleistoceen) worden geraakt. Op basis van het beleid gelden voor kaartlaag 1 (Walcheren) de volgende categorieën:

Tabel 5.1. Maatregelcategorieën

Maatregelcategorie   Verwachtingswaarde   Onderzoeksverplichting   Bestemmingsregeling*  
categorie 1   wettelijk beschermd monument   Wettelijke bescherming   -  
categorie 2   terreinen van archeologische waarde   50 m² en 40 cm   WR - A - 1  
categorie 3   gewaardeerde stads-/ dorpskern   50 m² en 40 cm   WR - A - 1  
categorie 4   hoge verwachting   250 m² en 40 cm   WR - A - 2  
categorie 5   gematigde verwachting   500 m² en 40 cm   WR - A - 3  
categorie 6   lage verwachting   2.500 m² en 40 cm   WR - A - 4  
categorie 7   waterbodem   500 m² en 40 cm   WR - A - 3  
categorie 8   geen verwachting   -   -  

* WR - A staat voor Waarde - Archeologie

Onderzoek en conclusie

Onderzoek

Raadpleging van de AMK, maatregelenkaart in lagen, laag van Walcheren en Archis2 en ZAA leidt tot de volgende bevindingen.

Tabel 5.2. Toetsing archeologie

AMK   Maatregelcategorie   Archis2 en ZAA  
geen vermeldingen   Voor de havenbekkens geldt de maatregelencategorie 7 (zeebodem).(WR-A-3)

Voor de strekdammen en de overige gronden (uitgezonderd de strekdam bij de Koningin Julianahaven) geldt maatregelencategorie 4. (WR-A-2)

De Strekdam in de koningin Julianahaven heeft maatregelencategorie 6 (WR-A-4).  
geen vermeldingen  

Conclusie

Havens Yerseke kent een gemêleerde archeologische verwachtingswaarde. De juridisch-planologische regeling is op de maatregelcategorieën afgestemd.

5.1.2 Cultuurhistorie

Analyse

De cultuurhistorische waarden zijn aangegeven op de kaart CHS (Cultuurhistorische hoofdstructuur) van de provincie. Daarbij is onderscheid gemaakt tussen waardevolle objecten (onder andere rijksmonumenten) en waardevolle gebieden (onder andere provinciale belvedère gebieden).

Voor het plangebied is het volgende relevant.

  • In het plangebied zijn geen specifieke cultuurhistorische gebouwen aanwezig.
  • Het zuidelijkste deel van de jachthaven grenst aan de Oesterputten. Dit is een gebied met bedijkte oesterputten met bedrijfsbebouwing, aangelegd in de periode 1874-1883. Het is een compleet en uniek gebied.
  • Een deel van de Prins Willem Alexanderhaven maakt deel uit van het provinciaal Belvedère gebied.

De vermeldingen hebben geen consequenties voor de planologische regeling aangezien er sprake is van bestaand stedelijk gebied en sprake is van consolidatie door actualisering van de geldende regeling.

Conclusie

Cultuurhistorische aspecten vragen geen bijzondere aandacht bij het opstellen van de bestemmingsregeling.