direct naar inhoud van 2.3 Regionaal beleid
Plan: Kruiningen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0703.03KnBPKom-va01

2.3 Regionaal beleid

Regiovisie Bevelanden

Analyse

Samenwerkingsverband

De samenwerking tussen de gemeenten Noord-Beveland, Goes, Kapelle en Reimerswaal en Borsele is in 2000 gestart in de vorm van het Bestuurlijk Platform de Bevelanden. Door middel van het opstellen van thematische visies op wonen, werken en recreatie vindt regionale afstemming plaats. De regio kenmerkt zich door een relatief hoge (economische) dynamiek met een groot aantal dorpen en een duidelijk regionaal centrum: Goes.

 

Kruiningen

Kruiningen is in de visies aangemerkt als gegroeide woonkern met (suburbane) woningbouwuitbreidingen.

  • Voor deze kernen is de oorspronkelijke dorpskern in meer of mindere mate als zodanig herkenbaar, en doet dienst als ruimtelijk en / of functioneel dorpscentrum.
  • De in de kern aanwezige woonmilieus kennen onderlinge verschillen, waarbij met name de in de tweede helft van de vorige eeuw gerealiseerde planmatige uitbreidingen qua structuur en bebouwing sterk contrasteren met de meer oorspronkelijke bebouwing.
  • De meer recente uitbreidingen manifesteren zich hierbij veelal los van de oorspronkelijke dorpsstructuur.
  • De (historische) dorpskern is geïsoleerd van haar landschappelijke omgeving door de naoorlogse uitbreidingswijken en bedrijventerreinen.
  • De identiteit van het dorp wordt in sterke mate bepaald door haar eigen kenmerken, en minder door het omringende landschap.
  • De sociale structuur van het dorp is mede bepaald door vestiging van inwoners van 'buiten'.

Woningbouw

In de regionale woonvisie 'De Bevelanden Woont' is aangegeven op welke wijze de vijf gemeenten de komende jaren in regionaal verband invulling wensen te geven aan de (beperkte) speelruimte die ze hebben op de woningmarkt. In dit kader worden de volgende doelen voorgestaan:

  • a. voldoende aanbod creëren (voldoen aan de kwantitatieve vraag);
  • b. keuzemogelijkheid bieden aan de woonconsument (voldoen aan de kwalitatieve vraag);
  • c. benutten van de kansen die een wooneconomie biedt.

De visie kent een duidelijk kwalitatieve, ruimtelijke insteek, waarbij de behoefte van de woonconsument centraal staat.

Als uitgangspunt geldt, dat woningbouw geld genereert. Deze gelden komen ten goede aan de regio. Daarbij stellen de gezamenlijke gemeenten wel uitdrukkelijk kwalitatieve randvoorwaarden, zoals:

  • een duurzame inrichting van de regio;
  • leefbaarheid; de Bevelandse gemeenten stellen zich op het standpunt dat bouwmogelijkheden in beginsel bij iedere kern aanwezig moeten zijn, mits deze zich kwalitatief en kwantitatief blijven verhouden tot de omgeving;
  • aandacht voor kwetsbare groepen.

Werken

De regiovisie 'De Bevelanden werkt' bevat uitwerkingen voor ondermeer bedrijventerreinen. Volgens deze visie is de belangrijkste doelstelling bij de ontwikkeling van bedrijventerreinen:

"het scheppen van voorwaarden en het bieden van ruimte voor economische ontwikkelingspotenties in de regio, gericht op versterking van de werkgelegenheid en omzet".

De beleidsuitgangspunten zijn verder uitgewerkt in het provinciaal beleid en in het Regionaal Bedrijventerreinprogramma. Aangezien in het voorliggend bestemmingsplan geen nieuw bedrijventerrein is voorzien, wordt verder niet ingegaan op het regionaal Bedrijventerreinprogramma.

Verouderde terreinen in de regio komen in verband met hun ligging, in aanmerking voor transformatie naar andere functies, waaronder wonen. Voor Kruiningen zijn binnen het plangebied geen bedrijventerrein aanwezig.

Toetsing

Voorliggende actualisering van het bestemmingsplan Kruiningen voorziet in de continuering van bestaande bedrijvigheid. Uitbreiding is niet voorzien. Wel is sprake van mogelijke locaties waar de bedrijfsfunctie op termijn vervangen kan worden door wonen. Het nieuwe bestemmingsplan voorziet in een juridische regeling hiervoor.

Voorts worden de geldende planologische mogelijkheden voor woningbouw in Kruseveer en Zandweg gecontinueerd.

De genoemde onderwerpen passen binnen het geldend beleid.