Plan: | De Kooi Liesveld |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0694.BPdekooiLSV-VG01 |
Waterbeheer en watertoets
De initiatiefnemer dient in een vroeg stadium overleg te voeren met de waterbeheerder over een ruimtelijk planvoornemen. Hiermee wordt voorkomen dat ruimtelijke ontwikkelingen in strijd zijn met duurzaam waterbeheer. Het plangebied ligt binnen het beheersgebied van het waterschap Rivierenland, verantwoordelijk voor het waterkwantiteits- en waterkwaliteitsbeheer. Bij het tot stand komen van dit bestemmingsplan is overleg gevoerd met de waterbeheerder over deze waterparagraaf. De opmerkingen van de waterbeheerder zijn vervolgens verwerkt in deze waterparagraaf.
Beleid duurzaam stedelijk waterbeheer
Op verschillende bestuursniveaus zijn de afgelopen jaren beleidsnota's verschenen aangaande de waterhuishouding, allen met als doel een duurzaam waterbeheer (kwalitatief en kwantitatief). Deze paragraaf geeft een overzicht van de voor het plangebied relevante nota's, waarbij het beleid van de gemeente en het waterschap nader wordt behandeld.
Europa:
Nationaal:
Provinciaal:
Waterschapsbeleid
Het Waterbeheerplan 2010-2015 (2009) heeft een integraal en strategisch karakter. De koers voor de komende zes jaren wordt hierin vastgelegd. In de planperiode staan de volgende aspecten centraal:
Het Waterbeheerplan 2010-2015 borduurt voort op de verschillende beleidsplannen die in de afgelopen jaren zijn vastgesteld. Er is dus geen sprake van een breuk in het waterbeleid maar wel van een verdere intensivering. Het is het eerste volledig integrale waterbeheerplan van het waterschap. Alle beleidsaspecten van waterkeringen, watersysteem en afvalwaterketen zijn in dit plan verwoord. Ook zijn voor het eerst de nationale, de provinciale en waterschapsplannen tegelijkertijd opgesteld. Omdat deze verschillende plannen elkaar beïnvloeden is er veel geïnvesteerd in een goede afstemming tussen de verschillende overheden.
In de Keur heeft het waterschap een vuistregel opgenomen voor de compensatie van toename aan verhard oppervlak. Deze vuistregel houdt in dat voor elke hectare nieuw verhard oppervlak er 436 m³ waterberging gerealiseerd moet worden (gebaseerd op de T=10+10% bui). Daarbij mag het waterpeil niet meer dan 20 cm stijgen in de Alblasserwaard. In het stedelijk gebied is de toename voor de eerste 500 m² verhard oppervlak vrijgesteld van watercompensatie en voor het landelijk gebied is dit 1.500 m².
Gemeentelijk beleid
Het geactualiseerde Waterplan De Waard is door het gemeentelijke en waterschapsbestuur vastgesteld in 2009. De maatregelen zijn budgettair en planmatig uitgelegd tot 2015. Hiervoor is een totaalbudget van circa € 500.000,- beschikbaar. Met deze maatregelen is voorzien dat de waterhuishouding tot 2025 veilig, robuust en duurzaam is ingericht.
Per gemeentekern zijn op basis van de inventarisatie en analyse maatregelen voorgesteld. Deze variëren van het creëren van extra waterberging en afkoppelen, tot het plaatsen van een terugslagklep in een overstort.
Voor de gemeente Liesveld is baggeren van het stedelijk gebied een van de belangrijkste maatregelen. Daarnaast zijn algemene maatregelen gepland zoals het opstellen van goede beheer- en onderhoudsplannen en het nader uitwerken van de overdracht van stedelijk water. Het waterschap gaat de komende jaren intensief monitoren welke effecten de geplande maatregelen hebben en zo nodig kan op basis hiervan bijgestuurd worden.
Huidige situatie
Algemeen
Het plangebied is gelegen aan de Tiendweg, ten noordoosten van de kern Streefkerk en bestaat uit een langgerekt perceel met een eendenkooi en veel opgaande beplanting.
Bodem en grondwater
Volgens de Bodemkaart van Nederland bestaat de bodem ter plaatse uit veengrond. Er is sprake van grondwatertrap II. Dat wil zeggen dat de gemiddeld hoogste grondwaterstand minder dan 0,4 m onder maaiveld ligt. De gemiddeld laagste grondwaterstand ligt tussen de 0,5 m en 0,8 m onder maaiveld. De maaiveldhoogte ter plaatse bedraagt circa NAP -1,3 m.
Waterkwantiteit
Langs de randen van het plangebied liggen watergangen. Aan de zuidoostkant ligt de Noorder- en Zuiderwetering, een A-watergang. De watergang aan de noordoostkant is een B-watergang. In het midden van het plangebied ligt een waterpoel.
Watersysteemkwaliteit en ecologie
In het plangebied zijn geen KRW-waterlichamen aanwezig. Door het venige karakter van de ondergrond is de achtergrondconcentratie aan fosfaat en stikstof hoog (kwel, veenafbraak, veenwater). In de Alblasserwaard zijn van nature de gehalten aan nutriënten hoger dan in bijvoorbeeld kleigebieden.
Veiligheid en waterkeringen
Er bevinden zich geen beschermingszones van waterkeringen in het plangebied.
Afvalwaterketen en riolering
Het plangebied is ongerioleerd. Er zijn geen sanitaire voorzieningen en er is geen stromend water in het plangebied.
Toekomstige situatie
Algemeen
In het plangebied wordt een bestaande schuur van 77 m² gesloopt. Het betreft gebouw 1 op het kaartje in afbeelding 2.2. Hiervoor in de plaats wil de initiatiefnemer een nieuw gebouw terugplaatsen van 84 m² met een overkapt gedeelte van 56 m². Aangezien dit nieuwe gebouw op de plek komt van de bestaande schuur met terras, neem de verharding nauwelijks toe. Omdat deze toename ver onder de compensatiedrempel van 1.500 m² blijft, is compensatie niet nodig.
Watersysteemkwaliteit en ecologie
De ontwikkeling heeft geen invloed op de watersysteemkwaliteit en ecologie.
Veiligheid en waterkeringen
De ontwikkeling heeft geen invloed op de veiligheid.
Afvalwaterketen en riolering
Conform de Leidraad Riolering en vigerend waterschapsbeleid, is het voor nieuwbouw verplicht een gescheiden rioleringsstelsel aan te leggen zodat schoon hemelwater niet bij een rioolzuiveringsinstallatie terechtkomt. Afvalwater wordt normaliter aangesloten op de bestaande gemeentelijke riolering. Voor hemelwater wordt de volgende voorkeursvolgorde aangehouden:
Aangezien alleen sprake is van bebouwing zonder stromend water of sanitaire voorzieningen, is alleen de hemelwaterafvoer relevant. Dit water wordt deels geïnfiltreerd en zal bij grote hoeveelheden neerslag vrijwel direct afvloeien op de nabijgelegen sloten. Daken en eventuele goten worden mede daarom gemaakt van niet uitlogende materialen.
Watervergunning
Voor aanpassingen aan het bestaande watersysteem dient bij het waterschap vergunning te worden aangevraagd op grond van de 'Keur'. Dit geldt dus bijvoorbeeld voor het graven van nieuwe watergangen, het aanbrengen van een stuw of het afvoeren van hemelwater naar het oppervlaktewater. In de Keur is ook geregeld dat een beschermingszone voor watergangen en waterkeringen in acht dient te worden genomen. Dit betekent dat binnen de beschermingszone niet zonder ontheffing van het waterschap gebouwd, geplant of opgeslagen mag worden. De genoemde bepaling beoogt te voorkomen dat de stabiliteit, het profiel en/of de veiligheid wordt aangetast, de aan- of afvoer en/of berging van water wordt gehinderd dan wel het onderhoud wordt gehinderd. Ook voor het onderhoud gelden bepalingen uit de 'Keur'. Het onderhoud en de toestand van de (hoofd)watergangen worden tijdens de jaarlijkse schouw gecontroleerd en gehandhaafd.
Water en Waterstaat in het bestemmingsplan
Er bevinden zich geen hoofdwatergangen in het plangebied. Ook de waterkeringen bevinden zich buiten het plangebied.
Conclusie
De ontwikkeling heeft geen negatieve gevolgen voor het waterhuishoudkundige systeem ter plaatse.