direct naar inhoud van 5.3 Milieuzonering
onherroepelijk
NL.IMRO.0693.PBPostkade171GDA-OH01

5.3 Milieuzonering

5.3.1 Algemeen

Zowel de ruimtelijke ordening als het milieubeleid stellen zich ten doel een goede kwaliteit van het leefmilieu te handhaven en te bevorderen. Dit gebeurt onder andere door milieuzonering. Onder milieuzonering verstaan we het aanbrengen van een voldoende ruimtelijke scheiding tussen milieubelastende bedrijven of inrichtingen enerzijds en milieugevoelige functies als wonen en recreƫren anderzijds. De ruimtelijke scheiding bestaat doorgaans uit het aanhouden van een bepaalde afstand tussen milieubelastende en milieugevoelige functies. Die onderlinge afstand moet groter zijn naarmate de milieubelastende functie het milieu sterker belast. Milieuzonering heeft twee doelen:

  • het voorkomen of zoveel mogelijk beperken van hinder en gevaar bij woningen en andere gevoelige functies;
  • het bieden van voldoende zekerheid aan bedrijven dat zij hun activiteiten duurzaam onder aanvaardbare voorwaarden kunnen uitoefenen.

Voor het bepalen van de aan te houden afstanden wordt de VNG-uitgave 'Bedrijven en Milieuzonering' uit 2009 gehanteerd. Deze uitgave bevat een lijst, waarin voor een hele reeks van milieubelastende activiteiten (naar SBI-code gerangschikt) richtafstanden zijn gegeven ten opzichte van milieugevoelige functies. De lijst geeft richtafstanden voor de ruimtelijk relevante milieuaspecten geur, stof, geluid en gevaar. De grootste van de vier richtafstanden is bepalend voor de indeling van een milieubelastende activiteit in een milieucategorie en daarmee ook voor de uiteindelijke richtafstand. De richtafstandenlijst gaat uit van gemiddeld moderne bedrijven. Indien bekend is welke activiteiten concreet zullen worden uitgeoefend, kan gemotiveerd worden uitgegaan van de daadwerkelijk te verwachten milieubelasting, in plaats van de richtafstanden. De afstanden worden gemeten tussen enerzijds de grens van de bestemming die de milieubelastende functie(s) toelaat en anderzijds de uiterste situering van de gevel van een milieugevoelige functie die op grond van het bestemmingsplan mogelijk is.

Hoe gevoelig een gebied is voor milieubelastende activiteiten is mede afhankelijk van het omgevingstype. De richtafstanden van de onderstaande richtafstandenlijst gelden ten opzichte van het omgevingstype 'rustige woonwijk' danwel 'gemengd gebied'. Een en ander is afhankelijk van het karakter van het gebied. Het gebied kan getypeerd worden als een gemengd gebied.

afbeelding "i_NL.IMRO.0693.PBPostkade171GDA-OH01_0008.png"

Daarnaast gelden ten aanzien van bedrijven die onder de werkingssfeer van de Wet milieubeheer vallen, de Wet milieubeheer en haar uitvoeringsbesluiten als toetsingskader voor de toegestane bedrijfshinder.

5.3.2 Toets aan bedrijven en milieuzonering

Invloed op omliggende bedrijven

Aan de hand van vorenstaande regeling is onderzoek verricht naar de feitelijke situatie. In het voorliggende bestemmingsplan is sprake van de verplaatsing van een woning. Er is dan ook geen sprake van enige vorm van aantasting of hinder voor het woon- en leefklimaat van omwonenden.

Ook dient te worden bekeken of er door het toevoegen van een woonfunctie in het voorliggende plan geen belemmeringen ontstaan voor de omliggende bedrijven en de bedrijfsontwikkeling van deze bedrijven. Op het perceel is een autobedrijf (handel in auto's, reparatie- en servicebedrijf) gevestigd. Op basis van de VNG-uitgave valt een dergelijk bedrijf onder milieucategorie 2. De bijbehorende richtafstand in gemengd gebied is 10 meter. Gezien het feit dat de woning tot het bedrijf behoort zijn de bijbehorende richtafstanden niet van toepassing. Van andere belemmeringen is niet gebleken.