Plan: | Grotewaard 40-42 te Noordeloos |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | wijzigingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0689.WP4003-vast |
Bij de voorbereiding van een ruimtelijk plan dient onderzocht te worden of de Flora- en faunawet, de Natuurbeschermingswet 1998 en het beleid van de provincie ten aanzien van de Ecologische Hoofdstructuur de uitvoering van het plan niet in de weg staan.
Soortenbescherming
Op de locatie worden bomen gekapt en bebouwing gesloopt. De bomen en bebouwing zijn mogelijk geschikt voor vaste verblijfplaatsen van vleermuizen en/of broedvogels. Ook kan de locatie onderdeel zijn van het foerageergebied van vleermuizen. Gezien het intensief gebruikte karakter van de locatie komen hier naar verwachting geen andere zwaar beschermde soorten voor. De locatie maakt naar verwachting wel deel uit van het leefgebied van licht beschermde, algemeen voorkomende soorten, zoals veldmuis, huisspitsmuis, mol, egel, bruine kikker en gewone pad.
In tabel 4.3 staat aangegeven welke beschermde soorten er binnen het wijzigingsgebied voorkomen en onder welk beschermingsregime deze vallen.
Nader onderzoek naar het voorkomen van vleermuizen en broedvogels met vaste nesten is noodzakelijk.
Tabel 4.3: Beschermde soorten binnen het wijzigingsgebied en het beschermingsregime
Nader onderzoek nodig | ||||
Vrijstellings- regeling Ffw | tabel 1 | o.a. mol, egel, veldmuis en huisspitsmuis o.a. bruine kikker en gewone pad |
Nee | |
Ontheffings regeling Ffw | tabel 2 | geen | Nee | |
tabel 3 | bijlage 1 AMvB | geen | Nee | |
bijlage IV HR | alle vleermuizen | Ja | ||
vogels | cat. 1 t/m 4 | gierzwaluw en huismus | Ja |
Gebiedsbescherming
De locatie is niet gelegen in een beschermd natuurgebied, zoals Natura 2000 of de Ecologische Hoofdstructuur (EHS). Ongeveer 100 m ten zuidwesten van de locatie maakt de Giessen wel deel uit van de (EHS). Binnen de EHS ligt ook het Beschermd Natuurmonument Oeverlanden Giessen. Dit gebied is met name aangewezen als belangrijke groeiplaats voor het zomerklokje. Ten westen van de locatie heeft de provincie ook een belangrijk weidevogelgebied aangewezen. De ontwikkeling leidt mogelijk tot verstoring van de beschermde gebieden. Het meest gevoelig voor verstoring zijn de broedende vogels. Door de werkzaamheden buiten het broedseizoen uit te voeren wordt deze verstoring voorkomen. Negatieve effecten op de beschermde natuurgebieden kunnen dan ook worden uitgesloten.
Figuur 4.1: Ligging wijzigingsgebied (rode cirkel) t.o.v. beschermde natuurgebieden (bron: geo-loket provincie Zuid-Holland)