Plan: | Neerpolderseweg 70A te Giessenburg |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0689.BP8005-vast |
Waterbeheer en watertoets
Vanaf 1 november 2003 is de watertoets wettelijk van toepassing, een procedure waarbij de initiatiefnemer in een vroeg stadium overleg voert met de waterbeheerder over waterhuishoudkundige aspecten van ruimtelijke plannen. De watertoets heeft als doel om te voorkomen dat nieuwe ruimtelijke plannen in strijd zijn met duurzaam waterbeheer. Het plangebied ligt binnen het beheergebied van het Waterschap Rivierenland, verantwoordelijk voor het waterkwantiteits- en waterkwaliteitsbeheer. Bij het tot stand komen van dit bestemmingsplan is overleg gevoerd met de waterbeheerder over deze waterparagraaf. De opmerkingen van de waterbeheerder zijn vervolgens verwerkt in deze waterparagraaf.
Beleid duurzaam stedelijk waterbeheer
Op verschillende bestuursniveaus zijn de afgelopen jaren beleidsnota's verschenen aangaande de waterhuishouding, allen met als doel een duurzaam waterbeheer (kwalitatief en kwantitatief). Deze paragraaf geeft een overzicht van de voor het plangebied relevante nota's, waarbij het beleid van het waterschap en de gemeente nader wordt behandeld.
Europa
Nationaal
Provinciaal
Regionaal
Waterschapsbeleid
Het Waterbeheerplan 2010-2015 heeft een integraal en strategisch karakter. De koers voor de komende zes jaar is in het plan vastgelegd. Het Waterschap wil het beheergebied in 2015 klimaatbestendig hebben op basis van de huidige klimaatscenario's. De primaire waterkeringen zijn dan op orde, dat wil zeggen dat ze voldoen aan de dan geldende normen. Het bergend vermogen van het watersysteem in het landelijk gebied is zodanig vergroot, dat slechts bij zeer uitzonderlijke regenval wateroverlast optreedt. Daarnaast stelt het Waterschap zich tot doel dat in 2027 de KRW-doelstellingen voor de waterkwaliteit worden gehaald. Hiervoor is het nodig in de periode 2010 tot en met 2015 een groot aantal maatregelen te treffen om vooral de ecologische waterkwaliteit te verbeteren. Ook het stedelijk gebied zal klimaatbestendig moeten worden gemaakt. Samen met de gemeenten gaat het Waterschap in de planperiode verder op de ingeslagen weg om het waterbergend vermogen van stedelijk water te vergroten en de waterkwaliteit te verbeteren. Daarnaast geeft het Waterschap met de gemeenten verder vorm aan de samenwerking in de afvalwaterketen. Ten slotte wil het Waterschap de watercondities voor de natte natuur, zoals Natura 2000-gebieden en verdroogde gebieden, verbeteren en de waterkwaliteit in wateren met aquatische natuurwaarden beschermen en waar mogelijk verbeteren.
Huidige situatie
Het plangebied ligt in het landelijk gebied, ten zuidwesten van de kern Giessenburg. Momenteel bevinden zich binnen het plangebied een woning met de bijbehorende bijgebouwen.Het plangebied is gelegen op boezemland van de Giessen. De Giessen behoort tot de Lage Boezem van de Overwaard en heeft een boezempeil van -0,75 m NAP, een basispeil (minimumpeil) van -1 m NAP en een maalpeil (maximumpeil) van -0,25 m NAP. Het plangebied grenst aan de Giessen. De Neerpolderseweg doet dienst als boezemwaterkering. De Giessen, die aan de noord- en westzijde van het plangebied grenst, is dan ook een A-watergang die behoort tot het boezemstelsel. Waterhuishoudkundig maakt het plangebied deel uit van het boezemland van de Giessen. Een deel van het plangebied bevindt zich binnen de keurzone van de boezemkade die gevormd wordt door de Neerpolderseweg.
Toekomstige situatie
Ten behoeve van de ontwikkeling wordt de aanwezige bebouwing gesloopt en vervangen door een vrijstaande woning met een oppervlakte van circa 220 m². De bebouwing dient ten minste 0,25 m boven het maximumpeil te staan, dus dat is op 0 m NAP-hoogte. Lager bouwen als NAP-hoogte wordt afgeraden, gezien het boezempeil.
Het bouwplan zal worden gerealiseerd op het bouwpeil van de bestaande woning met een peilhoogte van 0,28 m NAP. Het maaiveld ter plaatse van de nieuwbouw is 0,01 m NAP, daardoor is een ophoging rondom de woning van 0,27 m noodzakelijk. Gezien het feit dat de ophoging reeds boven het peil van 0 m NAP-hoogte plaatsvindt, is een compensatie niet noodzakelijk, hierdoor wordt voldaan aan het gestelde in het volumecompensatiebeleid.
In de bestaande situatie bedraagt de oppervlakte van de bebouwing circa 150 m² (100 m² hoofdgebouw en 50 m² bijgebouw) en van de verharding circa 310 m². Het toekomstig totale bebouwde en verharde gedeelte van het plangebied beslaat een oppervlak van 555 m². Het bouwplan voorziet daardoor in een beperkte toename (95 m²) van het huidige verhard en bebouwd oppervlak. Het geringe effect van deze toename aan verharding en/of bebouwing wordt door het waterschap als niet relevant beschouwd. Er hoeft niet gecompenseerd te worden, omdat in een boezemgebied in de Alblasserwaard uitsluitend volumecompensatie hoeft plaats te vinden (in de Overwaard tot 0 m NAP) en compensatie voor nieuw verhard oppervlak is hierbij verder niet vereist.
Effecten voor de waterhuishouding
Het realiseren van nieuwbouw op niet verharde grond heeft effecten voor de waterhuishouding. De mogelijkheden van afkoppelen dienen zoveel mogelijk benut te worden. Schoon water afkomstig van verhard terrein en dakvlakken kan (mits geen uitlogende materialen worden toegepast) direct naar het oppervlaktewater afgevoerd worden, om belasting van de afvalwaterzuivering te verminderen.
Waterafvoer
Ten behoeve van de nieuwbouw zal een gescheiden waterafvoersysteem worden aangelegd. Conform het beleid van het waterschap zal vuilwater worden afgevoerd via het bestaande rioleringssysteem. Het hemelwater van dak en terrein zal worden ontkoppeld van het rioleringsstelsel en worden afgevoerd naar het dichtstbijzijnde oppervlaktewater. Om de afkoppeling mogelijk te maken, mogen geen uitlogende materialen (koper, zink en lood voor dakbedekking etc.) worden gebruikt.
Waterkering
De Neerpolderseweg maakt onderdeel uit van de boezemkade langs de Giessen. Deze boezem is een regionale waterkering. In 2010 is er een legger vastgesteld voor deze regionale waterkering waarin voor elk trajact een dwarsprofiel is opgesteld. In het dwarsprofiel is de kernzone en het profiel van vrije ruimte (pvvr) benoemd. Bebouwing dient buiten de kernzone te blijven en mag het profiel van vrije ruimte niet doorsnijden.
In principe geldt dat er geen bebouwing op de waterkering aanwezig mag zijn. Waar al veel bebouwing (lintbebouwing in dit geval) aanwezig is, kan hiervan worden afgeweken.
Navraag bij het waterschap heeft geresulteerd in het feit dat voor de nieuwbouw geen keurontheffing noodzakelijk is, omdat het bouwplan buiten de beschermingszone wordt gerealiseerd3. De afstand van het bouwplan tot aan het midden van de kruin moet meer zijn dan 12,5 m. Het bouwplan zal worden gerealiseerd op een afstand van circa 27 m uit het midden van de kruin van de primaire waterkering. Voor het bouwen in het boezemgebied (waarvan een deel ondergronds) is wel een watervergunning nodig.