Plan: | Neerpolderseweg 70A te Giessenburg |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0689.BP8005-vast |
Normstelling en beleid
Volgens artikel 3.1.6 van het Besluit op de ruimtelijke ordening moet in verband met de uitvoerbaarheid van een plan rekening worden gehouden met de bodemgesteldheid in het plangebied. Bij functiewijzigingen dient te worden bekeken of de bodemkwaliteit voldoende is voor de beoogde functie en moet worden vastgesteld of er sprake is van een saneringsnoodzaak.
In de Wet bodembescherming is bepaald dat indien de desbetreffende bodemkwaliteit niet voldoet aan de norm voor de beoogde functie, de grond zodanig dient te worden gesaneerd dat zij kan worden gebruikt door de desbetreffende functie (functiegericht saneren). Nieuwe bestemmingen dienen bij voorkeur op schone grond te worden gerealiseerd.
Ten behoeve van ruimtelijke plannen dient ten minste het eerste deel van het verkennend bodemonderzoek, het historisch onderzoek, te worden verricht. Indien uit het historisch onderzoek wordt geconcludeerd dat op de betreffende locatie sprake is geweest van activiteiten met een verhoogd risico op verontreiniging dient het volledig verkennend bodemonderzoek te worden verricht.
Onderzoek en conclusie
Ter plaatse van het plangebied is ten behoeve van het bouwvoornemen een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd. Het verkennend bodemonderzoek is verwerkt in een rapportage voor het perceel aan de Neerpolderseweg 70a1 en in een rapportage voor het perceel aan de Neerpolderseweg 722. Uit de eerste rapportage blijkt dat in de grond en het grondwater lichte verontreinigingen met zware metalen, PAK en minerale olie zijn aangetroffen. Ter plaatse van de voormalige loods zijn in het grind en het grondwater lichte verontreinigingen met PAK en EOX aangetroffen. De lichte verontreinigingen zijn van dien aard dat er geen aanleiding is tot het treffen van maatregelen.
Uit de tweede rapportage blijkt dat in de grond lichte verontreinigingen met koper, nikkel, zink, minerale olie, PAK en EOX zijn aangetroffen. De gevonden waarden geven geen aanleiding tot maatregelen en vormen geen beperking voor het huidige en toekomstige gebruik van de grond.
Alhoewel de verkennende bodemonderzoeken reeds in 2001 zijn uitgevoerd, wordt aangenomen dat de onderzoeken ten behoeve van het bestemmingsplan een voldoende beeld geven van de bodemkwaliteit ter plaatse van het plangebied. Gelet op de parameters die reeds zijn onderzocht wordt in dit geval niet verwacht dat de wijziging van de NEN5740, die in 2008 is doorgevoerd, relevant is voor het uitgevoerde onderzoek.