direct naar inhoud van 4.3 Water
Plan: Fietspad Vlietskade F277
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0689.BP8002-vast

4.3 Water

Waterbeheer en watertoets

De initiatiefnemer dient in dat kader in een vroeg stadium overleg te voeren met de waterbeheerder over het ruimtelijke planvoornemen. Hiermee wordt voorkomen dat ruimtelijke ontwikkelingen in strijd zijn met duurzaam waterbeheer. Het plangebied ligt binnen het beheersgebied van het Waterschap Rivierenland, verantwoordelijk voor het waterkwantiteits- en waterkwaliteitsbeheer. Bij het tot stand komen van dit bestemmingsplan is overleg gevoerd met de waterbeheerder over deze waterparagraaf. De opmerkingen van de waterbeheerder zijn vervolgens verwerkt in deze waterparagraaf.

Beleid duurzaam stedelijk waterbeheer

Op verschillende bestuursniveaus zijn de afgelopen jaren beleidsnota's verschenen aangaande de waterhuishouding, allen met als doel een duurzaam waterbeheer (kwalitatief en kwantitatief). Deze paragraaf geeft een overzicht van de voor het projectgebied relevante nota's, waarbij het beleid van het Waterschap en de gemeente nader wordt behandeld.

Europa:

  • Kaderrichtlijn Water (KRW).

Nationaal:

  • Nationale Waterplan (NW);
  • Waterbeleid voor de 21ste eeuw (WB21);
  • Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW);
  • Waterwet.

Provinciaal

  • Provinciaal Waterplan.

Waterschapsbeleid

Het Waterbeheerplan 2010-2015 heeft een integraal en strategisch karakter. De koers voor de komende zes jaren is in het plan vastgelegd. Het Waterschap wil het beheergebied in 2015 klimaatbestendig hebben op basis van de huidige klimaatscenario's. De primaire waterkeringen zijn dan op orde, dat wil zeggen dat ze voldoen aan de dan geldende normen. Het bergend vermogen van watersysteem in het landelijk gebied is zodanig vergroot, dat slechts bij zeer uitzonderlijke regenval wateroverlast optreedt. Daarnaast stelt het Waterschap zich tot doel dat in 2027 de KRW-doelstellingen voor de waterkwaliteit worden gehaald. Hiervoor is het nodig in de periode 2010 tot en met 2015 een groot aantal maatregelen te treffen om vooral de ecologische waterkwaliteit te verbeteren. Ook het stedelijk gebied zal klimaatbestendig moeten worden gemaakt. Samen met de gemeenten gaat het waterschap in de planperiode verder op de ingeslagen weg om het waterbergend vermogen van stedelijk water te vergroten en de waterkwaliteit te verbeteren. Daarnaast geeft het Waterschap met de gemeenten verder vorm aan de samenwerking in de afvalwaterketen. Ten slotte wil het Waterschap de watercondities voor de natte natuur, zoals Natura 2000-gebieden en verdroogde gebieden, verbeteren en de waterkwaliteit in wateren met aquatische natuurwaarden beschermen en waar mogelijk verbeteren.

Huidige situatie

Het plangebied is gelegen in de gemeente Giessenlanden, ten noorden van Gorinchem. Het plangebied strekt zich uit ten oosten van de Vlietskade en loopt van de kruising met de Parallelweg op de Parallelweg naar het noorden tot het station in de kern Arkel. Het plangebied bestaat in het zuidelijke deel voornamelijk uit groen, in het noordelijke deel uit verharding.

Bodem en grondwater

Volgens de Bodemkaart van Nederland bestaat de bodem uit klei op veen. Er is sprake van grondwatertrap III, wat neerkomt op een gemiddeld hoogste grondwaterstand die van nature minder dan 0,4 m onder het maaiveld ligt, terwijl de gemiddeld laagste grondwaterstand varieert tussen de 0,8 m en de 1,2 m onder het maaiveld. De hoogteligging binnen het plangebied varieert van circa NAP -0,25 m tot NAP -0,75 m.

Waterkwantiteit

Ten oosten van de Vlietskade (ten westen van het plangebied) ligt een A-watergang, net als ten zuiden van het motorcross-terrein. Bij A-watergangen mogen geen ingrepen worden gedaan in de breedte van de watergang. Ten oosten van het gehele plangebied is een B-watergang gelegen. Het tracé Vlietskade ligt in het peilgebied 'Binnenkade' en het tracé Parallelweg in de peilgebieden 'Overkade' en 'Blokland'.

Veiligheid en waterkeringen

In het plangebied is een regionale waterkering (Stationsweg) aanwezig.

Toekomstige situatie

Het bestemmingsplan voorziet in de realisatie van een enkelzijdig tweerichtingenfietspad.

Waterkwantiteit

Ten behoeve van het fietspad wordt ten oosten van de Vlietskade tot aan de Parallelweg verharding aangelegd. Het fietspad wordt hier circa 3,5 m breed. Vanaf de Parallelweg tot aan de Stationsweg wordt de huidige verharding heringericht tot fietsstraat. In het totaal wordt er 6.405 m2 verharding aangelegd, alles binnen het peilgebied 'Binnenkade'. De eerste 1.500 m2 is vrijgesteld van de compensatieplicht van het waterschap. Hierdoor blijft er 4.905 m2 over. Met een compensatieplicht van 436 m3/ha resulteert dit in 214 m3. Binnen de Alblasserwaard geldt een maximaal toelaatbare peilstijging van 0,20 m. De benodigde compensatie bedraagt dus 1.070 m2. Daarnaast wordt er circa 58 m2 oppervlaktewater gedempt. Volgens waterschapsbeleid dient dit 1-op-1 gecompenseerd te worden. De totale compensatieverplichting bedraagt daarmee 1.128 m2. In overleg met waterschap wordt circa 1.403 m2 oppervlaktewater gerealiseerd. Hiermee wordt ruim aan de compensatieplicht voldaan. Door de aanwezigheid van het vele oppervlaktewater in de directe omgeving kan het hemelwater vrij afstromen. Bij het aanvragen van de benodigde watervergunning voor realisatie van het fietspad zal de precieze invulling van de watercompensatie bekend zijn en verder uitgewerkt worden.

Conform de Keur van het Waterschap Rivierenland liggen langs de A-watergangen beschermingszones met een breedte van 5 m uit de boveninsteek. Als de watergang niet breder is dan 7 m (gemeten van boveninsteek naar boveninsteek), kan, enkel in overleg met het waterschap, één van de twee beschermingszones worden verkleind naar 1,5 m.

Waterkwaliteit

Ter voorkoming van diffuse verontreinigingen van water en bodem geldt een verbod op het toepassen van zink, lood, koper en PAK's-houdende bouwmaterialen.

Veiligheid en waterkeringen

De in dit bestemmingsplan beschreven ontwikkelingen hebben geen gevolgen voor de waterveiligheid in de omgeving, de bestaande weg op de regionale waterkering wordt aangepast. Voor nieuwe voorzieningen dient een watervergunning aangevraagd te worden, de mogelijke effecten op de waterkering zullen dan bekeken worden.

Waterbeheer

Voor aanpassingen aan het bestaande waterhuishoudingsysteem dient bij het Waterschap op basis van de Keur een watervergunning te worden aangevraagd. Dit geldt dus bijvoorbeeld voor het graven van nieuwe watergangen, het aanbrengen van een stuw of het afvoeren van water naar het oppervlaktewater. In de Keur is ook geregeld dat een beschermingszone voor watergangen en waterkeringen in acht dient te worden genomen. Dit betekent dat binnen de beschermingszone niet zonder toestemming van het Waterschap gebouwd en opgeslagen mag worden. De genoemde bepaling beoogt te voorkomen dat de stabiliteit van het profiel en/of veiligheid wordt aangetast, de aan- en/of afvoer en/of berging van water wordt gehinderd dan wel het onderhoud wordt gehinderd. Ook voor het onderhoud gelden bepalingen uit de Keur. Het onderhoud en de toestand van de (hoofd)watergangen worden tijdens de jaarlijkse schouw gecontroleerd en gehandhaafd.

Conclusie

Met het realiseren van extra oppervlaktewater heeft de ontwikkeling geen negatieve effecten op de waterhuishoudkundige situatie ter plaatse.