direct naar inhoud van 1.3 Trends en ontwikkelingen
Plan: Buitengebied Giessenlanden
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0689.BP8001-vast

1.3 Trends en ontwikkelingen

Het buitengebied in Nederland is momenteel sterk in beweging. Het landelijk gebied is niet meer uitsluitend het domein van de agrarische sector. Vele andere functies hebben inmiddels hun plaats opgeëist in het buitengebied. Deze ontwikkeling kent een aantal oorzaken. De belangrijkste zijn de toename van de marktwerking in de landbouw, de aanscherping van de milieuregelgeving en de oprukkende verstedelijking. De gevolgen hiervan in het landelijk gebied van Giessenlanden zijn bijvoorbeeld het vrijkomen van agrarische bedrijfsgebouwen of de toenemende vraag naar recreatie.

Tegelijkertijd is het maatschappelijk krachtenveld gericht op behoud van de kwaliteiten van het buitengebied. Je kunnen identificeren met de omgeving vraagt om behoud van landschap en cultuurhistorie. Het besef groeit dat de natuur een waarde op zichzelf is en behoud van dieren- en plantensoorten tevens voor afwisseling in onze leefomgeving zorgt. Deze kwaliteiten zijn onlosmakelijk verbonden aan het cultuurlandschap van Giessenlanden.

Landbouw

Schaalvergroting

In het landelijk gebied van Giessenlanden is de melkveehouderij vanouds de belangrijkste productietak. De melkveehouderij staat op een tweesprong. Een groot aantal agrariërs kiest voor specialisatie, intensivering, modernisering en kostenverlaging en richt zich daarmee volledig op zijn productietak. De landbouw loopt hierbij tegen een aantal knelpunten aan. Wanneer verplaatsing en nieuwvestiging is uitgesloten, is een specifiek knelpunt de milieuproblematiek van agrarische bedrijven in de lintbebouwing.

De (toekomstige) agrarische bedrijfsvoering kan hierdoor worden beperkt. Een goede afstemming tussen milieubeleid en ruimtelijk beleid is in dit kader van groot belang.

Schaalvergroting is voor veel agrarische bedrijven een belangrijk middel om in de toekomst te kunnen blijven bestaan. Door de schaalvergroting verandert het platteland en verdwijnen kleinere boerenbedrijven.

Er is echter ook een hang naar biologisch (dynamisch), streekeigen (slowfood) en herkenbare producten. Deze vormen van agrarische bedrijfsvoering vormen juist een specialisatie binnen de agrarische productietak.

Verbreding

Naast de klassieke landbouw als hoofdfunctie voor het gebied richten agrariërs zich incidenteel op landbouw met een verbrede doelstelling. Zij vullen hun inkomsten uit de agrarische productie aan met onder andere verkoop van producten van de boerderij, exploitatie van recreatievoorzieningen of natuur- en landschapsbeheer. Activiteiten die door deze verbrede landbouw worden uitgevoerd dienen van dien aard te zijn, dat er recht wordt gedaan aan het (agrarische) karakter van het plangebied.

Vrijkomende agrarische bebouwing

Vanwege onder andere de schaalvergroting komen in de komende jaren ook in de lintbebouwing van Giessenlanden agrarische bedrijfscomplexen vrij. Niet-agrarische ondernemers hebben hun oog laten vallen op de vrijkomende agrarische bebouwing, als relatief goedkope bedrijfsruimte op een steenworp afstand van de Randstad. Daarnaast komt een functieverandering van agrarisch bedrijf naar wonen veel voor. Deze functieveranderingen hebben ruimtelijke consequenties. Het bestemmingsplan geeft antwoord op de vraag of deze ontwikkelingen ook op langere termijn aanvaardbaar zijn. Voordelen van nieuwe functies in vrijkomende agrarische bebouwing zijn de voortzetting van het onderhoud en het tegengaan van de verpaupering. Mogelijke nadelen zijn het ontstaan van extra verkeersstromen en het ontstaan van hinder voor de omgeving (ook voor de landbouw). Het bestemmingsplan dient aan te geven in hoeverre aan deze ontwikkelingen ruimte wordt geboden.

Wonen

Vanuit de stad trekken steeds meer burgers naar het platteland. Daarnaast komt een functieverandering van agrarisch bedrijf naar wonen veel voor. Deze 'verburgering' kan een impuls geven aan de plaatselijke economie en het verenigingsleven. Aan de andere kant gaat in het voetspoor van het verdwijnen van melkveehouderijen en de komst van maneges en andere stedelijke functies de oorspronkelijke karakteristiek van het landelijke gebied langzaam verloren. Tevens kunnen burgerwoningen belemmeringen veroorzaken voor bestaande agrarische bedrijven en hun toekomstplannen.

Deze functieveranderingen hebben ruimtelijke consequenties. In de vorige paragraaf is al aangegeven wat de voor- en nadelen van functieverandering kunnen zijn.

Recreatie

Het platteland is in trek als recreatiegebied. Het platteland, de natuurlijke omgeving, de rust en de ruimte bieden een omgeving om tot rust te komen. Naast rust en ruimte is in het landelijk gebied plaats voor dagrecreatie en verblijfsrecreatie.

Dergelijke ontwikkelingen geven aanleiding tot het opzetten en ontwikkelen van nieuwe voorzieningen. Ook de verbrede landbouw kan hierop inspelen. Maar er kunnen ook knelpunten ontstaan als de infrastructuur en het voorzieningenniveau onvoldoende op de vraag zijn afgestemd en natuur- en landschapswaarden onder druk komen te staan.

In het kader van het bestemmingsplan zal invulling moeten worden gegeven aan een gebiedsspecifiek recreatiebeleid dat enerzijds rekening houdt met aanwezige waarden, maar anderzijds de mogelijkheid biedt kansen te benutten.

Klimaatverandering

Momenteel staat klimaatverandering (weer) volop in de belangstelling vanwege de waargenomen opwarming van de aarde. Om een verdere klimaatverandering tegen te gaan en op te vangen, worden maatregelen genomen op allerlei gebieden. Duurzaamheid, waaronder bijvoorbeeld duurzame agrarische bedrijfsvoering, staat blijvend op de agenda. Ook is er steeds meer ruimte nodig voor waterberging in verband met intensievere regenbuien. De maatregelen die in dit kader moeten worden uitgevoerd overstijgen echter de reikwijdte van dit instrument.