direct naar inhoud van Artikel 11 Maatschappelijk
Plan: Buitengebied Giessenlanden
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0689.BP8001-vast

Artikel 11 Maatschappelijk

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bibliotheken, openbare dienstverlening, gezondheidszorg, kinderopvang, onderwijs, peuterspeelzalen, sociale en welzijnsvoorzieningen, verenigingsleven en daarmee gelijk te stellen niet-commerciële instellingen;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'begraafplaats': uitsluitend een begraafplaats;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'zorgboerderij': uitsluitend een zorgboerderij;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'kas': tevens kassen;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - buitenschoolse opvang': uitsluitend een buitenschoolse opvang, dagopvang, vrijetijdseducatie en kleinschalige horeca;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - dierenpension': uitsluitend een dierenpension;
  • g. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen, water en toegangswegen.
11.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

  • a. gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met uitzondering van erf- en terreinafscheidingen, uitsluitend binnen het bouwvlak zijn toegestaan;
  • b. met de maatvoeringaanduiding 'maximum bebouwingspercentage' is aangegeven hoeveel van de gronden binnen het bouwvlak bebouwd mogen worden; indien geen maatvoeringsaanduiding is opgenomen, mag het bouwvlak volledig worden bebouwd;
  • c. de goothoogte van gebouwen mag ten hoogste 3 m bedragen, tenzij met de maatvoeringaanduiding 'maximale goothoogte' anders is aangegeven;
  • d. voor zover niet in de erfscheiding wordt gebouwd, dient de afstand van gebouwen tot de erfscheiding ten minste 2 m te bedragen;
  • e. indien de gebouwen niet aaneen worden gebouwd, dient de onderlinge afstand tussen de gebouwen ten minste 4 m te bedragen;
  • f. per bouwvlak mag één bedrijfswoning met aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen worden gebouwd, tenzij met de functieaanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten' anders is aangegeven;
  • g. de inhoud van een bedrijfswoning (inclusief aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen) mag niet meer dan 850 m³ bedragen;
  • h. het gezamenlijk grondoppervlak van bijgebouwen en overkappingen bij een bedrijfswoning mag niet meer bedragen dan 75 m² met een goothoogte van ten hoogste 3 m;
  • i. aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen dienen achter de voorgevelrooilijn gebouwd te worden;
  • j. de bouwhoogte van erfafscheidingen voor de voorgevelrooilijn mag ten hoogste 1 m bedragen;
  • k. de bouwhoogte van erfafscheidingen elders mag ten hoogste 2 m bedragen;
  • l. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste 3 m bedragen.