direct naar inhoud van Artikel 3 Bedrijf
Plan: Parallelweg 2 te Schelluinen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0689.BP6102-vast

Artikel 3 Bedrijf

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijven tot en met categorie 2': bedrijven tot en met categorie 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf – bedrijf in aluminium bouwdelen' (sb-alb) een bedrijf in aluminium bouwdelen;
  • c. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, laad- en losvoorzieningen, water en groen, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten' geen bedrijfswoning toegestaan is.
3.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

3.2.1 Gebouwen
  • a. gebouwen mogen uitsluitend worden gebouwd binnen het bouwvlak;
  • b. met de maatvoeringsaanduiding 'maximum bebouwingspercentage' is aangegeven hoeveel van de gronden binnen het plangebied bebouwd mogen worden;
  • c. de goothoogte van gebouwen mag ten hoogste de ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte (m)' aangegeven goothoogte bedragen;
  • d. de bouwhoogte van gebouwen mag ten hoogste de maximale goothoogte vermeerderd met 10 m bedragen;
3.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • a. de bouwhoogte van bedrijfsinstallaties mag ten hoogste 10 m bedragen;
  • b. de bouwhoogte van erfafscheidingen mag ten hoogste 3 m bedragen;
  • c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag ten hoogste 6 m bedragen.
3.3 Nadere eisen

Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd nadere eisen te stellen omtrent de situering van gebouwen mede in verband met de inrichting van de onbebouwde terreinen voor wat betreft de aan- en afvoerroutes van goederen en de parkeerruimte voor (vracht)verkeer, met dien verstande dat:

  • a. daardoor de gebruikswaarde van het terrein niet onevenredig wordt geschaad;
  • b. geen inbreuk wordt gemaakt op het maximaal te bouwen oppervlak van het perceel.
3.4 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik van gronden en bouwwerken gelden de volgende regels:

  • a. activiteiten uit kolom 1 van bijlagen C en D van het Besluit milieueffectrapportage 1994 zijn niet toegestaan in de gevallen, zoals genoemd in kolom 2 van de desbetreffende bijlage;
  • b. opslag van goederen met een totale stapelhoogte van meer dan 6 m is op onbebouwde gronden niet toegestaan;
  • c. opslag van consumentenvuurwerk is niet toegestaan;
  • d. Wgh-inrichtingen en Bevi-inrichtingen zijn niet toegestaan;
  • e. per bedrijf is kantoorvloeroppervlak van meer dan 20% van het brutovloeroppervlak niet toegestaan; kantoorvloeroppervlak van meer dan 600 m² is in geen geval toegestaan.
3.5 Afwijken van de gebruiksregels

Afwijken van de Staat van Bedrijfsactiviteiten

Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 3.1 onder a:

  • a. om bedrijven toe te laten in één categorie hoger dan genoemd in artikel 3.1 onder a, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm) geacht kan worden te behoren tot de categorieën, zoals in artikel 3.1 onder a genoemd;
  • b. om bedrijven toe te laten die niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten zijn genoemd, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving geacht kan worden te behoren tot de categorieën, zoals in artikel 3.1 onder a genoemd.