direct naar inhoud van Artikel 5 Wonen
Plan: Bluesroute - Vrije Kavels
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0687.BPMORBRVRK-VW01

Artikel 5 Wonen

5.1 Bestemmingsomschrijving

Gronden aangewezen voor 'Wonen' zijn bestemd voor:

  • a. wonen in vrijstaande vorm;
  • b. bijbehorende tuinen, erven en ontsluitingspaden.

5.2 Bouwregels

Op de tot Wonen bestemde gronden mogen uitsluitend worden gebouwd hoofdgebouwen met daarbij behorende bijgebouwen, waaronder mede begrepen aanbouwen en uitbreidingen van de woning en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met dien verstande dat:

  • a. de hoofdgebouwen uitsluitend gebouwd mogen worden binnen het op de verbeelding als zodanig aangegeven bouwvlak;
  • b. de bouwhoogte van de hoofdgebouwen ten hoogste het aangeduide aantal meters mag bedragen;
  • c. de goothoogte van de hoofdgebouwen ten minste en ten hoogste het aangeduide aantal meters mag bedragen, met dien verstande dat ten minste over een breedte van één derde van de voorgevel de goothoogte ten hoogste 6,0 meter bedraagt;
  • d. het aantal woningen per bouwvlak niet meer mag bedragen dan wordt aangeduid;
  • e. ten hoogste 50% van het aangeduide bouwvlak mag worden bebouwd;
  • f. de afstand van een hoofdgebouw, inclusief aanbouwen en uitbreidingen, tot de zijdelingse perceelsgrens, bedraagt tenminste 7,5 m.
  • g. de afstand tussen een vrijstaand bijgebouw en het hoofdgebouw bedraagt tenminste 3,0 m; de afstand van een vrijstaand bijgebouw tot de zijdelingse en de achterste perceelsgrens bedraagt tenminste 2,5m;
  • h. binnen het bouwvlak zijn per woning ten hoogste 2 vrijstaande bijgebouwen toegestaan;
  • i. achter het bouwvlak is per woning ten hoogste 1 vrijstaand bijgebouw toegestaan;
  • j. de goothoogte van vrijstaande bijgebouwen, mag ten hoogste 3 m bedragen;
  • k. de bouwhoogte van vrijstaande bijgebouwen mag ten hoogste 6 m bedragen;
  • l. de bouwhoogte van aanbouwen en uitbreidingen van de woning mag ten hoogste 4 m bedragen;
  • m. het totale oppervlakte aan bijgebouwen, aanbouwen en uitbreidingen van de woning mag niet meer dan 150 m2 bedragen, met inachtneming van het bepaalde in lid 2 sub e;
  • n. vrijstaande bijgebouwen mogen uitsluitend worden afgedekt met een kap waarvan de dakhelling tussen de 30º en de 60º graden ligt;
  • o. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen mag ten hoogste 2 m bedragen met dien verstande dat de hoogte van erf- en terreinafscheidingen die worden geplaatst voor de voorgevel en het verlengde daarvan niet meer mag bedragen dan 1 m;
  • p. de hoogte van andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 2 m;
  • q. de gezamenlijke oppervlakte van andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 10 m².

5.3 Specifieke gebruiksregels

Op eigen terrein dienen tenminste 3 opstelplaatsen voor auto's te worden gerealiseerd. Garages tellen niet mee bij de berekening van het aantal opstelplaatsen.

5.4 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan omgevingsvergunning verlenen ter afwijking van het bepaalde in lid 1 voor de uitoefening van kleinschalige beroepsmatige en bedrijfsmatige activiteiten in de woning en / of aan- of bijgebouwen, met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de woonfunctie dient in overwegende mate behouden te blijven;
  • b. het gebruik dient de woonfunctie te ondersteunen, dat wil zeggen dat degene die de activiteiten in de woning of het bijgebouw uitvoert, tevens de gebruiker van de woning is;
  • c. het mag geen zodanig verkeersaantrekkende activiteiten betreffen dat deze kunnen leiden tot een nadelige beïnvloeding van de normale afwikkeling van het verkeer dan wel tot een onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimte. Indien sprake is van de uitoefening van bedrijf aan huis bedraagt het minimale aantal opstelplaatsen voor auto's 4. Indien een praktijkruimte aanwezig is in het kader van de uitoefening van bedrijf aan huis, bedraagt dit minimale aantal opstelplaatsen 5;
  • d. er mag geen detailhandel plaatsvinden, uitgezonderd een beperkte verkoop die verband houdt met de beroeps- of bedrijfsmatige activiteiten;
  • e. ten hoogste 30% van het vloeroppervlak mag, met een maximum van 50 m2, van de woning inclusief bijgebouwen ten behoeve van de beroeps- of bedrijfsmatige activiteiten in gebruik zijn;
  • f. geen omgevingsvergunning mag worden verleend voor het uitoefenen van bedrijvigheid die onder de werking van de Wet milieubeheer valt;
  • g. omgevingsvergunning wordt niet verleend indien daardoor onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.